Qurb en Bu'd (nabijheid en verwijdering)
Deze nabijheid omvat elk levend wezen en ding, al het geschapene, gelovige en ongelovige, goede en slechte mensen.
Terwijl deze algemene nabijheid -Gods nabijheid tot de schepping- alles en iedereen omvat, hangt de bijzondere nabijheid af van geloof en kan worden verworven door uit te voeren wat God heeft verordent, bepaald als goed en kwaad. Dit is de bijzondere nabijheid tot de Almachtige van de ontdekkers van het pad der nabijheid. Als zij de gang hebben betreden die naar de eeuwigheid leidt, reiken zij iedere morgen en avond hiernaar toe met een nieuwe diepe dimensie van geloof. Zij zijn inbegrepen in de betekenis van: 'God is bij hen die zich verwijderen van het kwaad in eerbetoon aan God, en die het goede beoefenen.' (S16, A28)
Zij die deze rang hebben bereikt zeggen: 'Zeker, mijn Heer is bij mij en zal mij leiden.' (S26, A62) bij het inademen en: 'Zeker, God is met ons' (S9, A40), bij het uitademen.
In de bijzondere nabijheid, hebben bewustheid van geloof en perfecte goedheid dezelfde waarde en betekenis als licht, als het zien van een ziel in een lichaam. Door het uitvoeren van zowel de verplichte als de bijkomende religieuze plichten met dit bewustzijn krijgt de gelovige vleugels van licht om op te stijgen naar de 'hemelen' van de oneindigheid. De veiligste, meest aanvaardbare en kortste der wegen die naar de nabijheid van God leiden, is het uitvoeren van de verplichte religieuze taken. Iemand kan de échte nabijheid met God verwerven, en de rang van door God de Almachtige te worden bemind, door het uitvoeren van bijkomende religieuze plichten, waarvoor er geen grenzen zijn en zo de dienstbaarheid en de trouw tonen aan God. Een reiziger naar God vindt zichzelf in nieuwe gangen die leiden naar de eeuwigheid op de vleugels van bijkomende plichten en voelt dan de beloning met nieuwe Goddelijke gaven. Daardoor verlangt hij nog meer naar het uitvoeren van de verplichte taken en wordt dan nog ijveriger voor de bijkomende taken. Elke zoeker, die in deze waarheid is ontwaakt, voelt in zijn geweten dat God hem bemint, in verhouding tot zijn liefde voor God. Dit wordt vertolkt in de volgende Hadith Qudsi (een Profetische traditie waarvan de betekenis direct aan God behoort en de woorden door de Profeet worden uitgesproken) die als volgt luidt:
'Mijn dienaar kan niet dicht bij Mij komen door iets anders en Mij meer welgevallig dan het uitvoeren van de verplichte religieuze taken. Nochtans, door bijkomende taken uit te voeren komt hij dichter bij Mij en als hij Mij nabij is, zal Ik zijn ogen zijn om mee te kijken, zijn oren om mee te horen, zijn handen om mee te grijpen, zijn benen om op te lopen.'
Hij wordt geleid om te handelen, door de Goddelijke Wil.
Met andere woorden: de nabijheid verworven door de verplichte taken is een andere benaming van de rang van iemand die door God wordt bemind en zich in het gezelschap van Gods uitverkorenen bevindt. De nabijheid die wordt verworven door de bijkomende daden: dit is de rang van alle daden die een persoon aan God, de Waarheid, toeschrijft. Het is een bijzonder Goddelijk geschenk en eer, zoals uitgesproken in het vers: 'Gij, Gelovigen, sla hen niet neer, want God slaat hen neer. En gij, Mohammed, hebt niet gesmeten als gij smeet. Het was God die smeet.' (S8, A17)
Het is verkeerd om nabijheid trachten te verklaren, want dit is een bijzondere gave van God Door dit toe te schrijven aan het menselijk handelen zonder rekening te houden met de Goddelijke oorsprong, wordt een zware fout begaan. Nabijheid tot Hem ontstaat, als een speciaal geschenk, in Zijn Grootheid en Genade. Verwijdering van Hem is een van de zwakheden en 'duistere kuilen' in ons karakter of aard. In de volgende verzen drukt de schrijver van 'Bostan u Gulistan' (De Tuin en de Rozentuin) treffend uit in Wie de nabijheid ontstaat en in wie de verwijdering blijft:
'De Vriend is dichter bij mij dan ikzelf ben, hoe vreemd, dat ik van Hem ben verwijderd, Wat kan ik zeggen en wat kan ik doen, omdat terwijl Hij bij mij is, ik ver van Hem ben.'
Verwijdering betekent: veraf van God zijn en ten ondergaan. Voor de Sufi's betekent het dat in een eerste stap; de Goddelijke geschenken worden ingehouden en dat de mens van God verwijderd leeft. Daarna is de mens volledig verloren en gaat ten onder tenzij er een bijzonder Geschenk van God komt.
Zoals nabijheid graden heeft mbt. gewone gelovigen, heiligen, de goeden en de rechtvaardigen en zij die naar de nabijheid met God werden gebracht, zo ook heeft verwijdering graden, in een lijn die afdaalt naar Satan die het laagste punt van ondergang vertegenwoordigt.
Nabijheid tot God is een Goddelijke gunst terwijl verwijdering een ontzegging inhoudt. Nochtans kan een mens niet altijd zijn nabijheid tot God of zijn verwijdering van Hem voelen. De grootste gunst van God voor een mens is dat hij hem niet toestaat te voelen welke de bijzondere gunsten voor hem, individueel, zijn. Net zoals een 'heilige' of een 'nabije' niet wordt bekendgemaakt, want dat zou aanleiding tot hoogmoed kunnen zijn en het verlies van de speciale status. Zij die het dichtste bij God zijn, weten dit meestal zelf niet, terwijl iemands onbewustheid of verwijdering van God Almachtig een Goddelijke terechtwijzing is. Er zijn nog steeds sommigen, bedwelmd door liefde voor God, die niet het onderscheid kennen tussen nabijheid en verwijdering, zij zijn niet ongerust over het één en verlangen ook niet naar het ander.
Dit vers van Jami drukt deze bedwelming uit:
'Jami, wees niet bezorgd over nabijheid noch verwijdering, er is noch nabijheid, noch verwijdering. Vereniging noch deling.'
Het is een erkend feit dat verwijdering gruwel oplevert en ontzegging aanduidt. Nochtans zijn er sommigen die huiveren door de winden van ontzag die waaien door de nabijheid en die zichzelf in de greep voelen van Goddelijke Toorn en vernietiging. 'Nabijheid tot de Koning is een brandend vuur' is een uitdrukking om dit weer te geven; nochtans, als nabijheid kan worden vergeleken met de hellingen van het Paradijs, open voor de briesjes van Goddelijke vertrouwdheid en vriendschap, dan kan verwijdering beschouwd worden als de kuil van ontzegging en ondergang.
- Aangemaakt op .