Argumenten Voor De Verrijzenis
Universele wijsheid bewijst de verrijzenis
God is absoluut vrij in Zijn daden. Hij doet wat Hij wil en niemand kan Hem ter verantwoording roepen voor wat hij doet. Nochtans is Hij de Al-Wijze en handelt met absolute doelgerichtheid en wijsheid. Hij verricht nooit iets doelloos of onbeduidends en mislukt nooit in Zijn onderneming.
Als een mens naar zichzelf kijkt en verwonderd is over de eigen natuur, de eigen lichamelijke en spirituele identiteit en structuur, als hij zijn lichaam bestudeerd, alle delen tot in de kleinste cellen: dan zal hij zien dat hij geschapen is om bepaalde belangrijke doelstellingen te verwezenlijken. Er is zelfs niet één nutteloos atoom in zijn structuur. Zoals de mens, het normo-universum toont ook het heelal, het macro-universum of macromenselijk wezen, grote doelstellingen aan en ontelbare voorbeelden van wijsheid in alle samenstellende delen. Nergens is er een betekenisloos of nutteloos ding, zelfs maar zo klein als een mugvleugel.
De mens heeft een unieke plaats binnen de schepping. Van alles war er in het universum bestaat, heeft god een aspect in de schepping van de mens gelegd. Met zijn mentale en spirituele vermogens vertegenwoordigt hij de engelachtige en andere spirituele werelden zoals de wereld der symbolen of immateriële vormen. Bovendien, door zijn deugd of zijn ingeboren vermogen om te leren en zijn gekregen, vrije wil heeft hij de mogelijkheid om zelfs de engelen te overtreffen. In zijn lichamelijk of biologisch wezen, vertegenwoordigt hij de planten en de dieren. Alhoewel beperkt in tijd en ruimte, kan hij deze overschrijden door zijn spirituele mogelijkheden en de kracht van zijn verbeelding. Ondanks het onovertroffen statuut van de mens en zijn onvoorstelbare waarden tussen de andere schepsels, sterven sommige mensen jong en anderen zelfs bij de geboorte. Bovendien verlangt de mens naar de eeuwigheid en een eeuwig leven. Sommigen van zijn zintuigen of gevoelens zijn met niets minder tevreden. Als hij de vrije keuze zou krijgen tussen een eeuwig leven met zware beproevingen en het eeuwige niet-bestaan na een kort en luxueus leven, dan zouden de meeste mensen waarschijnlijk de eerste mogelijkheid kiezen. Waarschijnlijk zelfs eerder het eeuwige leven in de Hel boven het eeuwige niet-bestaan. God, de Al-Genadevolle en Al-Wijze, heeft de mens niet tot eeuwig niet-bestaan veroordeelt. Evenmin gaf Hij hem het verlangen naar eeuwigheid zodat hij het verdriet, diep in zijn hart, zou voelen van dit eeuwige leven niet te kunnen bereiken. Daarom vergt de Goddelijke Wijsheid dat er een eeuwige wereld bestaat waar de mens eeuwig zal leven.
De wereld is niet genoeg om de waarde van de mens juist te beoordelen. Alhoewel hij lichamelijk klein is, omvat hij het volledige universum met zijn verbeelding en spirituele capaciteiten. Zijn daden zijn niet alleen verbonden met de materiële wereld en kunnen niet beperkt worden in tijd en ruimte. De menselijke natuur is zo universeel dat zelfs de daden van de eerste mens een invloed hebben op het leven en het karakter van de laatste mens en op de hele mensheid. Om de betekenis van de mens te beperken, zoals de materialisten doen, tot een fysisch geheel en een zéér beperkte tijd en ruimte, is de ergste onbeschaamdheid en het ergste misprijzen tegenover de mens. De maatstaven van deze wereld kunnen niet de intellectuele en spirituele waarde meten van de Profeten en hun verwezenlijkingen en evenmin de omvang berekenen van de vernielingen en de tragedies die werden veroorzaakt door wereldberuchte individuen zoals Farao, Nero, Hitler, Stalin en andere, soortgelijke figuren. De maatstaven van deze wereld kunnen niet de echte waarde meten van eerlijk geloof en morele kwaliteiten. Waarmee zoudt gij zelfs een martelaar belonen, die zichzelf heeft opgeofferd, zijn eigen wereld, voor de zaak van God, van anderen of voor enkele universele menselijke waarden zoals rechtvaardigheid en eerlijkheid? Waarmee kan een gelovige wetenschapper worden beloond die zichzelf heeft gewijd aan de dienst der mensheid en een uitvinding heeft gedaan waar iedereen het voordeel kan van genieten tot aan de Laatste Dag? Alleen met de maatstaven van de andere wereld kunnen deze daden worden ingeschat. Want deze 'weegschalen' meten zelfs het kleinste atoom aan goede daden, zowel als het kleinste atoom aan slechte daden.
'Wij hebben een juiste balans kaargemaakt voor de Oordeelsdag. Daarom zal geen ziel onjuist worden behandeld. Zelfs alhoewel een daad als een mosterdzaad zo licht zakl zijn, dan nog wordt het naar voor gebracht om te worden gewogen. En Ons oordeel zal zeker volstaan.' (al-Anbiya', S21, A47)
Zelfs al zou de Verrijzenis geen enkel ander doel hebben, dan de daden van de mensen te wegen, dan nog zou het nodig zijn van een oneindig fijne en juiste balans in dienst te nemen.
God is niet verplicht om iets te doen. Hij doet wat hij wil en hoe Hij het wil. nochtans, uitgaande van het onloochenbare feit dat, wàt Hij ook doet, het voor bepaalde doelstellingen gebeurt, kunnen we concluderen dat Zijn universele Wijsheid de Verrijzenis noodzakelijk maakt. Is het begrijpelijk dat het Grootse Wezen, Die getuigt van de Heerschappij van Zijn Gezag in de orde, doelmatigheid, rechtvaardigheid en evenwicht die in het universum heersen, zijn gunsten niet zou tonen aan gelovigen die de bescherming zoeken van Zijn Wezen, hun Heer en Heerser, die in Zijn wisheid geloven, Zijn Rechtvaardigheid en handelen in overeenstemming met Zijn verzoek om aanbidding? Nogmaals, is het begrijpelijk dat Hij niet de onbeschaamde zou straffen die Zijn Wijsheid en Rechtvaardigheid zouden miskennen en zich tegen Hem keren in opstandige brutaliteit? Zeker, omdat in deze onvolmaakte wereld nog geen duizendste deel van zijn Wijsheid en Rechtvaardigheid gevestigd zijn voor de mens, is het zeker dat zij doorverwezen worden. Want de meeste der misleiden verlaten deze wereld ongestraft en de meeste rechtvaardigen sterven zonder beloning. Deze zaken zullen zeker worden doorverwezen naar een opperste rechtbank, een uiterste genoegdoening.
Het is duidelijk dat de Ene Die deze wereld beheert, dit doet in overeenstemming met een oneindige wijsheid. Hebt gij daar een bewijs voor nodig? Het bewijs ligt in de manier waarop het gebruik en het nut in alle dingen is verduidelijkt. Hebt gij dan niet gezien hoeveel wijze doelstellingen gediend zijn door elke ledemaat en elk been in de mens, elke ader, elke hersencel, elk deeltje van elke cel in zijn lichaam? Inderdaad, de wijze doelstellingen zijn even talrijk als de vruchten van een boom. Dit bevestigt dat alles is geregeld in overeenstemming met oneindige wijsheid. Een bijkomend bewijs is de absolute ordelijkheid in het uitwerken van alle dingen. Samengevat: er zijn universele doelen voor het aardse bestaan van de mens. Zoals in de Qur'an werd verklaard: 'Hebt gij er rekening mee gehouden dat Wij u zonder doel zouden geschapen hebben en dat gij niet naar Ons zoudt terugkeren? Dus is God verheven, Hij schept niet doelloos. Hij is de Heerser, de Waarheid, er is geen god behalve Hij, de Heer van de Nobele Troon.' (Al-Mu'minun, S23, A115-116) De mens werd niet geschapen slechts voor spel of sport. Het graf, eeuwig niet-bestaan, is niet het doel van het leven. Hij werd geschapen voor een ander, eeuwig leven, waar al zijn daden hem zullen voorbereiden op een uitgestrekte eeuwige wereld, vol van ofwel eeuwige schoonheden en zegeningen of kwaad en verdorvenheid.
Goddelijke Genade en Mildheid hebben de Verrijzenis nodig
We zien in de wereld dat de meest behoeftige en hulpeloze der schepsels ook de bestgevoede zijn. Bijvoorbeeld gedurende de eerste periode van het leven, wordt een menselijk wezen gevoed op de beste manier en zonder eigen inspanningen, onmiddellijk voor en na de geboorte. Als de mens dan opgroeit, bewust van zijn persoonlijke kracht en wilskracht, begint hij zelf, met veel moeite, te voorzien in zijn behoeften om zijn leven te onderhouden.
Op de zelfde manier steunen dieren zoals wolven en vossen op hun eigen kracht en sluwheid. Toch zijn ze nauwelijks gevoed ondanks hun inspanningen en moeite. Een fruitworm daarentegen leeft op een gemakkelijke manier op het beste voedsel. Planten zijn schepsels die niet kunnen bewegen, zij nemen zonder moeite hun klaargemaakt voedsel op. Al deze voorbeelden, samen met vele anderen, tonen duidelijk aan dat er Ene is, absoluut Genadevol en Voorzienend, Die over alle schepselen heest, hen onderhoudt en steunt.
God is eeuwig en Zijn Genade en Voorziening zijn dat ook. Een Eeuwige Ene uit Zichzelf eeuwig en maakt het bestaan van eeuwige wezens nodig. Zijn eeuwige Genade en Voorziening vragen eeuwige uiting en dus ook eeuwige wezens op wie Hij Zijn gunsten eeuwig laat neerdalen. Nochtans is de huidige materiële wereld gedoemd om te verdwijnen. Elke dag sterven er miljoenen levende wezens, vele levens worden uitgedoofd. Dit is een voorteken voor de uiteindelijke, algemene dood van de wereld. Boven dien kan de materiële wereld de uitingen van de Goddelijke Namen en Kenmerken in hun volledigheid niet ontvangen. Levende wezens moeten ook veel moeite doen en zich doorheen vele ontberingen vechten om te kunnen overleven. Vooral voor menselijke wezens, is het onmogelijk dat aan al hun verlangens en wensen wordt voldaan. Kwaliteiten zoals jeugd, schoonheid en kracht die het hart van de mens vullen, verlaten hem zonder zelfs afscheid te hebben genomen. Ze laten grote smarten achter en bezorgen hem verdriet. Bovendien voor, bijvoorbeeld, een tros druiven te verkrijgen, moet de mens bepaalde inspanningen leveren. Nogmaals, het zou zeken een pijnlijke zaak zijn, zelfs een vernedering en een spot om het eeuwige voeden te stoppen voor de hongerige die er eerst van hebben geproefd. Want een zegening is pas écht, als die blijvend is. Zonder een eeuwig leven waarin de mens in staat zal zijn om in al zijn behoeften blijvend te voorzien, zijn al de gaven en de zegeningen die God Almachtig over de mens doet neerdalen, gedoemd om in pijn en verdriet te eindigen. Daarom zal God, na de totale vernietiging van deze wereld, een nieuwe wereld scheppen die geschikt zal zijn om de uitingen van Zijn Genade en Zijn Voorziening te ontvangen, zonder enige hindernis. Aan alle menselijke verlangens zal daarin eeuwig worden voldaan.
Goddelijke Zorgzaamheid en Goddelijk Medelijden steunen op Verrijzenis
Het is door deze Zorgzaamheid en Medelijden van God dat wonden, gewonde harten en gevoelens worden genezen. Zonder deze Zorgzaamheid en Medelijden kan een wonde niet stoppen met bloeden. Nogmaals: het zijn deze Geschenken waardoor een zieke geneest, waardoor de pijnen der scheiding stoppen en waardoor de pijnen en het verdriet veranderen in vreugde en genot. Dezelfde Zorgzaamheid en Medelijden komen mensen en dieren ter hulp in al hun levensfazen, vooral nét voor en nét na de geboorte. Als embryo's huizen ze in goedbeschermde baarmoeders, waar ze worden gevoed zonder iets ervoor te moeten doen, rechtstreeks vanuit de moederlichamen. Nà de geboorte zenden de Goddelijke Zorgzaamheid en het Goddelijk Medelijden het beste voedsel, in de vorm van borstmelk, dat onmogelijk door iets anders kan worden vervangen. Boven dien zijn al de gevoelens van medelijden en bekommernis, gedeeld door al de vaders en al de moeders, één enkele uiting van Gods Medelijden en Bekommernis.
Deze Zorgzaamheid en Bekommernis van God omvatten het hele universum, maar wij komen in de wereld vele verwondingen tegen en gewonde gevoelens die niet genezen zijn, ook vele ongeneeslijke ziekten. Ontelbare levende wezens lijden honger, dorst en armoede. Zoals in het geval van de Goddelijke Genade en Voorziening, is de materiële wereld evenmin in staat om alle uitingen te ontvangen van de Goddelijke Zorgzaamheid en Medelijden. Vooral de onbekwaamheid van mensen om deze uitingen te ontvangen, samen met de onrechtvaardigheden van velen en het misbruik van hun ingeboren capaciteiten, komen tussen de schepsels en de uitingen van het Medelijden en de Zorgzaamheid van God. Belangrijkste van al: de dood is het lot van alle levende wezens. Niets anders dan het geloof in een andere, eeuwige wereld kan het verdriet stelpen dat in de harten der mensen wordt opgewekt.
Gods Boodschapper, vzmh, zat op een dag in de Moskee als enkele krijgsgevangenen bij hem werden gebracht. Een vrouw die in grote ongerustheid ergens naar keek, trok de aandacht van de Profeet. Als zij een jongetje zag, drukte zij het tegen zich en liet het dan weer los. Zij was blijkbaar naar haar zoontje aan het zoeken. Tenslotte vond zij hem, omhelsde hem, drukte hem aan haar borst en streelde hem zeer innig. Dit deed de Boodschapper in tranen uitbarsten en hij vroeg aan enkele Gezellen die bij hem waren, terwijl hij naar de vrouw wees:
'Ziet gij die vrouw? Zou zij het kind in haar armen in de Hel werpen?' 'Neen!' antwoordden de Gezellen, en de Boodschapper, vzmh, voegde daar aan toe: 'God is veel méér Mededogend dan die vrouw. Hij smijt zijn dienaren niet in de Hel, tenzij zij dit absoluut verdienen.' (Bukhari, Adhab, 18 / Muslim, Tawba, 22)
De andere wereld is de wereld waarin Gods Medelijden en Zorgzaamheid zich helemaal zullen uiten zonder een tussenstap of zonder pijn en smart toe te staan.
Goddelijke Rechtvaardigheid en Eer steunen op de Verrijzenis
Gods Namen en Kenmerken zijn allen absoluut en eeuwig. Zoals Hij absoluut en eeuwig Genadevol, Begrijpend en Vergevend is, zo is Hij nogmaals absoluut en eeuwig Machtig, Juist en Waardig. Alhoewel Zijn Genade alle dingen omvat, (al-A'raf, S7. A156) en, volgens een Hadith, groter is als Zijn Woede, begaan sommige mensen dergelijk grote misdaden en zonden (zoals ongeloof en het toevoegen van gelijken aan God), dat hun juiste loon alleen de eeuwige straf kan zijn. Boven dien worden er elke dag haast, duizenden onschuldige mensen gedood en nog veel meer onrechtvaardig behandelt en van hun elementaire rechten beroofd. Vele van de ergste misdaden blijven bovendien ongestraft. Dit ondanks de Goddelijke Regel dat wie één menselijk wezen onrechtvaardig doodt, de hele mensheid doodt (al-Ma'ida, S5 A32) en dit in een wereld waar de macht steeds 'gelijk' heeft. De komende dood maakt geen onderscheid tussen de onderdrukten en de onderdrukkers, de onschuldige en de misdadigers, de zondaars en de zondelozen. Dit betekent dat, zoals het geval is in deze wereld waar kleine misdaden worden geoordeeld door lagere rechtbanken terwijl de zware misdaden voor een hoge rechtbank worden gebracht, dergelijke zware misdaden als ongeloof en het erkennen van gelijken naast God, moord en onderdrukking, worden uitgesteld tot een dag dat God deze zal beoordelen met absolute Rechtvaardigheid.
Er zal zeker een dag komen wanneer zij, die God hebben gedankt zoals het god toekomt, worden verwelkomd met: 'Eet en drink tot uw harten verzadigd zijn, als beloning voor wat gij gedaan hebt in lang voorbije dagen.' (al-Haqqa S69, A24) en ook: 'Vrede zij met u! Gij hebt goed gehandeld, kom hier binnen en verblijf hier voor altijd.' (Al- Zumar, S39, A73) Verblijf in een plaats waar: 'God voor hen dingen heeft klaargemaakt die geen oog ooit zag, geen oor ooit hoorde en geen verstand ooit bedacht.' Anderen, die de wereld bezoedelden met het bloed dat ze vergoten en de zonden en de misdaden die zij begingen, zullen in de Hel worden gegooid en nageroepen: 'Ga binnen door de poorten van de Hel en verblijf daar voor altijd, war een vreselijk verblijf voor de hoogmoedige!' (Al-Zumar, S39, A72) (Bukhari, Tawhid, 35; Muslim, Jannah, 2.3.4.5.; Tirmidhi, Jannah, 5)
Goddelijke Gratie en Overvloed steunen op de Verrijzenis
Een heilige vroeg aan Harun al Rashid, één der Abbassiden Kaliefs:
- Als gij wanhopig verlangt naar een glas water, zoudt gij dan uw koninkrijk ervoor opgeven?'
- Ja, dat zou ik doen' was het antwoord.
- Als gij uw ontlasting niet uit uw lichaam kon krijgen, zoudt gij dan uw koninkrijk opgeven om dit wél te kunnen?'
- Ja, dat zou ik doen.' antwoordde Harun nogmaals.Daarop besloot de heilige:
- Dan bestaat heel de overvloed van uw koninkrijk uit dit glas water.'
Wat we ook nodig hebben, we worden ervan voorzien, bijna gratis. Hoe belangrijker voor het leven een ding is, des te overvloediger is het in de natuur aanwezig en des te goedkoper. Wat we het meeste nodig hebben is lucht en die is gratis. Daarna komt water en dit is bijna gratis. God stuurt het ons toe vanuit Zijn oneindige Genade. Wij hebben geen aandeel in of bijdrage tot de vorming ervan. Wat we daarna het meeste nodig hebben zijn hitte en licht; de zon stuurt die naar ons, gratis. Wat de andere overvloedige geschenken betreft, zij zijn erg goedkoop. (Arme mens! Hij is blind voor al deze wonderlijke daden van God en vraagt voor een mirakel te zien om in God te kunnen geloven!) Wat we ook doen om onze noodzakelijke producten te produceren, is alleen een kleine inspanning. Nochtans, indien al deze overvloeden en zegeningen ons niet eeuwig werden gegeven en in een betere gedaante, dan zou de vrees voor de dood hen in vergif veranderen als we een hap, een teug of zelfs maar een molecule ervan tot ons namen.
Dank zij Gods eeuwig Wezen, met al Zijn Namen en Kenmerken, zullen we steeds worden voorzien zonder dat ons wordt gevraagd om enige inspanning te leveren met steeds betere vormen van al de overvloeden die Hij in deze wereld over ons doet neerdalen. Hij verandert Zijn zegeningen niet in pijn omwille van de angst voor de dood en doet de dood de werelden verwisselen: een ontlasting van dit moeilijke bestaan, een uitnodiging tot een eeuwig verblijf dat Hij heeft klaargemaakt voor ons en een mogelijkheid om daar naartoe te gaan.
Goddelijke Schoonheid steunt op de Verrijzenis
Luister naar het zingen van vogels op een lenteochtend of het murmelen van een beekje dat door groene velden of diepe valleien vloeit. Kijk naar de schoonheid van schitterende, groene vlakten en bomen in bloei. Bekijk de zonsopgang en zonsondergang en de volle maan op een wolkenloze, klare nacht. al deze schitterende taferelen samen en nog vele anderen die God aan onze zintuigen toont, zijn slechts één enkele glimp van Gods Absolute en eeuwige Schoonheid die doorheen vele sluiers schijnt. Door dergelijke uitingen van Zijn Schoonheid waar te nemen, waardoor Hij Zich uit, geraken we in vervoering.
Alle zegeningen, die niet eeuwig zijn, laten ondraaglijke pijnen achter in onze harten, als zij verdwijnen. als de lente die voorbij is, volgend jaar niet terug zou komen, dan zouden we daaronder lijden tot we sterven. dus is de échte zegening eeuwigdurend. Daarom toont God , de Eeuwige Schone Ene, ons in de wereld alleen de schaduwen van Zijn Schoonheid om in ons het verlangen op te wekken naar Zijn eeuwige en perfecte uitingen. Bovendien staat Hij ons toe om Hem op een of andere vorm te zien in het Paradijs op een manier die vrij is van elke kwalitatieve of kwantitatieve maatstaf of gestalte.
'Op die dag zullen er schijnen de gezichten zijn, opkijkend naar hun Heer.' (S75, A22-23)
De harmonieuze, wederzijdse relatie tussen dingen en de mens is een aanduiding van de Verrijzenis
Er is een basisrelatie tussen de mens en de buitenwereld. Als de mens geboren wordt, dan vindt hij zichzelf opgenomen in een vriendelijke omgeving. Hij wordt geboren, uitgerust met zintuigen om dingen in de buitenwereld te kunnen waarnemen, zoals moet gebeuren. Bovendien heeft hij gevoelens zoals medelijden, voorzichtigheid, zorgzaamheid en liefde. Er zijn vele dingen in de wereld, de moeite waard om te worden bemind, verzorgd en voorzichtig behandeld. Hij voelt zich hongerig en dorstig, kan hitte of koude voelen. Gelukkig vindt hij alles om al deze ongemakken weg te werken. Zij zijn in een afgewerkte vorm aangeboden ofwel kan hij deze met een kleine inspanning bekomen.
Laat ons een appel als voorbeeld nemen. Met zijn kleur en schoonheid doet deze beroep op onze zin voor schoonheid. Door zijn smaak richt het ons naar onze smaakzin. door de vitaminen die het bevat, voedt het onze lichamen. Ondanks onze behoefte aan de voedingsstoffen zouden we er niet van eten als het lelijk of vies was en dan zouden we onszelf tekort doen.
Dit allemaal samen, én nog vele andere 'natuurlijke' feiten, toont ons duidelijk dar er Ene is Die zowel de mens heeft geschapen en de omgeving op hem heeft voorbereid. Deze Ene heeft onbeperkte Kennis en Macht. Hij kent de mens met al diens behoeften, vermogens en kwaliteiten, zoals Hij de 'natuur' kent tot aan het kleinste bouwsteentje die het atoom, deeltje of quark is.
Als een ander voorbeeld wijzen we op de voortplanting die steunt op wederzijdse liefde en aantrekking tussen geslachten. Indien God, de Ene Die zowel de mens heeft geschapen als het universum voor hem heeft klaargemaakt, niet in de man en de vrouw het gevoel gelegd van liefde en wederzijdse aantrekking en als Hij hen niet het 'loon' der reproductie op voorhand had gegeven in de vorm van seksueel genot, en als Hij in hen geen grote liefde had gelegd, en bekommernis voor hun nakomelingen, dan zou de mensheid zich niet hebben voortgeplant en dan zouden ze uitgestorven zijn, alleen uit de eerste man en vrouw bestaan hebben.
De dood maakt een einde aan alle genot en herleidt alles tot niets, alsof het er nooit is geweest. Indien er geen Verrijzenis zou zijn, dan zou dit leven herleid worden tot een betekenisloos stuk speelgoed dat alleen lijden en pijn achterlaat. Nochtans is deze wereld een kleine schaduw van de andere eeuwige wereld. De overvloeden die God hier op ons heeft doen neerdalen zijn slechts voorbeelden van hun eeuwige, véél betere vorm in de eeuwige wereld. God schenkt dit aan ons om ons aan te sporen van te handelen om al deze geschenken te verdienen. De Qur'an verklaart:
'Geef goed nieuws aan hen die geloven en doe goede werken. Voor hen zal er een Tuin zijn, door rivieren bevloeid. Telkens zij genieten van de vruchten van deze tuin, zullen ze zeggen: Dit is wat we hebben verkregen voordien! Zij zullen hetzelfde opnieuw verkrijgen. en er zullen zuivere vrouwen zijn voor hen en zij zullen daar steeds trouw zijn.' (Al-Baqara, S2, A25)
Bovendien verwijzen alle vreugden, schoonheden, beloningen en momenten van geluk in deze wereld naar hun perfecte en eeuwige vormen in het Paradijs terwijl pijn, straf, en momenten van lelijkheid de tekenen van de Hel zullen zijn. Eigenlijk wil God de andere wereld bouwen uit de verzameling van materialen van deze wereld, die Hij geschikt heeft gemaakt om te worden omgevormd in de grote omwentelingen der Oordeelsdag. Daarom verwijst het verband tussen de dingen in deze wereld en de andere wereld, noodzakelijk naar de Verrijzenis.
Het optekenen en het bewaren van deze wereld steunt op de Verrijzenis
Niets verdwijnt helemaal van deze wereld. Omdat elk menselijk woord en elke menselijke daad kan worden geregistreerd, met bandopnames, enz. om dan te bewaren, waarom zouden we dan niet in staat zijn te begrijpen de woorden en daden van de mensen op een of andere manier vastlegt, zelfs als we niet weten hoe dit precies gebeurt? Vooruitgang in de wetenschappen en de technologie voorzien iedere dag een nieuwe verduidelijking van het Bestaan en Eenheid van God en bevestigen, samen met de Goddelijke oorsprong van de Qur'an, de waarheid van de Islamitische geloofspunten. Dit is in feite wat de Qur'an eeuwen geleden verklaarde:
'We zullen hen Onze tekens tonen in de uitwendige wereld en in zichzelf tot het duidelijk wordt voor hen dat de Qur'an de waarheid is. Voldoet de Heer niet aan al uw wensen, vermits Hij getuige is van al uw daden?' (Fussilat, S41, A53)
Als iemand eerlijk naar de waarheid zoekt en de 'kracht van het zicht' heeft om de waarheid te zien zoals die is, als iemand niet verblind is door vooroordelen, onwetendheid en wereldse doelen en verlangens; dan zal elke nieuwe vooruitgang in de wetenschap als de waarheid en de juistheid der Qur'an worden aanzien. Wij zien in het universum dat God voor ons ontvouwt, alles, in zulke kleine dingen als zaden. Alles in een mens is bevat in een zaadcel en in 46 chromosomen. Indien de mens 44 of 48 chromosomen had, dan was hij een totaal ander wezen. Zo ook, als de mens in de aarde is verdwenen na de dood, dan zal nogmaals, het meest essentieel gedeelte van hem, dat dezelfde betekenis heeft voor zijn bestaan als een zaad voor een plant, niet vergaan. God zal hem tijdens de Verrijzenis heropbouwen vanuit dàt deel. God bewaart alles en staat niet toe dat het voor eeuwig verdwijnt. als bijvoorbeeld een plant in de herfst of de winter verwelkt, blijft het leven in talloze herinneringen. Ook blijft het in de zaadjes leven om terug te ontspruiten tijdens de volgende lente.
Net zoals God dingen bewaart in hun zaden, zo bewaart Hij ook geluiden, stemmen en verschijningen op 'opnames' of met andere middelen zodat ze in een andere wereld opnieuw worden vertoond. Wie weet of er ooit een dag komt dat deze geluiden en beelden worden ontdekt terwijl we nog steeds leven?
Ik herinner mij dat ik las over een experiment dat door een geleerde werd uitgevoerd om een moordenaar te vinden. De verdachte personen werden één voor één onder de boom gebracht waar de misdaad was gepleegd. De boom, die niets ongewoons toonde tot de moordenaar werd voorgeleid, begon toe te reageren. Op de ene of andere manier was de stem, houding, benadering, gewoonte en alles wat de moordenaar had gekenmerkt, op de boom vastgelegd. dus zorgt God ervoor, die de mens bewaarde in een zaadcel, een plant in een zaad, een kip in een ei, dat Hij alles vastlegt op onzichtbare 'opnames' door een mens toe te staan van geluiden en beelden te registreren en te bewaren. God laat de mens niet in de steek, de mens die als edelste, meest perfecte patroon der schepping werd gevormd, wordt niet aan zichzelf overgelaten. De 'opnamen' van de mens gaan niet verloren. Integendeel, Hij zal hen opnieuw tot leven brengen in een andere en eeuwige wereld.
Goddelijke Macht steunt op Verrijzenis
Beschouw een atoom in een molecule. Hoe het is opgebouwd en hoe het zijn relaties onderhoudt met de andere atomen is een verbazingwekkend mirakel. Op dezelfde manier lijkt het zonnestelsel dat de zon en de planeten (en de manen van die planeten, pers. opm.)omvat, op een atoom. Om atomen te scheppen en hun bewegingen te onderhouden zijn er even grote inspanningen nodig als voor het scheppen van het zonnestelsel en het onderhouden van de bewegingen van zon en planeten en de verhouding tussen hen. Op dezelfde manier is een cel als een zelfstandige regering. Het heeft eigen afdelingen die allen met de andere afdelingen zijn verbonden en vanuit een centrum worden gestuurd. Het heeft ook een financiënministerie dat zijn inkomen beheert en de uitgaven regelt. Het is alsof elk van de cellen die een menselijk lichaam telt, 60.000 miljard, de intellectuele capaciteit heeft van de meest intelligente mensen. Bovendien zijn er zeer nauwe en belangrijke banden tussen de cellen van een mens die allen werken door beheersing vanuit één enkel centrum, de hersenen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden om de Kracht van de Schepper te begrijpen, voor wie niets moeilijk is, voor Wie het sturen van een heel universum hetzelfde is als het beheren van één enkel atoom. Als de hele mensheid, de geleerdste en meest bewuste schepsels in het universum, zouden samenkomen om één enkel atoom te scheppen, dan zouden ze dat niet kunnen. Als dit Wezen dus, de absoluut Machtige Ene, beloofd heeft dat Hij het universum zal vernietigen en zal heropbouwen in een andere vorm, dan is Hij daar zeer goed toe in staat en zal het ook zo gebeuren. Want iemand die zijn woord niet houdt is ofwel een leugenaar ofwel te zwak om zijn woord te houden. Nochtans is God Aalmachtig absoluut in staat om Zijn Woord te houden en zal Hij dit ook doen. God houdt zijn beloften en liegt niet. God is absoluut zonder gebreken. Dus na de vernietiging zal God de wereld herscheppen.
'De Dag der Eindbeslissing en Oordeel is een vastgestelde tijd, een dag dat de Bazuin zal weerklinken en gij in menigten zult binnen treden, dan zullen de hemelen zich openen en als poorten worden.' (al-Naba, S78, A17-A19)
De momenten van dood en heropwekking in de wereld duiden de Verrijzenis aan
Een algemene dood en een algemene heropwekking wordt elk jaar in de wereld herhaald. In de winter bedekt een witte 'deken' de aarde waarvan de jaarlijkse levenscyclus reeds in de herfst is geëindigd. De natuur is reeds verbleekt, met steeds minder sporen van leven. De uitwendige schaal is ineengezakt en uiteindelijk zijn de bomen zo levenloos geworden al harde beenderen. Het gras is weggerot, bloemen verwelkten, trekvogels zijn vertrokken en de insecten en de reptielen zijn verdwenen.
Nochtans is de wintertijd niet eeuwig, het wordt gevolgd door een algemene heropleving over de hele aarde. Als het weer terug warm wordt, beginnen de bomen opnieuw knoppen te krijgen, zij dragen opnieuw bladeren en stellen zichzelf voor aan de Eeuwige Getuige. De verdorde grond zwelt opnieuw op en overal komen grassen en bloemen uit. De zaden die in de vorige herfst in de grond gevallen zijn, hebben ontkiemd en door hun zelfopheffing zijn zij een beginpunt van groei geworden tot nieuwe levensvormen. De trekvogels zijn uit het zuiden teruggekomen en de aarde gonst van nieuwe insecten. Reptielen en vele andere dieren zijn terug actief. De natuur stelt zich terug aan ons voor in alle schittering.
Beschouw hoe de fotosynthese in de bomen gebeurt: de bladeren zijn de longen en zij hebben de kracht om in het zonlicht CO2 te scheiden tot koolstof en zuurstof. De zuurstof wordt dus afgegeven en de koolstof vastgehouden en samen met de waterstof van het water door de plant opgenomen vanaf de wortels. Door magische scheikunde, maakt God uit al deze elementen suiker, cellulose en vele andere stoffen, vruchten en bloemen, allen met een verschillende geur, smaak, kleur en vorm afhankelijk van de plant of boom. De zelfde CO2 en water dragen bij tot de groei van ontelbare soorten vruchten, elk met een bepaalde, individuele smaak. Alhoewel dit een simpel proces lijkt zou de hele mensheid, indien ze samenkwamen om dit zelf te maken, niet één vrucht kunnen vervaardigen.
Ademen kost een boom zeer veel energie. Nochtans, door dezelfde ademhaling, heeft het nog veel meer stoffen opgenomen want de boom heeft een lange nacht voor de boeg waarin de richting van de ademhaling omkeert. Dan wordt zuurstof opgenomen en CO2 afgegeven.
Beschouw wat een doelgerichte inspanning de daden van een onbewuste boom verricht en wat dit oplevert. Overweeg dan of het écht redelijk is, dat iets dergelijks onbewust en zelfs onwetend over zijn eigen bestaan, zonder de gunst der keuze, in staat is om zulke omvattende daden te stellen die een allesomvattende kennis nodig hebben, kracht en keuze. Daarom zal de Macht die dergelijke belangrijke doelstellingen toekent aan een boom, en deze belangrijke resultaten laat uitvoeren, zeker de vrucht van de boom der schepping, de mens, niet aan zijn eigen lot overlaten en hem niet tot eeuwige ondergang laten gaan. God heeft de mens geschapen voor vele, welbepaalde doelen en, zonder hem toe te staan van eeuwig vermengd met de aarde te blijven, brengt hem terug tot leven in een eeuwige wereld. Net zoals Hij een vrucht bewaard in de geheugens en door de zaden, net zoals Hij een gelijke van deze vrucht terugbrengt tijdens de volgende zomer, nadat Hij het tot een hogere levensvorm heeft verheven door voedselopname in een dier of mens, zo zal Hij ook de mens verheffen tot een hogere levensvorm in een andere wereld na de vernietiging van deze wereld.
God schiep de wereld vooraleer er iets als een wereld was. God schiep dan de mens voor er iets van de mens in de wereld was. God brengt de bouwstenen voor de mens samen uit de aarde, lucht en water en vormt hen tot een bewust, intelligent wezen. Is er enige twijfel dat een ingenieur die een nieuwe machine heeft gemaakt deze kan herstellen, de onderdelen terug op hun plaats zetten nadat hij deze heeft uiteengenomen? Of is het ondenkbaar dat een bevelhebber door een trompetsignaal het leger kan bijeenroepen dat zich voor een rustpauze heeft verspreidt? Op dezelfde manier zal God Almachtig, nadat deze wereld werd vernietigd, de atomen van de mens verzamelen, die zich met de aarde hebben vermengd en hem een hogere eeuwige levensvorm verzekeren.
'Zeg! Reis over land en zee en kijk hoe Hie schiep, want God brengt de latere groei voort. Waarlijk, God is in staat tot alle dingen.' (Al-Ankabut, S29, A20)
'Kijk naar de indrukken van Gods genade in de schepping, hoe hij leven aan de aarde geeft na de dood. Hij is zeker de Heroplever van de doden, op dezelfde manier. Hij is in staat tot alle dingen.' (al-Rum, S30, A50)
Vele andere verschijnselen in het universum verwijzen naar de Verrijzenis
Een grote zorgzaamheid blijkt uit, en vele doelstellingen worden gehecht aan, zelfs de meest onbeduidend lijkende dingen in de wereld. Bijvoorbeeld: cellulose is het samenstellende weefsel dat het belangrijkste deel vormt van alle planten en bomen. Door zijn elasticiteit staat het de planten toe om te buigen en hen zo te beschermen tegen doorbreking. Het heeft een belangrijke rol in de papierindustrie.
De verwerking van cellulose is zeer moeilijk. Slechts de spijsverteringsenzymen, afgescheiden door herkauwende dieren, kunnen cellulose verteren. Nochtans laat cellulose zich gemakkelijk uitscheiden, het versnelt de werking der darmen en verhindert opstopping van de spijsvertering. Dieren zijn zoals fabrieken die bestanddelen met cellulose veranderen in bruikbare materie. De uitscheiding van dieren is bruikbaar als meststof. Ontelbare bacteriën in de grond verbruiken deze mest en voegen daardoor vruchtbaarheid toe terwijl ze ook de aarde zuiveren van slecht ruikende dingen.
Zonder de bacteriën in de aarde, zou het onmogelijk zijn om in de wereld te overleven. Om één enkel voorbeeld te beschrijven: als de vliegen die in één enkele lente werden geboren, niet zouden sterven, dan zou de aarde bedekt zijn met een dikke laag vliegen. Doorheen de uitingen van Zijn Naam, de Al-Zuiverende, gebruikt God Almachtig de bacteriën om de aarde te zuiveren. Hebt gij er ooit over nagedacht waarom de bossen zo zuiver zijn alhoewel er elke dag dieren in sterven? Dit is zo omdat vleesetende dieren en bacteriën de dode dieren opeten en de aarde zo zuiveren. Om te besluiten: denkt gij dat God, die de meest onbeduidend lijkende schepsels gebruikt om vele grote doeleinden te dienen, de mens toelaat om in de aarde weg te rotten en zo zijn bestaan tot iets onbeduidend herleidt?
Nogmaals: een wonde die geneest toot de levenskracht van een lichaam. Een vrucht herinnert ons aan de boom waarop die groeide. Voetstappen verwijzen naar diegene die voorbijging. Een waterlek duidt op een bron. Op dezelfde manier zijn het gevoel van eeuwigheid in de mens en zijn verlangen naar deze eeuwigheid tekens van Ene Die eeuwig is en tekens van de eeuwige wereld.
Deze wereld, met alles erin, kan de mens nooit bevredigen. Hij vloeit over met subtiele, verfijnde gevoelens en verwachtingen naar een verheven ideaal, dat onmogelijk in de materie ontstaan kan zijn, noch in de materiële wereld. Dit zijn de bedenkingen van de mens over de onbeperkte, immateriële dimensie van het bestaan.
Filosofen, vooral de Moslims onder hen noemen het universum: macromenselijk, terwijl ze de mens als normo- of microkosmos omschrijven. Zoals de mens is de kosmos een geheel waarin alle onderdelen met elkaar verband houden. Niemand kan zeker zijn dat er geen engel is die het universum vertegenwoordigt, één die de taak heeft als de geest van het universum te functioneren. Zoals de mens, kan het universum ook aan gebreken lijden en, zoals Einstein het stelde, nieuwe lichamen worden in kleine hoeken gevormd. Net zoals de mens een doodsuur heeft, zo ook het universum.
We weten weinig over het bestaan. Als onze kennis toeneemt, dan groeit paradoxaal genoeg, ook onze onwetendheid. Het bestaan is in een continue stroom en we doen nauwelijks méér dan dit waarnemen. De Profeet Mohammed, vzmh, had de gewoonte om te bidden: 'O God, toon me de realiteit der dingen!'
Er is niets doelloos in het 'paleis' van het universum. Het ecologisch systeem is zo complex en de onderdelen ervan zo met elkaar verweven, dat de afwezigheid of verwijdering van één ervan, de vernieling van het hele universum tot gevolg kan hebben. Om deze realiteit uit te drukken verklaarde Gods Boodschapper, vzmh: 'Als de honden geen gemeenschap vormden zoals gij dit doet, dan zou ik hun dood eisen.' (Abu Dawud, Adhabi, 22 / Tirmidhi, Sayd,16-17) Indien de bacteriën in de bomen zouden gedood worden, dan zouden we niet de vruchten kunnen oogsten. Elke soort, zelfs elk ding heeft een belangrijke eigen plaats in de structuur van het universum. Een dergelijk schitterend universum kan niet doelloos zijn. Het werkt in een bewegende tijdslijn. zoals de seconden verwijzen naar de minuten, de minuten naar de uren, de uren naar het einde van de dag en de komst van de volgende, de dagen naar de weken, de weken naar de maanden, de maanden naar de jaren en de jaren naar het einde van een hele levensduur; zo heeft het bestaan zijn eigen dagen in elke sfeer en dimensie en de toegewezen levensduur zal op een zeker moment eindigen. Bovendien evolueert de tijd in cycli. Een wetenschapper heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat maïs overvloedig geproduceerd wordt om de zeven jaar en vis om de veertien jaar. De Qur'an wijst op dit feit in de sura 'Yusuf'. Het leven als bestaan als een geheel heeft een aantal termijnen of cycli. Daarvan is het wereldse leven er één, het leven in het graf een ander en het leven in het Hiernamaals is de laatste cyclus die zelf vele termijnen of cycli heeft op zichzelf. De Qur'an noemt elk daarvan een 'dag'. Dit is zo omdat de dag de kortste der tijdscycli is. Deze 'dag' komt overeen met een heel bestaansleven. In deze dagperiode herinnert het wereldse leven met zijn onderverdelingen van dageraad, ochtend, middag, namiddag en avond aan de overeenkomst met de geboorte, kleutertijd, kindertijd, jeugd, volwassenheid, ouderdom en dood. De nacht lijkt dan op het tussenleven in het graf en de volgende dageraad herinnert aan de Verrijzenis.
De geschiedenis leert dat bijna alle volkeren, die vroeger leefden, in de Verrijzenis geloofden
Zelfs de Farao's van het Oude Egypte, die beweerden goddelijk te zijn, geloofden in de Verrijzenis. Daarom wilden zij dat hun kostbaarste bezittingen samen met hen werden begraven en dat ook hun slaven hen in het graf volgden. We lezen inscripties op de graftomben die als volgt luiden: 'Na de dood zullen de zondaars lelijke vormen aannemen en voor eeuwig in de aarde blijven terwijl de zuivere zielen zich bij de engelen zullen voegen en leven temidden van de verhevene.'
Op de lijkwaden waarin de doden werden gewikkeld kunnen we ook verzoeken lezen zoals: 'Groeten aan U, O Verheven Goddelijk Wezen. Ik ben tot Uw Aanwezigheid gekomen om Uw oneindig mooie Gelaat te zien. Gun mij die blik, ik smeek U! Ik heb niemand onrecht aangedaan, niemand verraden. Ik heb niemand doen huilen, niemand gedood. Ik heb niemand onderdrukt. Ik ben hier in Uw aanwezigheid om mijn toestand aan U voor te leggen. Ik verlang alleen om Uw Gelaat te aanschouwen.'
Als we zoeken doorheen de graven, de grafschriften, geschreven documenten en kunstwerken die zijn overgebleven van vroegere volkeren, dan horen we de verzuchtingen naar de eeuwigheid weerklinken doorheen het hele verleden van de mensheid. Ondanks de veranderingen en vervormingen die het voorbijgaan van de tijd heeft veroorzaakt in de tussenliggende eeuwen, kunnen we gemakkelijk het geloof in de eeuwigheid ontwaren in het oude India, China en Griekenland, ook in het grootste deel van de Westerse filosofie. Bijvoorbeeld, Shahristani, een Moslim theoloog en historicus schrijft dat Zoroaster zei: 'De mens heeft een taak in deze wereld. Zij die hun plichten naar behoren uitvoeren, zullen zuiverheid verwerven en zich voegen bij hen die verblijven in verheven sferen. De anderen nochtans, die hun plichten verwaarloosden, zullen veroordeeld worden om voor eeuwig in de aarde te verblijven.'
Gedurende de geschiedenis zijn er in India vele religies geweest, alhoewel het zeer waarschijnlijk is dat al deze religies de vervormde varianten van één enkele oorspronkelijke religie waren. Hoe zeer ze ook vervormd werden, zij bevatten toch allen het principe van het geloof in de Verrijzenis en de eeuwigheid. In vele van deze religies, neemt het geloof in de eeuwigheid de vorm aan van geloof in de reïncarnatie.
Nochtans geloofde Buddha zélf niet in eeuwige cycli van reïncarnatie. Hij geloofde dat de zielen uiteindelijk zouden terugkeren naar het Absolute Wezen en eeuwige vrede en rust zouden vinden. De zielen die andere lichamen binnentreden zijn de kwade zielen en zij veranderen van lichamelijk 'huis' om gezuiverd te kunnen worden. Als dit is gebeurd, keren zij ook terug naar het Absolute Wezen en vinden geluk en vrede.
Een Oudgriekse dichter, Homeros, schrijft over de schuilplaatsen van de zielen. Hij gelooft dat de zielen die zich hier in de lichamen uiten, elders schuilplaatsen hebben. Pythagoras, een Griekse wiskundige, geloofde in de Verrijzenis en beklemtoonde dat de gezuiverde zielen zich zouden voegen bij de verheven bewoners van hogere werelden, terwijl de kwade zielen op aarde zouden gevangen blijven en door het vuur verteerd. Plato kent aan Socrates vele argumenten toe voor de Verrijzenis en het eeuwige leven, waarvan sommigen als volgt luiden:
De mens zou deugdzaam moeten zijn en dit veronderstelt weerstand tegen lichamelijke verlangens. Daarvoor is een ontbering nodig, door de mens uitgevoerd. Deze ontbering (of vasten, pers. opm.) wordt dan gecompenseerd in een, eeuwig, gelukkig leven.
Tegenstellingen volgen elkaar op in de wereld. Licht en duisternis, lente en winter, dag en nacht volgen elkaar op. De dood volgt op het leven en dan volgt weer een andere leven. Dit tweede leven echter, zal eeuwig zijn.[1]
Iedereen voelt soms iets wat op het moment zelf gebeurt, alsof het reeds eerder is gebeurd. Dit betekent dat we dit leven, leven in een andere wereld, de wereld der geesten, voor we in dit leven kwamen. Dus is dit leven het gevolg van een vorig leven en de 'repetitie' van een toekomstig leven.
Alhoewel het zeer twijfelachtig is of deze laatste reden correct is en alhoewel het incarnatie suggereert, is het een onmiskenbaar feit dat Soctrates en zijn student Plato in een leven na de dood geloofden.
Aristoteles verdunde het idealisme van zijn leraar Plato, met enige elementen uit de materialistische filosofie. Nochtans geloofde hij ook in het bestaan van de geest en diens onsterfelijkheid. Hij zei: 'Behalve het materiële lichaam heeft de mens iets anders dat onsterfelijk is, iets in hem.'
Xenophanes en Heraclitus waren twee Oudgriekse filosofen die, samen met enkele anderen, in een leven na de dood geloofden. De eerste beweerde dat de mens behalve een lichaam ook een ziel heeft en dat deze ziel blijft verder leven na de dood. Bij de principes van goed gedrag en moraliteit, waar hij voor pleitte, was de volgende: Het is niet mogelijk dat de Ene Die het universum zo mooi heeft geschapen en heeft versierd, uit liefde voor de mens, dat Hij deze niét zal terugbrengen naar het leven, nadat hij is gestorven. Heraclites beweerde: Tijdens de Laatste Dag, zullen sterren op de aarde vallen en deze in een cirkel van vuur omvatten. Boze zielen zullen in dit vuur blijven als een straf terwijl de zuiveren er aan zullen ontsnappen en tot hogere sferen opstijgen.
Behalve enkele materialisten zoals Epicuros en Democritos, geloofden alle oude filosofen in het Oosten én in het Westen in een leven na de dood. Wat de rationalisten tussen de Westerse filosofen betreft, die de grond voorbereidden voor de intellectuele verlichting na de Middeleeuwen, de meesten van hen geloofde ook in een leven na de dood en in een Verrijzenis. Descartes, één van hen, stelde overtuigend dat de menselijke ziel onsterfelijk was en analyseerde de kwesties die tot het leven na de dood behoorden. Leibnitz en Spinoza geloofden ook in een ander leven. De eerste leek daarmee op Plato vermits hij zoals Plato in zijn 'ideeën' sprak over 'monaden' als de immateriële delen van wezens. Hij stelde dat monaden zich onbeperkt moeten ontwikkelen.
Nochtans is deze ontwikkeling onmogelijk in deze wereld vermits de tijd beperkt is. Daarom moet er een eeuwige wereld bestaan waarin monaden hun ontwikkeling eindeloos kunnen verder zetten. Spinoza was een pantheïst. Hij geloofde in een eeuwig, collectief leven der wezens. Behalve de vermelde filosofen, geloofden Pascal en Bergson ook in een leven na de dood.
In de Moslimwereld, geloofden ook bijna alle filosofen in een leven na de dood. Enkelen, zoals Abu'l-A'la al-Ma'ari waren niet gelovig. Nochtans, in zijn 'Risalat al Ghufran' trachtte hij de Dag des Oordeels te beschrijven in overeen komst met Qur'an verzen. Dante lijkt deze geschriften te hebben gebruikt voor zijn beschrijving van Paradijs, Hel en Vagevuur.
Samenvattend: Behalve enkele materialisten, getuigt de lange geschiedenis van de Oosterse en de Westerse filosofie van een geloof in de Verrijzenis en het leven na de dood.
De Verrijzenis in de Geopenbaarde Schriften
De Qur'an, de laatste der Hemelse, Geopenbaarde Schriften heefd 4 hoofdthema's: Het bestaan en de Eenheid van God, de Verrijzenis en het leven na de dood, Profeetschap en eredienst en rechtvaardigheid. Het benadrukt de Verrijzenis méér dan de voorgaande Geschriften.
Ondanks vele vervormingen die het tijdens de geschiedenis heeft ondergaan, bevat de Thora nog steeds verzen over de Verrijzenis. Het Evangelie kwam om de vervormingen te herstellen die in de Thora waren geraakt en bevestigde wat er intact was gebleven. Nochtans kon het zelf niet lang zonder misvormingen blijven na het vertrek van Jezus uit deze wereld. Ongeveer 300 Evangelies verschenen en werden verspreidt, ze spraken elkaar tegen op vele punten. Ondanks de blijvende vervormingen gedurende de volgende eeuwen, zijn er verzen in de Evangelies over de Verrijzenis en het Hiernamaals. We geven enkele voorbeelden:
'Gezegend de armen van geest, want zij zullen het hemelse koninkrijk bezitten. Gezegend de genadevollen, zij zullen genade verkrijgen. Gezegend de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Gezegend zijn zij die vervolgd werden omdat ze rechtvaardig waren, want zij zullen het hemelse koninkrijk bezitten. Verheug U en weest blij want groot is uw hemelse beloning.' (Mattheus, hoofdstuk 5)
'Wee de wereld voor de dingen die mensen doen zondigen! Dergelijke dingen moeten komen maar wee de mens door wie ze komen! Als uw hand of uw voet u doet zondigen, snij ze af en werp ze weg. Het is beter voor u om verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen en voeten in het hellevuur te worden gegooid. En als uw oog u doet zondigen, ruk het dan uit en werp het weg. Het is beter voor u om het Leven binnen te gaan dan twee ogen te hebben en in het Hellevuur te worden gesmeten.' (Mattheus, hoofdstuk 18, vers 7 tot 9)
- Aangemaakt op .