Shawq en Ishtiyaq (vreugdevolle ijver en hunkeren)
Vreugdevolle ijver of shawq ontstaat uit liefde. De genezing van een hart dat brandt in verlangen om de Geliefde te ontmoeten, is de ontmoeting met Hem en shawq is een vleugel van licht die deze ontmoeting mogelijk maakt. Als een minnaar zijn Geliefde vindt, verdwijnt de ijver terwijl het verlangen naar Hem (ishtiyaq) meer en meer toeneemt. Wie naar Hem hunkert, stopt nooit met hunkeren en wenst steeds méér, tenzij hij begunstigd wordt met enkele speciale uitingen van Zijn Essentie. Het is om deze reden dat de prins der Profeten, de grootste der mensen, vzmh, die op elk moment werd uitgerust met een nieuwe straling van kennis en liefde voor God en spiritueel genoegen, zonder ophouden reisde tussen de toppen van liefde, vreugdevolle ijver en verlangen, de gewoonte had om tot Hem te bidden met de woorden: 'O God, ik vraag U om ijver om Uw perfect mooi Gelaat te aanschouwen en U te ontmoeten!' (Nasa'i, Sahw, 62 / Musnad, 5. 191)
In de interpretatie van de volgende Qur'an woorden: 'Zij die geloven zijn sterker in liefde voor God' (S2, A265) merken sommige schriftgeleerden op. Vreugdevolle ijver is gevoeld naar de dingen die gedeeltelijk waarneembaar en gedeeltelijk onbegrijpelijk zijn. Het wordt gevoeld naar de dingen die niet helemaal begrijpelijk, noch helemaal onbegrijpelijk zijn. Een mens voelt geen aantrekking naar wat hij nooit heeft gezien noch gehoord en ook niets van weet. Hij is evenmin geïnteresseerd in wat hij helemaal begrijpt of waarneemt.
De ijver en hunkering kunnen in 2 categorieën worden onderverdeeld:
De eerste wordt geproduceerd door de scheiding van de Geliefde na de ontmoeting en de aanschouwing van Hem. De zuchten die de fluit van Mawlana Djalal al-Din Rumi uitte en de krakende pijnlijke geluiden die Yunus Emre toeschreef aan het draaiende waterrad, zijn het gekreun dat ontstaat uit de scheiding van de Geliefde na de vereniging in de voorbije eeuwigheid. Dit gekreun zal verder gaan tot de uiteindelijke vereniging of ontmoeting met Hem.
(Mawlana stelde dat het geluid van een fluit kreunend is omdat het de scheiding uitdrukt met het rietveld, zijn thuis. Yunus Emre, een Turkse volksdichter uit de 13e eeuw, beweerde dat het waterrad kreunt bij het draaien omdat het gescheiden is van het bos waaruit het komt. Symbolisch herinneren beide de mens aan zijn scheiding met de Eeuwige Geliefde na de vereniging met Hem, in de voorbije eeuwigheid.)
De oorspronkelijke verzen uit Rumi's Mathnawi zijn:
Hoor van de fluit, want het vertelt wat het is overkomen,
Het klaagt over scheiding,
Ik zoek een borst 'holte' omwille van de scheiding,
Zodat ik mijn last kan afwerpen van de ijver naar vereniging.
De tweede soort hunkering is dat een minnaar zijn Geliefde van achter een sluier ziet komen zonder Hem volledig te kunnen omvatten. Hij voelt Zijn aanwezigheid maar kan Hem niet zien. Hij steekt zijn vinger in de honing der liefde maar mag geen stap verder zetten. Omdat hij door dorst wordt verteerd, roept hij: 'Ik verga van de dorst, geef mij wat water!' maar hij krijgt geen antwoord.
De geest van de man beschouwd Hem in een bijeenkomst in de voorbije eeuwigheid waar God alle mensen deed getuigen van hun eigen bestaan. God zegde: 'Ben Ik niet Uw Heer?' En zij antwoordden: 'Ja, waarlijk, Wij getuigen!
Dit is een verwijzing naar het Qur'an Vers S7, A172 . 'Herinnert U wanneer uw God U naar voor bracht van de kinderen van Adam, uit hun lendenen, hun zaad en hen getuigenis deden afleggen van zichzelf door hen te laten zeggen: 'Ben ik niet uw Heer? waarop zij antwoordden: Ja waarlijk, Gij zijt onze Heer. Dit gebeurde om op de dag de Verrijzenis niet te kunnen zeggen: hier hadden wij geen kennis van.'
Na deze bijeenkomst werd de mens geworpen in de smarten van een tijdelijke scheiding. Dit gebeurde omdat de menselijke natuur dit noodzakelijk maakte ofwel omdat de mens moet getest worden op het geloof in Hem zonder Hem te zien. Daarom droomt de mens steeds van Hem en brandt van verlangen om met Hem te worden verenigd. Belangrijker nog dan dit verlangen, is het verlangen van het Meest Heilige Wezen zelf naar zuivere, onschuldige en niet-misleidde zielen op een manier die past voor Zijn essentiële onafhankelijkheid van al het zijnde. Deze Goddelijke ingesteldheid kan de echte bron zijn van het verlangen in de harten van de mensen.
IJver is naar de Geliefde gericht met alle inwendige en uitwendige gevoelens en sluit zichzelf af van alle smaken behalve die gevoeld worden in de ontmoeting met Hem. Het hunkeren betekent het overvloeiend verlangen en wensen, verbonden met Hem. Zowel ijver als hunkering zijn bronnen die de geest voeden. Beide zijn pijnlijk maar opwindend, onrustwekkend maar veelbelovend.
Er is niemand tussen de mensen die gelukkiger is dan hij die brandt van liefde en kreunt van ijver, en tegelijk meer onrust voelt. Zo iemand wordt zo engelachtig als hij in vervoering is door de gedachte en de hoop van een ontmoeting met God, dat hij het Paradijs niet zou wensen binnen te gaan indien het hem op dat moment werd aangeboden. Inwendig brandt hij met de pijnen de scheiding, zo sterk dat zelfs de wateren van het Paradijs het vuur in zijn hart niet kunnen doven van zijn ijver om de Vriend te ontmoeten. Hij uit kreten, die te vergelijken zijn met de kreten van hen die in de Hel zijn geworpen, om van het Hellevuur te worden gered.
De mensen die door het wereldse zijn opgeslorpt kunnen onmogelijk deze ijver kennen noch de toestand van de ijveraars. Mensen die ijveren voelen zich verbaasd hoe 'wereldse' mensen zich druk maken over hun wereldse zaken en genoegens. Hun verbazing is zeer natuurlijk, want God Almachtig sprak tot de Profeet David, vzmh,: 'O David! Indien zij die liefde en neiging tot de wereld vertonen, wisten hoeveel ik om hen gaf, en wenste dat zij weerstand zouden bieden aan zonden, hoe zeer Ik verwacht van mensen te ontmoeten, dan zouden zij sterven aan de ijver om Mij te ontmoeten.' (Qushayri, al-Risala, 332).
Als de ijver om God te ontmoeten het wezen van een minnaar binnendringt, vloeit hij over met de gevoelens van pijn en vreugde en roept:
'De ijver nam mij in beslag, ijver verbrandde mij,
De ijver is tussen mijn ogen en de slaap gekomen.
De ijver heeft mij ingenomen, ijver heeft mij verrijkt.
De ijver heeft mij overvallen, ijver heeft mij met ontzag geslagen.'
Deze graad van ijver doet de minnaar soms opstaan en ronddansen of draaien. De minnaar moet hiervoor worden verontschuldigd, daar hij de spirituele toestand waarin hij zich bevind, niet kan weerstaan.
Zeg tot hem die een man in extase wil verhinderen van in extase te gaan:
'Gij hebt de wijn der liefde niet samen met ons geproefd, dus verlaat ons!'Als zielen overvloeien met de ijver om de Geliefde te ontmoeten, weet dan, gij onwetende in de geestelijke vervoering, dat lichamen beginnen te dansen;O gids die minnaars aanspoort, sta op en beweeg ons, met de naam van de Geliefde en adem leven in ons.
IJver betekent steeds hoopvol te zijn en de dienst verder te zetten zonder energie te verliezen of de geest kwijt te raken. Dit is de weg die vandaag de voorkeur geniet om de Qur'an en het geloof te dienen. Deze weg is gebaseerd op het erkennen van de eigen armoede en machteloosheid tegenover Gods Overvloed en Macht. IJver betekent ook dankbaarheid om de zekerheid dat er een aspect van de Goddelijke genade is zelfs in de meest ongunstige en beangstigende omstandigheden en dat het past om op Gods hulp en overwinning te betrouwen, wat er ook gebeurd.
- Aangemaakt op .