Faqr en Ghina (armoede en rijkdom)
Armoede bestaat in het afsnijden van relaties met alles behalve de Eeuwige Voortdurend Aanroepene en afhankelijk zijn van Hem in het vervullen van al de eigen behoeften. Om deze reden is het dat hoe meer iemand zich losmaakt van alle wereldse en tijdelijke goederen en hoe meer hij opgaat in de afhankelijkheid van alle Goddelijke Kenmerken en Essentie, des te meer heeft hij armoede bereikt en kan hij de uitspraak doen die door de Profeet, vzmh, werd voorgezegd: 'Armoede is mijn trots.' (Ajluni, Kashf al-Khafa,2.87)
Zoals het in een gezegende uitspraak wordt gezegd als armoede een kenmerk van het geloof en onderwerping wordt, is een mens niet langer afhankelijk van de hulp, wilskracht en macht van iemand anders, behalve God. Zelfs als zo iemand genoeg weelde heeft om de hele wereld mee te vullen, dan denkt hij er niet aan om zich op deze rijkdom te verlaten en richt zich naar God met al zijn krachten en gevoelens, bewust van zijn essentiële armoede en hulpeloosheid. Zijn rijkdom is immers onderworpen aan aftakeling en uitputting. Hoe mooi zijn de volgende verzen van Nabi, een Ottomaans dichter uit de 17e eeuw:
'Veracht de armoede niet, O Nabi!
Armoede is de spiegel waarin de onafhankelijkheid van anderen is weerkaatst.'
Een andere mooie waarneming over armoede werd gemaakt door Mawlana Djalal al din Rumi:
'Armoede is essentie en al het andere is de vorm,
armoede is een geneesmiddel en al het andere is de ziekte;
Het geheel der wereld bestaat uit ijdelheid en zwakheid,
Maar armoede is de echte kern en de betekenis van het bestaan.'
Zelfs als de mens er niet in slaagt zijn essentiële zwakheid en armoede waar te nemen in het licht van het geloof, blijft de realiteit dat hij zwak, arm en behoeftig is. God Almachtig verklaart: 'O mensheid! Gij zijt arm in uw relatie met God, terwijl het God is die Al-Overvoedig is en Prijzenswaardig, Die in overvloed weergeeft wat voor Hem werd gedaan.' (S35, A15). Omdat het bestaan van de mens, in tegenstelling met dat van God, niet absoluut of absoluut noodzakelijk is, en het even goed mogelijk is dat een individuele mens bestaat, of niet in het bestaan komt, heeft elke mens absoluut Gods Daad van keuze nodig, Gods Wil en Voorschrift, om tot bestaan te komen. Bovendien heeft hij ook Gods Zelfvoorzienende en al-voorzienend Bestaan nodig, op elk moment, om te overleven.
De armoede en de behoefte van de mens voor de Almachtige is nooit een middel om hem te vernederen. Integendeel: hoe beter hij zich van zijn armoede en behoefte bewust is tegenover de absoluut Overvloedige Ene, hoe waardiger hij is. Want in dit bewustzijn ligt de menselijke rijkdom. Als hij zich bewust is van niemand afhankelijk te zijn, behalve van God, dan verwerft hij het bewustzijn van onafhankelijkheid in die mate, dat hij in zijn bewustzijn voelt dat God de enige bron van kracht en overvloed is waarop hij zich kan verlaten. De mens vraagt dan alleen hulp aan Hem en wendt zich dan ook tot Hem. Zelfs als zo iemand materieel arm is, heeft hij geen behoefte aan niets of niemand. Hij is er ook van overtuigd, dat wat en wie ook bestaat, zichzelf inbegrepen, in essentie aan de Almachtige behoort, als een schaduw van een schaduw zijnde, van Zijn absoluut onafhankelijk bestaan. Deze graad van overtuiging van Gods Eenheid wordt opheffing van het 'ik' in God genoemd, wat twee stappen verder is dan het ondergeschikt bestaan mét God. Hierover zegt Hayali:
'Hayali, bedek uw naakte lichaam met de sjaal der armoede,
Dit is hun trots: zij kennen satijn noch zijde.'
Armoede is het doel van heiligen, de (natuurlijke) toestand van gezuiverde geleerden en het duidelijkste teken van Gods liefde.
Armoede is iets dat de Almachtige in de harten van Zijn vrienden heeft geplaatst, zodat deze harten hierdoor welgesteld mogen zijn.
Armoede is een sleutel van licht om het oog van het hart te openen naar de onuitputtelijke schatten van God. Wie deze sleutel heeft, is de rijkste ter wereld.
Armoede is de deur naar Rijkdom. Zij die door deze deur kunnen binnenkomen, halen in hun bewustzijn, de oneindige schatten van de Eigenaar van alle eigendom. Zij reiken ernaar en beseffen dat rijkdom en armoede hetzelfde zijn. Hierdoor kunnen we zeggen zoals Junayd al Baghdadi sprak: 'Rijkdom is niets meer dan de voltooide, perfecte graad van armoede.' (Qushayri, al-Risala, 273)
Wanneer iemand zich perfect bewust is van de eigen, essentiële armoede voor God en de eigen absolute afhankelijkheid van Hem, dan is men rijk. Want dan zijn er geen andere behoeften meer. Het moet dit zijn wat wordt bedoeld met de beroemde uitspraak, die onder de mensen wordt doorverteld: 'De echte rijkdom is de rijkdom van het hart'.
Als een mens deze graad van rijkdom heeft bereikt, dan heeft hij symbolisch een kredietkaart die overal geldig is. Wie een dergelijk mysterieus kapitaal bezit kan noch als arm, noch als machteloos worden aanzien. Dit wordt beschreven in de volgende regels:
'Hij is macht, waardoor we machtig zijn,
Wij zijn goed bekend, door Zijn Naam of faam,
Wij gaan voorbij de toppen en vervolgen onze weg;
We overwinnen gemakkelijk alle problemen.
We bezitten niets werelds maar hebben absolute rijkdom,
We zijn eervol en respect waardig door Zijn Waardigheid.
We volgen de weg der bezinning, zodat
wat ook bestaat, voor ons een bron is om de Almachtige te kennen.
- Aangemaakt op .