Fethullah Gülen: ‘Moslims moeten extremistische kanker bestrijden’

Fethullah Gülen: ‘Moslims moeten extremistische kanker bestrijden’

In een donderdag gepubliceerd opiniestuk in The Wall Street Journal roept de Turkse islamgeleerde Fethullah Gülen moslims wereldwijd op “de extremistische kanker” te bestrijden, mensenrechten binnen hun gemeenschappen te verdedigen en scholing te bevorderen. Fethullah Gülen ziet scholing als het tegengif van de aanhoudende problemen waar moslims mee kampen.

Fethullah Gülen spoort moslims aan de confrontatie aan te gaan met “de totalitaire ideologie” van IS, nu de terreurgroep in het Midden-Oosten bloedbaden blijft aanrichten. Hij betoogt dat terroristisch geweld uit naam van de islam een zeer grote invloed heeft op alle moslims en dat moslims hun krachten moeten bundelen om het extremisme, wat hij “kanker” noemt, te bestrijden: “Gelovigen moeten doen wat in hun macht ligt om te voorkomen dat deze kanker zich uitzaait binnen onze gemeenschappen. Doen we dat niet, dan zijn we medeverantwoordelijk voor het besmeuren van het beeld van ons geloof.”

Fethullah Gülen is een gematigde islamitische geleerde. Zijn aanhangers hebben wereldwijd tientallen instituten opgericht om de dialoog tussen de leden van verschillende culturen en geloven te bevorderen.

Fethullah Gülen noemt zes op de islam gebaseerde manieren om geweld af te wijzen. Zo roept hij moslims op geweld af te zweren, omdat islamitische bronnen op geen enkele wijze de religieuze claims legitimeren waarmee terroristen hun daden rechtvaardigen: “Eén van die principes luidt dat het nemen van een onschuldig leven een misdaad is tegen de menselijkheid [Koran 5:32]. Zelfs bij wijze van zelfverdediging in een oorlogssituatie verbiedt de profeet [Mohammed] expliciet geweld tegen non-combattanten, en dan ook in het bijzonder tegen vrouwen, kinderen en geestelijken.”

Volgens Fethullah Gülen is het weliswaar evident dat gematigde stemmen minder snel de voorpagina’s halen dan extremistische, maar moet er naar inventieve manieren gezocht worden om te garanderen dat “onze stemmen gehoord worden” in plaats met de beschuldigende vinger naar de media te wijzen.

Fethullah Gülen vraagt moslims ook om zich publiekelijk hard te maken voor mensenrechten, één van de meest basale kernwaarden van de islam. “Geen enkel individu, politicus of geestelijke heeft het recht om die waarde te kapen.” Hij voegt daaraan toe dat “respect voor diversiteit”, “de essentie van de islam” is.

Hij vraagt moslims om scholingsmogelijkheden en -faciliteiten binnen hun gemeenschappen te faciliteren – iets wat de door hem opgerichte Hizmet-beweging al jaren doet – en drukt regeringen binnen de moslimwereld op het hart om schoolcurricula te ontwerpen die democratische waarden dragen. Fethullah Gülen betoogt vervolgens dat een gedegen religieuze educatie moslimextremisten het instrument uit hand slaat waarmee ze hun “gestoorde ideologieën” verspreiden.

“Als er geen godsdienstvrijheid is – zoals al decennia geldt in delen van de moslimwereld – dan ontwikkelt religie zich in een schemerzone waar het ten prooi valt aan de misinterpretatie door ongeschoolde en radicale figuren”, aldus Gülen.

Het is noodzakelijk dat moslims gelijke rechten voor mannen en vrouwen ondersteunen, vrouwen moeten gelijke kansen krijgen en bevrijd zijn van de sociale druk die hen die gelijkheid ontzegt, betoogt Fethullah Gülen.

Fethullah Gülen karakteriseert terrorisme als “een meerkoppig probleem” en benadrukt dat oplossingen moeten appelleren aan politieke, economische, sociale en religieuze gelaagdheden. Hij drukt wereldleiders op het hart zich te onthouden van uitspraken en acties die hen van moslims kunnen vervreemden.

“Gewelddadig extremisme kent geen religie”, stelt Fethullah Gülen. “Het merendeel van de moslims propageert geen geweld.” Hij erkent dat het “een immens moeilijke” taak is om “het beschadigde beeld van de islam” te herstellen, maar moslims kunnen volgens hem de bakens zijn van vrede en rust in hun samenlevingen.

‘Geweld is in strijd met principes Koran’

Eerder veroordeelde Fethullah Gülen “de gruwelijke wreedheden van de terroristische groep IS”. “De daden van IS zijn misdaden tegen de menselijkheid en een schande voor het geloof dat de groep verkondigt”, schrijft hij in een advertentie die in september 2014 is gepubliceerd in de Amerikaanse kranten The New York Times, The Wall Street Journal, The Washington Post, The Los Angeles Times en Chicago Tribune.

Ook protesteerde Fethullah Gülen tegen IS met een advertentie in het NRC Handelsblad, De Volkskrant en De Morgen. ”IS is niet de eerste groep die religieuze retoriek gebruikt om haar wreedheid te maskeren − al-Qaeda deed het 13 jaar geleden (9/11) en Boko Haram meer recent. Wat ze allen gemeen hebben is een totalitaire mentaliteit die de menselijke waardigheid ontkent”, aldus Gülen. ”Elke vorm van geweld tegen onschuldige burgers of vervolging van minderheden is in strijd met de principes van de Koran en de traditie van de profeet Mohammed.”

Afgelopen januari veroordeelde Fethullah Gülen ook de aanslag op de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo en de daarop volgende reeks aanslagen in Parijs. “Deze weerzinwekkende daden van terrorisme zijn betreurenswaardig en dienen geen enkel doel dan destructie, verdriet en rouw tot stand brengen”, zei Fethullah Gülen toen. ”Ik herhaal mijn veroordeling van alle vormen van terreur, ongeacht de daders of hun gestelde doelen.”