Shukr (dankbaarheid)

Dit betekent letterlijk de vreugde die wordt gevoeld en de dankbaarheid die wordt getoond voor het goede dat iemand doet. Dankbaarheid in de terminologie van het Sufisme is het gebruik van het eigen lichaam, vermogens, gevoelens, en gedachten die aan de mens zijn toegekend, in de richting van het doel van zijn schepping. Het komt aan de mens toe om de plicht van de dankbaarheid aan de Schepper uit te voeren, voor de zaken die Hij aan de mens heeft toegewezen door zijn daden en praktisch leven. De mens moet dit ook mondeling en door zijn hart vervullen, door te erkennen dat alle gaven direct van God komen en door dankbaarheid voor hen te voelen.

Een mens kan God mondeling danken door aan elke andere dan God enige kracht en sterkte toe te kennen om op te steunen of om enige gunst van te verwachten, ook door te erkennen dat al het goede en alle gaven van God komen. Vermits Hij de Enige is die al het goede, schoonheid en overvloed schept, en die de mens de middelen geeft om deze gaven te bekomen, is het ook Hij, die deze gaven aan de mens bezorgt, als het ogenblik daarvoor is gekomen; vermits Hij alleen bepaalt en toekent en Hij alleen schept en verspreidt, alles wat we nodig hebben, als 'hemelse tafelen'. Hij verdient alle dankbaarheid en dank. Als we al Zijn gaven toekennen aan de middelen of oorzaken waardoor we ze hebben gekregen, alsof Hij niet de échte Eigenaar, Schepper en Gever van alle Gaven was, zijn we heel ondankbaar. Dit is als het geven van een grote fooi aan een kelner die ons bedient aan een schitterende tafel, zonder enige aandacht te hebben of dankbaarheid te voelen voor de échte eigenaar die alles heeft klaargezet voor ons. Deze houding is pure onwetendheid en ondankbaarheid en is uitgedrukt in het vers: ‘Zij kenden alleen de buitenkant van het leven van de wereld, dat aan hen verscheen en hadden absoluut geen idee van het gelaat dat naar het Hiernamaals keek.’

Dankbaarheid in het hart kan worden vervuld door overtuiging en erkenning van al de materiële en immateriële gaven als komende van God en door het inrichten van het eigen leven overeenkomstig deze overtuiging. Een mens kan God verbaal en door zijn dagelijks leven danken, alleen als hij zichzelf heeft overtuigd en hiervan getuigt, dat hij zijn leven, lichaam, aantrekkelijkheid en al zijn talenten, prestaties en geschenken alleen aan God te danken heeft.

Dit wordt uitgedrukt in het volgende vers: 'Ziet gij niet dat God aan u dienstbaar heeft gemaakt, alles wat in de hemelen en op de aarde is. Hij heeft u overladen met alle gaven en rijkdommen, zichtbare en andere.' (S31, A20) en ook: 'Hij geeft u alles wat gij Hem hebt gevraagd en als gij de gaven van God in rekening neemt, dan zijn zij ontelbaar.' (S14, A34).

Dankbaarheid door lichaam en organen is mogelijk door hen allen optimaal te gebruiken: organen, mogelijkheden en vaardigheden in de richting van de doelstellingen van hun schepping en door de plicht van dienstbaarheid die op elk van deze talenten toepasselijk is.

Enkelen hebben verklaard dat verbale dankbaarheid, dagelijkse gebeden en opzeggingen betekenen: sommige delen der Qur'an, gebeden, smeekbeden, Gods Namen enz... Dankbaarheid in het hart betekent zekerheid of overtuiging van de principes van het Islamitische geloof en rechtlijnigheid. Ook de praktische dankbaarheid, door het lichaam, betekent van alle daden van verering te stellen. Omdat dankbaarheid rechtstreeks verband houdt met geloof en eredienst in al zijn aspecten en afdelingen, wordt het als de helft van het geloof aanzien en met betrekking tot deze omvatting, wordt het samen met geduld beschouwd, dwz: vanuit één perspectief, zijn dankbaarheid en geduld de twee helften van religieus leven.

In Zijn eeuwige Toespraak heeft de Almachtige God regelmatig dankbaarheid bevolen en het voorgesteld als het doel van de schepping en het zenden van religie. Dit gebeurde in zinnen als 'Zo dat gij God moogt danken en God zal de dankbaren belonen'. Of een ander vers: 'Als gij dankbaar zijt, zal ik u meer geven. Maar als gij mij niet dankbaar zijt, zal mijn straf verschrikkelijk zijn.' (S14, A7). Hij heeft een overweldigende beloning beloofd aan de dankbaren en de ondankbaren met een verschrikkelijke straf bedreigd. Een van Gods eigen Namen is de Al-Dankende. Dit betekent dat de manier om alle gunsten en geschenken te verkrijgen, dankbaarheid is en dat Hij dit vergoedt met een overvloedige beloning. De dankbare prijst de Profeten Abraham en Noah, vzmh beiden en zegt: 'Abraham was dankbaar voor Zijn geschenken' en 'Waarlijk, Noah was een dankbare dienaar.' (S16, A121 / S17, A3)

Alhoewel dankbaarheid een belangrijke religieuze daad is en een belangrijk kapitaal, zijn maar weinig mensen dankbaar. 'Weinig van Mijn dienaren zijn dankbaar. (S34, A13). Zeker, er zijn diegenen die leven in het absoluut besef van de plicht tot dankbaarheid, door te zeggen: 'Zal ik geen dankbare dienaar zijn voor mijn Heer?' ( Dit verwijst naar de Profeet Mohammed, vzmh, die bij een bepaalde gelegenheid sprak tot A'isha, zijn vrouw: 'Zal ik geen dankbare dienaar zijn voor God?' als een antwoord op haar vraag: 'Omdat God al de zonden heeft vergeven die je zou kunnen hebben begaan, en nog kunt begaan, waarom put je jezelf dan nog uit in lange wakes,' - Bukhari, Tahajjud, 6 / Muslim, Munafiqun, 79-81 / Tirmidhi, Salat, 187). Deze dankbaren deden hun uiterste best om hun plicht van dankbaarheid uit te voeren en richtten hun levens daar naar in. Zij zijn echter niet talrijk.

De glorie der mensheid, vzmh, was de allereerste in het vervullen van deze plicht met de grootste betekenis, hij was een held der dankbaarheid. Hij was God steeds dankbaar en raadde dankbaarheid aan al zijn bezoekers aan. Hij bad tot God elke morgen en avond met de woorden: 'O God, help mij U te gedenken, U te danken en U te vereren op de best mogelijke manier.' (Nasa'i, Sahw, 60).

Dankbaarheid is de diepe erkentelijkheid en toewijding van degene die de overvloed en de gunsten ontvangt van Hem die geeft. De dankbare keert zich naar hem in liefde, waardering en erkentelijkheid. Dit is wat het Profetisch gezegde hierboven betekent op de meest directe manier.

Sommigen zijn dankbaar voor de volgende voorzieningen: huis en familie die ze hebben gekregen, anderen zijn dankbaar omdat ze daarbij ook nog weelde en gezondheid hebben gekregen. En nog anderen voor geloof, kennis van God en de spirituele genoegens die op hen toekwamen. En er zijn er ook enkelen die dankbaar zijn voor het bewustzijn waarmee God hen heeft begunstigd, namelijk van dankbaar te moeten zijn. Als deze laatste groep hun hulpeloosheid en nederigheid kunnen gebruiken als een 'kapitaal' en zichzelf ertoe brengen om voortdurend dankbaar te zijn, dan zullen zij horen tot de echt dankbaren. Het wordt verteld door Gods Boodschapper, vzmh, dat de Profeet David, vzmh, tot de Almachtige God sprak: 'O Heer, hoe zal ik in staat zijn om de plicht der dankbaarheid te vervullen voor U, wetend dat U danken nog een genoegen is dat dankbaarheid nodig maakt?' De Almachtige antwoordde aan Hem: 'Gij hebt net uw dankbaarheid getoond.' Ik denk dat het dit is wat werd bedoeld in: 'We zijn niet in staat geweest om U te danken zoals de dankbaarheid voor U vraagt, O Al- Dankwaardige Ene !'

De plicht van dankbaarheid kan worden uitgevoerd door het erkennen en waarderen van Goddelijke gunsten. Om dankbaarheid te voelen voor de Ene Die gunsten toekent, is het nodig om zeer erkentelijk en waarderend te zijn voor deze gunsten. Geloof en Islam, met inbegrip van de Qur'an, het Heilig Boek, leert ons de herkenning en waardering van gunsten en daardoor wenden we ons dankbaar tot God in erkentelijkheid. Men kan zich meer bewust worden van deze gunsten, en dat ze ons door God gegeven zijn vanuit Zijn Genade voor onze hulpeloosheid en kleinheid en om aan onze behoeften te voldoen, in het licht van geloof en Islamitische praktijken en rituelen. Dit bewustzijn spoort ons aan om Hem te prijzen Die ons alle gunsten en overvloed toekent die we in deze wereld verbruiken. Ontwakend naar de betekenis van het Goddelijk bevel: 'En verkondig de gunsten van uw Heer.' (S93, A11) voelen we de diepe plicht om de taak van dankbaarheiduiting uit te voeren zoals het ons is opgedragen.

Elke man is natuurlijk geneigd om bewondering voor het goede uit te drukken en bewondering voor degene die goed doet. Nochtans, totdat dit gevoel in hem wordt opgewekt en bewogen - vissen zijn zich evenmin bewust dat ze in water leven - voelt hij zich niet bevoorrecht door iemand anders. Bovendien kan hij de gunsten die hij verkrijgt toeschrijven aan de eenvoudige oorzaken en gevolgen waardoor hij ze verkrijgt. Als het blindheid en doofheid is van niet te zien en te waarderen dat we voortdurend gunsten ontvangen, dan moet het een onvergeeflijke afwijking zijn om deze gunsten toe te schrijven aan blinde, dove en gevoelloze gevolgen en oorzaken. Hierover zijn er enkele Profetische uitspraken: 'Wie geen dank betoont voor kleinighede, zal ook niet danken voor de overvloed' (Musnad, 2, 478,375) en: 'Wie mensen niet dankt, dankt God evenmin' (Abu Dawud, Adab, 11 / Tirmidhi, Birr, 35). Deze uitspraken drukken blindheid en doofheid voor gunsten uit en herinneren ons aan het belang van een dankbare te zijn. De volgende verzen waarschuwen dat het God is die echt onze dankbaarheid verdient en herinneren ons aan Zijn Absolute eenheid: 'Vernoem Mij, zodat Ik u zal vernoemen, dank Mij en wees niet ondankbaar tegenover Mij.' (S2, A152) en 'Dien Hem en geef Hem dankbaarheid' (S29, A17)

Met betrekking tot de dingen waar we dankbaar voor moeten zijn, kunnen we deze in drie groepen indelen:

De eerste groep zijn alle dingen die iedereen wenst te hebben, Moslim of niet, gewone mensen en heiligen. De tweede groep zijn de dingen die als gunsten worden aanzien en dus dankbaarheid oproepen voor degenen die zich bewust zijn van de achterliggende waarde van deze dingen. Ook al zien ze er op het eerste gezicht onaangenaam of verwerpelijk uit.

De derde soort dankbaarheid wordt geuit door hen die door God worden bemind en die gunsten en gaven bekijken vanuit het perspectief van de Ene Die geeft. Zij brengen hun leven door in spiritueel genoegen dat begint in het aanschouwen van Gods uiting van Hemzelf doorheen Zijn gunsten en zij scheppen er het grootste genoegen in van Hem te aanbidden. Alhoewel zij steeds in vervoering zijn door het spirituele genot dat uit hun liefde voor Hem komt, zijn zij uiterst zorgvuldig in hun relaties met Hem. Dit om te vermijden van iets onverenigbaars te doen met hun toestand van voortdurend begunstigd te zijn omdat ze dicht bij God zijn. Zij zijn voorzichtig en hebben zelfcontrole zodat deze genoegens niet zouden leiden naar enige ongepaste daad.

Deze derde groep streeft voortdurend naar het behoud van wat zij hebben verworven aan neerdalende Goddelijke gunsten en 'jagen ' naar wat ze hebben gemist. Terwijl zij voortdurend hun geloof, dankbaarheid en liefde verdiepen op hun reisweg naar Hem, zijn hun 'netvliezen' gevuld met de verschillende zegeningen en geschenken. Dit betekent dat hun kijkvermogen is bevredigd met het voortdurend zien van de uitingen van Zijn Schoonheid en Gratie.

O God! Neem ons op bij Uw dienaren die Gij bemint en eerlijk hebt gemaakt en naar U toe hebt laten komen. Geef vrede en zegeningen aan onze Meester, de Meester van hen die gij bemint, eerlijk maakt en naar U toe haalt.

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.