Istiqama (oprechtheid)

De mensen der waarheid begrijpen dit als het vermijden van alle soorten afwijkingen en extremen en het volgen der voetsporen van de Profeten, de waarheidsgetrouwe, de getuigen der waarheid en de rechtvaardigen in geloof, religieuze daden en het dagelijks praktische leven. Het volgende Qur'an vers leert ons dat de engelen in het Hiernamaals de erkenners van Gods Heerschappij zullen ontvangen: 'Zij die verklaren: Onze Heer is God, en die dan rechtvaardig leven zullen de boodschap der nederdalende engelen horen. Zij zullen zeggen van noch vrees noch verdriet te hebben, goed nieuws is u belooft, gij zult het Paradijs binnengaan.'(S41, A30). Zij bevestigen Zijn Eenheid en volgen de brede baan der Profeten in hun Geloof, daden en praktijken van het dagelijkse leven. De engelen zullen ervoor zorgen dat zij overlopen met de goede boodschappen over het Paradijs op een moment dat alle mensen zullen beven van angst en zorgen.

Een man kan oprecht zijn in zijn gedrag door zijn religieuze plichten te vervullen. Ook door in zijn ego en innerlijk de waarheid der Shari'a te volgen en in zijn gemoed door in overeenstemming met de kennis van God te handelen, en in zijn meest intieme gevoelens en mogelijkheden door de geest der Shari'a te eerbiedigen. Omdat het moeilijk is om oprecht te zijn in al deze niveaus, verklaarde de Profeet, vzmh, de meest oprechte van alle mensen:

'De sura 'Hud' en sommige gelijkende Sura's hebben mij oud gemaakt.' (Tirmidhi, Tafsir al Qur'an, 57). Hierbij verwees hij naar het Goddelijke voorschrift: ‘Wees rechtvaardig en oprecht zoals het U is bevolen.’ (Sura 'Hud' Vers 112)

Het is namelijk zo dat de Profeet, vzmh, nooit afweek van het Juiste Pad en altijd oprecht was in al zijn daden, gevoelens en uitspraken. Hij leidde één van zijn Gezellen, die redding en eeuwig geluk zocht in zijn begeesterende aanwezigheid, naar oprechtheid terwijl hij zei: 'Verklaar: 'Ik heb geloof in God ' en wees dan rechtvaardig.’ (Muslim, Iman, 62 / Ibn Hanbal, Musnad , 3. 413). Deze uitspraak somt in het kort al de essentiële elementen van het geloof en handelingen op.

Indien iemand die beweert vooruitgang te maken op het pad naar de Waarheid en niet in staat is om rechtvaardig in toestand en gedrag te zijn, dan zijn al zijn inspanningen waardeloos en zal hij zich in het Hiernamaals moeten verantwoorden voor al zijn dagen zonder rechtschapenheid.

Om de beoogde bestemming te bereiken, moet een ingewijde rechtvaardig zijn in het begin van het pad en dit tijdens de reis blijven als noodzakelijke 'bevoorrading'. Een ingewijde moet ook rechtschapen zijn aan het einde van het pad, als een dankbaarheid om beloond geweest te zijn met kennis van God; waakzaamheid is nodig om mogelijke afwijkingen te vermijden in het begin van het pad en zelftoezicht is nodig onderweg. Absoluut afgesloten zijn van verkeerde gedachten en gewoonten en alleen Gods genoegen en goedkeuring aan het einde van het pad na te streven, zijn belangrijke tekens van rechtschapenheid.

'Ik ken iemand tussen de mensen der rechtschapenheid, Hij was het hoogste onderscheiden in de sfeer van leiding; Hij verkocht zijn ziel aan de lichten van uiterste Onderwerping aan Hem, en stierf, gezuiverd van alle vuil van de menselijke natuur.’

Een dienaar moet rechtschapenheid zoeken, geen wonderen of magie of de macht kennen van spirituele onthullingen en ontdekkingen. Want God verlangt rechtschapenheid, alhoewel een dienaar speciale geestelijke capaciteiten verlangt.

Toen Bayazid al-Bistami hoorde van een man die over water wandelde en in de lucht zweefde, antwoordde hij; 'Vissen en kikvorsen drijven ook op water en insecten en vogels vliegen in de lucht. Als ge een man op het water ziet drijven op zijn tapijt, zonder te zinken of met gekruiste benen in de lucht ziet zitten, laat u dan daartoe niet aantrekken. Bedenk of hij rechtvaardig is of niet in zijn toestand en handeling en of deze in overeenstemming zijn met de Sunna, de Weg van de Profeet, vzmh.’ (Qushayri, al-Risala,397 / Abu Nu'aym, Hilyat al-Awliya, 10.40). Wat Bayazid al Bistami adviseerde was van rechtschapen en volledig nederig te zijn als een dienaar, niet van in de atmosfeer der wonderen te vliegen.

Rechtlijnigheid is de laatste stap op een trap met 3 treden die tot de nabijheid van God leidt. De eerste trede is samenhang. Hier streeft een reiziger op het pad naar God om de theoretische en praktische dimensies van Islam met een voortdurende inspanning te vertolken. Hij slaagt in het controleren van het lichamelijke zelf. De tweede stap is 'zich vestigen ' of rust bereiken. Hier zuivert een ingewijde het innerlijke zelf van de kwalen die de geest en het hart besmetten zoals uiterlijk vertoon, reputatie en ijdelheid. Deze eigenschappen zijn niet te verzoenen met dienstbaarheid. Hij zet hierbij zijn hart in 'quarantaine' voor alle soorten tekens van toevoegingen van gelijken aan God. Rechtlijnigheid tenslotte is de trede waarbij de poort der mysteries lichtjes wordt geopend voor de reiziger. De Goddelijke gaven komen over hem neer in de vorm van wonderlijke werken en zegeningen alhoewel hij deze niet zoekt noch verlangt. Dit is de laatste rustplaats op het pad en betekent leven zonder enige afwijking van trouw aan God en onder Diens rechtstreekse bescherming. Het is een klimaat waarin de Goddelijke giften en gunsten neer regenen. Bloemen verwelken nooit, heuvels en hellingen kennen geen winter, steeds is er lente. Dit wordt uitgedrukt in het Vers :

'Als zij maar rechtlijnig op het pad vooruitgingen, dan hadden Wij hen zeker water in overvloed te drinken gegeven...' (S72, A16).

Zo lang als mensen rechtlijnigheid nastreven op het Pad van geloof in de Goddelijke Eenheid, en hun overeenkomst met God en Zijn Boodschapper nakomen, door de Goddelijke Voorschriften te volgen, zullen Goddelijke Geschenken en overvloed blijven vloeien.

Onze meester, vzmh, verklaart: 'Zolang het hart van een dienaar niet gezond en rechtlijnig is, kan zijn geloof niet echt en eerlijk zijn. Zolang zijn tong niet de waarheid spreekt, kan zijn hart niet gezond en rechtlijnig zijn.' (Ibn Hanbal, Musnad, 3.198).

Hij verklaart ook: 'Iedere morgen waarschuwen de lichaamsdelen van een man zijn tong door te zeggen: 'Vrees God die ons overschouwt. Want als gij waarheidlievend zijt, zo zijn wij dat ook. Als gij vals zijt, dan zullen wij ook afwijken.' (Tirmidhi, Zuhd, 61; Musnad, 3.96).

Laat ons tenslotte horen van As'ad Mukhlis Pasha hoe hij ons duidelijk waarschuwt :

'Rechtlijnigheid eist steeds eerlijkheid en vastbeslotenheid. Plant een van je benen in het centrum en laat de 'vrije arm van de passer' -het andere been- rond reizen.