Taqwa (Vroomheid)
Behalve de letterlijke en technische betekenissen in religieuze boeken, kunnen we de betekenissen van 'taqwa' en vrees door elkaar gebruiken.
In feite is taqwa een veelomvattende term. Het betekent dat een gelovige de voorschriften der Shari'a strikt volgt. Ook de goddelijke wetten van natuur en leven en zo beschutting zoekt in God tegen Diens straffen. Hij ziet af van daden die in het Hellevuur zullen leiden en verricht wat naar het Paradijs leidt. Opnieuw zuivert hij alle inwendige en uitwendige zintuigen van alle soorten 'partners' naast God en vermijdt van ongelovigen na te bootsen in hun wereldvisie en levensstijl.
In zijn omvattende betekenis, is taqwa de enige en grootste maatstaf van iemands adel en waarde. Het volgende vers wijst hierop: 'De nobelste, de meest waardevolle van jullie, in Gods ogen is de meest gevorderde in Taqwa' (S49, A13)
Het is niet mogelijk om in een ander boek dan de heilige Qur'an en in enig ander systeem dan Islam, een woord zoals taqwa te vinden. Dit heeft een dergelijke omvattende betekenis, spiritueel zowel als materieel, dat de wortels zich in deze wereld bevinden en de bladeren, takken, bloemen en vruchten tot het Hiernamaals behoren. Betreffende de betekenis en de inhoud, is taqwa zo een fascinerend en wonderlijk woord dat de Qur'an niet kan worden begrepen zonder taqwa te beschouwen, evenmin zonder de deugd ervan te bereiken: muttaqi, vroom te zijn. Dit kan alleen door de Qur'an in het dagelijks leven te volgen. In het begin zelf opent de Qur'an de deur naar de vrome, zeggend: 'Dit is het Boek waarin en waarrond er geen twijfel mogelijk is, een gids voor de vromen '(S2 ,A2) Het Boek roept mensen op om te leven in overeenstemming hiermee zodat zij zich vromen kunnen noemen en zegt: 'O mensen, eert uw Heer, Die U geschapen heeft en zij die U voorafgingen, zodat gij vroom moogt zijn en uzelf beschermt tegen Gods straf.' (S2, A21)
De meest liefhebbende daad tegenover God is vroomheid (taqwa) en Zijn zuiverste dienaren zijn de vromen. De zuiverste boodschap aan de vromen in naam der vroomheid is de Qur'an van ongeëvenaarde uitdrukkingen. De zuiveren worden hier van de Qur'an voorzien en in het Hiernamaals met Gods aanschouwen en Zijn welgevallen. Het genot dat in het bewustzijn en geest wordt gevoelt is ook een gave van vroomheid. Om onze geesten te herinneren aan het belang van vroomheid, schrijft de Almachtige voor: 'Vrees God en weest toegewijd aan Hem zoals Hij uw vrees en toewijding verdient.' (S3, A102).
Door vroomheid is een mens gered van het allerlaagste en vordert op het pad van het allerhoogste. Deze vroomheid betekent het uitvoeren van al het goede en trachten af te zien van al het kwade. Daarom kan worden gezegd dat een vrome de bron van al het goede en al de zegeningen heeft bereikt. De volgende verzen uit de 'Gushan al-Tawhid' (Rozentuin van het Geloof in Goddelijke Eenheid) zijn een bijkomend bewijs van deze feiten:
'Aan wie God ook Religie en vroomheid heeft gegeven, die heeft zijn doel bereikt in deze wereld en de volgende
Wie ook een soldaat van God is en vroom, die leeft in welstand en goede leiding, geen afgeweken pad,
Wie niets met vroomheid te maken heeft, die leeft een schandelijk en laag bestaan.
In wie de waarheid dood is, die leeft niet echt alleen wie de weg naar God vond, kent het leven.
Vroomheid is een ongelofelijke schat of het onschatbare juweel in een schat die rijk is aan kostbare stenen. Het is een mysterieuze sleutel naar alle poorten van het goede en een rijdier op de weg naar het Paradijs. Omwille van de zeer hoge waarde, komt vroomheid, tussen de andere leven gevende uitdrukkingen der Qur'an, 150 maal voor, zoals lichtstralen die onze geest en verstand verlichten.
In zijn beperkte betekenis is taqwa gekend door iedereen; het betekent zorgvuldigheid in het vervullen van de Shari'a voorschriften en afzien van de daden waardoor we de Goddelijke beloning verliezen en de straf over ons uitroepen. Het vers: 'Zij die afzien van grote zonden en schandelijke daden' (S42, A37) drukt één der twee aspecten van vroomheid uit en: 'Zij die geloven en goede werken doen' (S10, A9) drukt een ander uit. Strikte uitvoering van de verplichte religieuze taken en afzien van grote zonden zijn de twee essentiële en aanvullende fundamenten van taqwa. De kleine zonden, die in de Qur'an 'lamam' worden genoemd, daar zijn vele Profetische uitspraken over, zoals: 'Een dienaar kan niet echt vroom zijn tenzij hij afziet van sommige toegestane dingen omdat ze risico's meebrengen' ( Tirmidhi, Qiyama, 19,/ Ibn Maja, Zuhd,24). Dit waarschuwt de mensen om voorzichtig te zijn met sommige dingen.
Perfecte eerlijkheid of zuivere bedoelingen kunnen bereikt worden door alle tekens te vermijden van het toewijzen van gelijken aan God. Perfecte vroomheid kan worden bereikt door af te zien van alle twijfelachtige en gevaarlijke daden. In overeenstemming met het Profetisch gezegde: 'Het verplichtte en het verbodene zijn duidelijk. Hiertussen zijn er dingen waarvan de meeste mensen niet weten of het verboden of toegestaan is' hangt een waarlijk eerlijk en spiritueel leven af van gevoeligheid over twijfelachtige dingen. De Hadith (Traditie) die zojuist werd vermeld duidt aan dat de Wetgever der Shari'a duidelijk heeft uitgelegd wat is toegestaan en verboden. Nochtans zijn er vele zaken waarvan de meeste mensen niet weten of ze zijn toegestaan dan wel verboden. Alleen zij die van twijfelachtige dingen verwijderd blijven, kunnen een echt religieus leven leiden. Door een vergelijking toe te passen in de zin der Traditie, zegt de prins van twee werelden, vzmh,: 'Het is mogelijk voor iemand die twijfelachtige dingen doet, om verboden daden te begaan, zoals de kudde van een herder die naast andermans veld graast, dat veld kan binnengaan. Weet dat iedere koning eigen grond onder zijn hoede heeft. De eigen grond van God zijn de verboden dingen. Weet ook dat er een deel vlees is in het lichaam. Als het gezond is, is het lichaam gezond. Als het zwak is dan zal het lichaam zwak worden. Dit deel is het hart.’ (Bukhari, Iman, 39 / Muslim, Musaqat, 1O7, 1O8).
In het licht van deze basisregel voor een gezond spiritueel leven, kan een perfecte vroomheid worden bereikt door afstand te houden van twijfelachtige zaken en geen kleine misstappen te begaan. Om dit te kunnen uitvoeren moet de gelovige weten wat is toegestaan en verboden en een zekere kennis van God bezitten. We vinden de combinatie van vroomheid en kennis in de volgende twee Qur'an verzen: '…De nobelste, meest geëerde van jullie, in de ogen van God, is de verst gevorderde in vroomheid.' (S49, A13); ‘Alleen de geleerde tussen Zijn dienaars vrezen en eren God’ (S35, A28) Vroomheid brengt eer en adel, kennis leidt tot vrees en verering van God. Zij die vroomheid en kennis in hun harten combineren worden in de Qur'an vermeld als degenen die slagen in de test van vroomheid: 'Zij zijn degenen wiens harten God op vroomheid heeft getest.' (S49, A3)
Met betrekking tot eredienst en gehoorzaamheid betekent vroomheid : zuiverheid van hart, spirituele diepte en eerlijkheid. Met betrekking tot het afwijzen van het onwettelijke, betekent het vastbeslotenheid om geen zonden te begaan en geen twijfelachtige daden te stellen. Hierdoor kan elk van de volgende regels beschouwd worden als een aspect van vroomheid:
- Een dienaar moet alleen Gods goedkeuring en instemming zoeken en het hart niet richten op iets buiten God.
- De dienaar moet elke regel der Shari'a volgen
- Hij moet alles uitvoeren wat noodzakelijk is voor het bereiken van een doel en overtuigd zijn dat alleen God voor het resultaat kan zorgen. Daarom moet hij denken en handelen : noch als een fatalist die verwaarloost om de noodzakelijke stappen te zetten om een doel te bereiken en niet de nodige maatregelen tegen mislukking neemt, noch als een 'Mu'tazili' : een pure rationalist en positivist die alle menselijke daden en prestaties aan de mens zelf toewijst en God in deze daden verwerpt.
- Hij moet waakzaam zijn voor alles wat hem van God kan verwijderen.
- Hij moet ook waakzaam zijn tegenover het vleselijk genot dat hem ertoe kan leiden verboden dingen te doen.
- Hij moet aan God alle 'eigen' materiële en spirituele prestaties opdragen.
- Hij moet zichzelf niet als beter en hoger dan een ander beschouwen.
- Hij moet niets anders nastreven als God en Gods goedkeuring.
- Hij moet de gids van allen volgen, vzmh, zonder voorwaarde te stellen of terughoudendheid.
- Hij moet zichzelf vernieuwen en voortdurend zijn spirituele leven controleren door Gods daden te bestuderen een te beschouwen en Zijn wetten van natuur en leven.
- Hij mag nooit de dood vergeten en bewust van sterfelijkheid, leven.
Als besluit: 'taqwa' is een hemels levenswater en een 'muttaqi' (vrome) is een gelukkige die het heeft gevonden. Er zijn weinigen die deze zegening hebben kunnen bereiken.
Een dichter zegt: 'God Almachtig zegt: 'De grootste onder U zijn de vromen'. De laatste rustplaats van de vromen is het Paradijs en de Paradijselijke drank 'kawthar'.
O God, sluit ons allen in uw verzameling van vrome dienaren, eerlijk gemaakt door hun religieuze daden.
- Aangemaakt op .