Sofi-Sufisme
‘Sofi’ is een uitdrukking die gebruikt wordt door de volgelingen van ‘Tasawwuf’, vooral diegenen die Perzisch en Turks spreken. Volgens sommigen is 'Sufi' de uitdrukking. Ik denk dat het verschil te maken heeft met de verschillende ideeën over de oorsprong van het woord.
Als je de oorsprong bij 'sof' (wol), 'safa' (spirituele verlichting, geestdrift), of 'safwat' (zuiverheid) plaatst, geef je de voorkeur aan ‘Sofi’. Ook het Griekse woord 'sophos' (wijsheid) duidt op ‘Sofi’. Wie stelt dat de oorsprong 'suffa' (kamer) is en benadrukt dat verwarring moet worden voorkomen met 'sofu' of religieuze ijveraar, gebruikt het woord 'sufi'.
De term ‘Sofi’ is op verschillende manieren gedefinieerd, enkele daarvan zijn :
- Een sofi is een reiziger naar God die op verschillede manieren zijn ego heeft gezuiverd en innerlijk licht of spirituele verlichting heeft verkregen.
- Een sofi is een nederige soldaat van God die door de Almachtige is gekozen voor Zichzelf en werd bevrijd van de invloed van zijn lichamelijke zondige zelf.
- Een sofi is een reiziger naar de Mohammedaanse Waarheid (al Haqiqa Mohammediyya, opm. van vertaler) die een ruw-wollen opperkleed draagt, niet om op te vallen maar als een teken van nederigheid en beperktheid. Deze sofi wijst de wereld af als een bron van kwaad en dierlijke lusten. Als dragers van zo'n opperkleed worden zij Mutasawwif genoemd om hun toestand en hun geloof, levenswijze en gedrag te benadrukken. Deze kledij is altijd het kenmerk der Profeten geweest. Hun volgelingen en de eerlijke gelovigen droegen altijd een ruw-wollen mantel.
- Een sofi is een reiziger naar de bergtop van ware menselijkheid die vrij is geworden van lichamelijke grillen en alle soorten menselijk vuil om zijn essentiële, hemelse identiteit en natuur te bereiken.
- Een sofi is een man der geest die deze benaming verdient omdat hij op de mensen van de Suffa tracht te lijken: de arme, studerende Gezellen van de Profeet die leefden in de kamer die grensde aan de Moskee van de Profeet. De sofi wijdt zijn leven aan het verdienen van zijn naam.
Sommigen denken dat ‘Sofi’ is afgeleid van 'saf' (zuiver). Alhoewel hun prijzenswaardige inspanningen om God te behagen en voortdurend te dienen, met hun harten naar God gericht, volstaan om hen de 'zuiveren' te noemen, is de vermelde afleiding grammaticaal niet correct.
De afleiding van ‘Sofi’ van het Griekse sophia of sophos (wijsheid) is volgens mij een idee van vreemde onderzoekers die een vreemde oorsprong voor ‘Tasawwuf’ willen.
De eerste genoemde ‘Sofi’ uit de Moslimgeschiedenis is Abu Hashim al-Kufi, een grote asceet uit zijn tijd. Hij stierf in AH 150 wat betekent dat het woord ‘Sofi’ gebruikt werd in de 2e eeuw der hijra na de generatie der Gezellen en hun gezegende opvolgers. Zijn 'sufisme' leek een pad te zijn van spirituele mensen in de voetstappen van onze Profeet, vzmh, en de levenswijze van zijn Gezellen.
Daarom wordt Sufisme steeds beschouwd als de spirituele dimensie van de Islamitische levenswijze. Met betrekking tot de originele doelstelling, heeft Sufisme steeds getracht om de mensen op te voeden tot gerichtheid naar God en Liefde voor Hem. Goede moraliteit en voornaam gedrag in de voetstappen der Profeten zijn essentieel. Na een tijd blijken er kleine verschuivingen te hebben plaatsgevonden maar dit mag geen reden zijn om deze weg van spirituele zuiverheid te verwerpen.
Imam Qushayri schrijft over de sufi's:
'De hoogste eretitel in de Islam is Gezel van de Profeet, vzmh’.
Deze eer en zegening is zo groot dat het niet kan verkregen worden behalve door een Gezel.
De tweede hoogste rang in grootheid behoort toe aan de 'Tabi'un'. Dit zijn de gelukkigen die na de Gezellen kwamen en hen hebben gezien. Dan komen de Taba-i Tabi'un: ‘Diegenen die de Tabi'un zagen. Net na de laatste jaren van deze derde generatie, en samenvallend met het uitbreken van enkele interne conflicten en afwijkingen in het geloof, komen de Sufi's. Samen met de Traditionisten, wetgeleerden en theologen verleenden zij een grote dienst aan de Islam door de spirituele aspecten te doen herleven.'
Vooral de eerste Sufi's waren geëerde, heilige mensen. Zij leefden eerlijk, eenvoudig en streng, ver van alle slechte dingen. Zij zochten geen lichamelijk comfort en vervulling van vleselijke lusten en volgden het voorbeeld van de Profeet, onze meester, vzmh. Hun levenswijze was zo uitzonderlijk goed, dat het niet mogelijk is om hen slechts te beschouwen als volgelingen van oude filosofen, christelijke mystici of Indische Fakirs.
Want op de eerste plaats werd ‘Tasawwuf’ door de eerste volgelingen als de wetenschap van de innerlijke wereld van de mens beschouwd, de realiteit der dingen en de mysteries van het bestaan. Een ‘Sofi’ was een student van deze wetenschap, vastbesloten om het niveau van de universele mens te halen.
‘Tasawwuf’ is een lange reis naar het Oneindige, die oneindige inspanningen vraagt. Een marathon die word gelopen zonder te stoppen, met een beslistheid die nergens voor wijkt en die niets werelds verwacht. Het heeft niets te maken met Westerse of Oosterse mystiek of yoga of filosofie.
Nochtans waren er, vóór het begin der Islam, enkele Hindu's en Griekse filosofen een pad aan het volgen dat naar zelfzuivering leidde. Maar hun pad en ‘Tasawwuf’ waren erg verschillend. Want de Sufi’s beoefenden aanroeping, regelmatige eredienst en volkomen toewijding aan God, zelfcontrole en nederigheid. Zij beoefenden dit tot aan hun dood. De oude filosofen beoefenden geen van deze regels of daden. Hun zelfzuivering, als het zo kan worden genoemd, veroorzaakte meestal verwaandheid en arrogantie eerder dan nederigheid en zelfkritiek.
De Sufi’s kunnen in twee groepen worden ingedeeld, naargelang het pad dat ze volgden:
De eerste groep gaf voorrang aan kennis en zocht, om de bestemming te bereiken, kennis van God (ma’rifa).
De tweede groep volgde het pad van het verlangen, spirituele extase en ontdekkingen.
De eerste groep beleefde een voortdurende reis naar God, maakte vooruitgang 'in' God en vorderde vanuit God op de vleugels der kennis en kennis van God. Zij probeerden de betekenis te realiseren van de uitspraak 'Er is geen kracht of sterkte behalve in God'. Elke verandering, wijziging, formatie of transformatie, die zij in het bestaan vaststelden en elke gebeurtenis die zij ondervonden of waarnamen, was als een begrijpelijke boodschap van de
Heilige Kracht en Wil, op verschillende manieren uitgedrukt.
Wat de tweede categorie betreft, alhoewel zij hun reis en hun onthechting ernstig opnemen, kunnen ze soms aan afwijkingen van het belangrijkste doel lijden en er niet in slagen de Almachtige God te bereiken.Dit komt doordat ze op ontdekkingstocht gaan naar verborgen realiteiten en waarheden, wonderen, spiritueel genot en extase. Alhoewel deze tweede methode gebaseerd is op de Qur'an en de Sunna, kan het sommige ingewijden verleiden tot bepaalde verlangens en verwachtingen zoals het bereiken van een spirituele rang, wonderen verrichten, bekend staan als een heilige enz..... Daarom is het eerste pad, dat leidt tot de grootste heiligheid onder leiding van de Qur'an, veiliger.
De Sufi’s delen mensen in 3 groepen:
De eerste groep zijn de 'perfecten'. Zij hebben het doel bereikt. Zij worden in twee subgroepen verdeeld, namelijk de Profeten en zij die perfectie hebben bereikt door de Profeten te volgen. Sommige van deze volgelingen zijn geen gidsen. In plaats van andere mensen naar de Waarheid te leiden, blijven zij opgeheven of ondergedompeld in de golven van de 'oceaan der ontmoeting met God en verbijstering'. Hun banden met de zichtbare materiële wereld zijn ernstig verstoord en daarom zijn zij niet in staat om anderen te leiden.
De tweede groep zijn de 'ingewijden' en zijn ook in twee subgroepen ingedeeld. De eerste subgroep wijst de wereld helemaal af en zoekt slechts de Almacht zonder rekening te houden met het Hiernamaals. De tweede subgroep zijn de ingewijden die het Paradijs wensen binnen te gaan en niet helemaal de toegestane genoegens der wereld willen laten. Zij worden met verschillende titels benoemd zoals de onthechtten, de aanbidders, de armen of de hulpelozen.
De derde groep wordt door de Sufi’s de 'gevestigden' of de 'aanklampenden' genoemd. Zij willen slechts een gemakkelijk, comfortabel leven leiden in deze wereld en zijn sterk aan de wereld gehecht. Zij zijn slechte, ongelukkige wezens die behoren tot wat de Qur'an de 'groep aan de linkerkant' noemt, de 'blinden en doven' die niet begrijpen.
Soms worden deze drie groepen ook de Vooraanstaanden, de groep van de rechterkant en de groep van de linkerkant, genoemd.
- Aangemaakt op .