Een klassiek geleerde met een moderne visie: Fethullah Gülen en zijn juridische ideeën

Fethullah Gülen

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zal ik een poging doen om de juridische methodologie van Fethullah Gülen binnen het hedendaags islamitisch juridische en intellectuele kader, in kaart te brengen. Ik zal hierbij proberen om vragen te beantwoorden over hoe hij omgaat met de islamitische lessen en teksten om tot zijn juridische interpretatie van de moderne menselijke staat te komen en de daaruit voortvloeiende sociale omstandigheden. Mijn redenering is dat Fethullah Gülen de hedendaagse islamitische denkwijze op een intellectuele manier transformeert door zijn actieve betrokkenheid bij islamitisch onderwijs en de huidige vragen waar moslimmaatschappijen tegenaan lopen. Hij komt met antwoorden (fatwa) en onafhankelijke juridische interpretaties (idjtihad) door onderzoek naar de primaire bronnen van de islamitische wet en de huidige omstandigheden.

Waarom produceert hij zijn juridische interpretatie van de huidige problemen van moslimmaatschappijen binnen het kader van een klassiek geleerde (alim)? Is hij een gekwalificeerd jurist, moedjtahid, die bevoegd is om zijn eigen oordeel te vellen door middel van juridische interpretatie?[1] Of is hij simpelweg een vroom moslim die miljoenen mensen weet te raken met zijn vroomheid? Dit hoofdstuk probeert antwoorden te vinden op deze vragen, door bestudering van zijn educatieve achtergrond, zijn kwalificaties voor idjtihad, zijn methodologie en voorbeelden van zijn antwoorden en zijn juridische interpretaties.

2. Educatieve achtergrond en ervaring

De basis voor Fethullah Gülens educatieve achtergrond ligt in de islamitische instellingen van de Ottomaanse traditie, de madrasa, een school voor theologische studies. Maar hij heeft in zijn eigen tijd ook de moderne stromingen en literatuur grondig bestudeerd. Hij woonde in een leerzame omgeving en begon in zijn geboorteplaats Erzurum al op heel jonge leeftijd met het tot zich nemen van essentiële kennis uit de kernbronnen van de islam. Hij leerde de Koran uit zijn hoofd, en toen hij twaalf was werd hij een Hafiz[2]. Behalve dat hij zich in een intellectuele omgeving laafde aan alle kennis die daar in overvloed aanwezig was, leerde hij in zijn vroege tienerjaren, via de Naksji soefi-meester Muhammed Lütfi Efendi, ook bekend als Alvarlı Efe, (gest. 1954) ook de Naksjibandi-orde kennen, één van de grootste soefi-stromingen in Anatolië. Verrijkt door het georganiseerde soefi- pad in zijn jonge jaren, creëerde hij later zijn eigen ascetische stijl door het omarmen van de klassieke visie van een moslimgeleerde. Maar de voordelen van de moderniteit verwierp hij niet, al was hij volledig en veel sterker dan gemiddeld toegewijd aan het gebed, maar wel gekleed in gestreken broeken.[3]

Hij volgde lokale cursussen om de klassieke islamitische teksten in het Arabisch te lezen, maar worstelde zich met behulp van een woorden boek op eigen houtje ook door Franse teksten heen. Van een student als hij werd niet verwacht dat hij Frans leerde. Hij zocht een manier om zich aan zijn toenmalige omstandigheden te onttrekken. Door deze gemotiveerde instelling kreeg Fethullah Gülen les in islamitisch recht en jurisprudentie van één van de laatste Hanafī-geleerden van de klassieke Ottomaanse traditie, Mufti Osman Bektaş (gest. 1986).

Tijdens deze periode van kernonderwijs in islamitische studies, werd de bodem gelegd voor zijn ervaring met kritisch denken. Al vroeg in zijn onderwijsperiode ontwikkelde hij zijn vermogen tot wetenschappelijk en kritisch denken. Dit alles vloeide voort uit zijn zorgvuldig waarnemen van zijn wetenschappelijke omgeving, het uiterst nauwkeurig bestuderen van de teksten die hij in zijn studiekring kreeg toegewezen, en het leeswerk dat hij privé deed.

Eén van zijn klasgenoten in die tijd, Sadi Kayhan, zegt: “Hij uitte kritiek op valse overtuigingen, al werden deze door zeer veel mensen als waarheid aangenomen.”[4] In het volgende deel zullen we meer aandacht besteden aan zijn educatieve omgeving, zijn kwalificaties voor idjtihad.

Aan het eind van zijn tienerjaren was hij klaar met zijn studie en ging van een klassieke omgeving naar een modern milieu: hij verhuisde van Erzurum naar Edirne, één van de Europese provincies van Turkije. In zijn nieuwe omgeving kreeg hij te maken met de Westerse en moderne levensstijl binnen Turkije. Naast de relatief Westerse levenswijze in Turkije leerde hij ook die van de Verenigde Staten kennen, nadat hij daar in 1999 naartoe was verhuisd. Tegenwoordig verblijft Fethullah Gülen in een retraitehuis in de Amerikaanse staat Pennsylvania.

Al deze ervaringen, van traditionele instellingen tot moderne maatschappijen, hebben hem gevormd tot een geleerde met een diepgaande kennis van de eeuwenlange nalatenschap van de islamitische disciplines. Tegelijkertijd is hij bekend met moderne behoeften en komt hij met nieuwe interpretaties, zonder daarbij af te wijken van de kernwaarden van de Ditische traditie.[5] Hij blijft onophoudelijk, pagina voor pagina, belangrijke klassieke islamitische teksten bestuderen, samen met zijn leerlingen of alleen. Hij heeft evenwicht bereikt in zijn klassieke en moderne inzichten, waarmee hij in staat is zijn juridische interpretatie van de islamitische traditie op een gematigde manier te presenteren.[6] Zijn juridische visies zijn binnen dit kader tot stand gekomen.

3. Fethullah Gülens kwalificatie als een moedjtahid

De vereiste kwalificaties voor idjtihad worden in de Koran en de soenna niet genoemd. Hierover bestaat geen consensus, idjma, onder de moslimgeleerden. Sinds het ontstaan van islamitische jurisprudentie, stelden juristen en geleerden hun eigen idjtihad-regels en -vereisten op.

Daarom legden moslimgeleerden die zich bezighielden met juridische interpretatie, de vereiste kwalificaties voor moedjtahid vast. Het eerste volledige gepubliceerde overzicht van de kwalificaties van een moedjtahid, is gevonden in al-Moe’tamad fi oesoel al-fiqh door Aboe Hoesein Ali al-Basri (gest. 436/1044).[7] Het meest uitgebreide overzicht is van Ghazzali in zijn oesoel-boek, al-Moestasfa.[8] Wat later door juristen hierover is geschreven, wijkt weinig af van de door Ghazzali geproduceerde soennistroming:

(i) Kennis van 500 verzen die betrekking hebben op de wet; het uit het hoofd leren hiervan is geen eerste vereiste.

(ii) Kennis van de weg naar relevante hadieth literatuur; hij behoeft slechts een kopie paraat te hebben van de collectie van Aboe Dawoed of Bajhakie. Uit het hoofd leren van de inhoud is geen vereiste.

(iii) Kennis van de materie van de foeroe-werken (onderwerpen van secundair belang) en de punten die onderhevig zijn aan idjma, zodat hij niet afwijkt van de geldende wetten.

(iv) Kennis van de methoden om juridisch bewijs af te leiden uit de teksten.

(v) Kennis de Arabische taal; volledige beheersing van alle regels is geen eerste vereiste.

(vi) Kennis van de regels van het beginsel voor opheffing.

(vii) Het onderzoeken van de authenticiteit van hadieth.[9]

Fethullah Gülens geschreven werk en zijn toespraken tonen aan dat hij hoger gekwalificeerd is voor idjtihad dan de hierboven beschreven vereiste kwalificaties. Ik zal zijn kwalificaties behandelen volgens de beginselen van Ghazzali:

(i.vi.) Hij kent meer dan de vereiste 500 Koranverzen die betrekking hebben op de wet; hij kent de hele Koran uit zijn hoofd, hafiz, met hun betekenis met betrekking tot opheffing, nash, en de context van de openbaringen, asbab al-noezoel. Bovendien heeft hij met zijn leerlingen of alleen, de belangrijkste klassieke interpretaties van de Koran pagina voor pagina gelezen.[10]

(ii.vii) Hij kent de hadieth-vertellingen van zes grote hadieth-collecties vrijwel uit zijn hoofd, Koetoeb al-Sitta. Hij zegt: “Ik begrijp hadiethteksten, ongeacht of ze tot de zes grote hadieth-verzamelingen behoren, of niet.”

Naast de inhoud van een hadieth-tekst, kent hij de keten van overdragers, isnad, en hadieth-vertellers, ridjal[11], en de biografie van ieder van hen. In zijn geschreven werken en toespraken vertelt hij regelmatig over de geschiedenis van de Profeet en zijn metgezellen. Hij kent de namen van de metgezellen, hun relatie met elkaar, hun bijdrage, en iedere zwakheid in de tak van hadieth.[12]

(iii.iv.) Zoals hierboven reeds vermeld, heeft Fethullah Gülen vanaf zijn tienerjaren islamitische jurisprudentie en islamrecht gestudeerd, en heeft hij het merendeel van alle klassieke islamitische juridische teksten bestudeerd. Bovendien is hij in 1985 opnieuw begonnen met het lezen van de klassieke islamitische literatuur in het Arabisch tezamen met afgestudeerden van de school voor godsdienstwetenschappen. Hij bestudeerde de foeroe van de fikh-literatuur: Aboe al-Hoesein al-Koedoeri (428/1037) al-Moekhtasar; Aboe al-Hasan Boerhan al-Dien al-Marghinani (gest. 593/1197) al- Hidaya Sharh al-Bidaya; Aboe al-Fadl Majd al-Dien al-Mawsili (gest. 683/1284) al-Ikhtiyar li talil al-Moekhtar; Mohammed ibn Ibrahim al- Halabi (gest. 956/1594) Moeltaka al-Abhoer; Wahba Moestafa al-Zoehayli (1932) al-Fiqh al-islami wa Adillatoehoe; in de islamitische jurisprudentie, oesoel: Aboe Ishaq Shatibi (gest. 790/1388) al-Moewafakat; Mohammed ibn Faramoez ibn Ali, ook bekend als Moella Hoesraw (gest. 885/1480) Mir’at al-Oesoel; Mehmed Seyyid Bey (gest. 1873–1925) al-Madkhal.[13] Hij is erin geslaagd om boeken op een klassieke manier te lezen en te bestuderen, maar vanuit een nieuw perspectief: klassieke teksten analytisch en kritisch lezen. Leerlingen lezen wat ze van tevoren hebben voorbereid, en Fethullah Gülen geeft waar nodig zijn visie op het onderwerp. Naast het groepsgewijs bestuderen van islamitische juridische teksten, herinterpreteert hij de vroege islamitische rechtswetenschappelijke teksten wanneer hij alleen is. De laatste tekst die hij bestudeerde is Aboe Zayd Isa al-Dabboesi (gest. 430/1039) Ta’sis al-Nazar.[14]

(v.) Fethullah Gülen begon eveneens in zijn tienerjaren met Arabische les en leerde de Arabische grammatica in de klassieke Ottomaanse stijl uit zijn hoofd, van Amsila tot Izhar en Moella Djamie. Voor het schrijven en lezen gaat zijn voorkeur uit naar Arabisch schrift, een Ottomaanse traditie. Klassieke islamitische teksten leest hij vloeiend en past daarop de regels van het klassiek Arabisch toe.

Hij is in staat om verzen uit de Koran, de hadieth en iedere juridische of klassieke tekst in de oorspronkelijke taal te interpreteren zonder gebruik van een woordenboek.[15] Tevens beheerst Fethullah Gülen het Perzisch op universitair niveau. Hij interpreteert belangrijke disciplines van de klassieke islamitische literatuur, tafsier, hadieth, fikh, kalam en sierah in hun authentieke taal, en verspreidt via preken, toespraken, boeken en artikelen nieuwe interpretaties.

Alle bovenstaande kwalificaties maken Fethullah Gülen tot een moedjtahid, maar in zijn bescheidenheid beschouwt hij zichzelf als een gewone, vrome moslim. Fethullah Gülen heeft bovendien zelf gezegd dat hij geen moedjtahid is, zoals Faruk Beşer in zijn boek ‘Fethullah Gülen Hocaefendi’nin Fıkhını Anlamak’ beweert. Dit is een bescheiden reactie maar moet niet worden opgevat als een absolute ontkenning, want zulke bescheidenheid is kenmerkend voor de islam. Wellicht dat soefi’s dit het beste in de praktijk brengen. Volgens de islamitische traditie, en met name onder religieuze geleerden die in de soefi-traditie zijn opgeleid, is het ongebruikelijk openlijk over je kwalificaties te spreken. Gedurende de geschiedenis van het islamitische recht heeft slechts een klein aantal juristen verklaard moedjtahid te zijn. Eén van hen was Djalal al-Dien al-Soeyoeti (gest. 911/1505), een Egyptische jurist. Fethullah Gülens reactie moet in deze context geplaatst worden, en deze ontkenning weerhoudt hem er niet van om, indien gewenst, juridische interpretaties te leveren.

In speciale ‘vraag en antwoord-sessies’, voorafgaande aan het late avondgebed, beantwoordt hij sinds 1970 vragen. In die tijd kwamen velen naar de moskee om hem van alles te vragen. Ze zaten op dezelfde manier in de moskee als bij de officiële vrijdagpreken, en noteerden hun vragen voordat de sessies begonnen. Voordat Fethullah Gülen arriveerde, werden de vragen op tafel gelegd. Nadat iedereen had plaatsgenomen en de vragen op tafel waren gelegd, las Fethullah Gülen ze hardop voor en gaf antwoorden. Het leek op een georganiseerde toespraak.

Deze vraag-en-antwoordmethode vindt in het retraitehuis in Pennsylvania nog steeds na het middaggebed plaats, maar met een klein publiek. Zijn leerlingen nemen dit op en schrijven het uit voor publicatie in boeken en artikelen.[16] Enkele van zijn toespraken in deze vraag-en-antwoordmethode zijn in het Engels vertaald en gepubliceerd als ’Questions & Answers about islam’ (I – II). Deze twee werken gaan vooral over theologische, sociale en morele kwesties.

De gepromoveerde Ahmet Kurucan, één van Fethullah Gülens eerste leerlingen, heeft Fethullah Gülens juridische antwoorden geredigeerd.[17] Omdat het redigeren en vertalen van deze juridische onderwerpen nog niet is afgerond, moeten we ons vooral baseren op dit ongepubliceerde werk en daarnaast enkele publicaties over juridische kwesties.

4. Fethullah Gülens methodologie voor fatwa en idjtihad

Ten aanzien van idjtihad volgt Fethullah Gülen vooral de traditionele Hanafi-Matoeridi- lijn. De Hanafi rechtenstudie maakt meer gebruik van de ratio dan andere soenni-tegenhangers. De theologische Matoeridijja-school heeft een gematigde positie en zit wat betreft ideeën tussen de Asj’arijja- en de Moetaziliete- scholen in. Ze verdedigen de theologische orthodoxie met rationele methoden.[18] Bij het beantwoorden van vragen over hedendaagse kwesties van moslims, blijft Fethullah Gülen zoveel mogelijk binnen dit kader. Bovendien benadrukt Fethullah Gülen duidelijk dat het noodzakelijk is om een bepaalde traditie te volgen in zijn juridische interpretatie. Jerome D. Maryon stelt dat Fethullah Gülen verder bouwt op de basis die Aboe Mansoer al-Matoeridi (333/944) en Said Nursi hebben gelegd, en dit rijkelijk aanvult met exegese van Koranvoorschriften voor moreel gedrag: het volgen van het rechte pad, al-siraat al-moestakiem.[19]

Ondanks dat Nursi een traditionele Shafi’i–Asj’ari-achtergrond heeft, had hij onconventionele oplossingen voor hedendaagse problemen, die volledig leken afgestemd op de moderne maatschappij. Hij herinterpreteerde lopende kwesties, en gebruikte daarbij zijn verstand in plaats van de klassieke weg te volgen van eerdere Shafi’i-geleerden. Nursi gaf bijvoorbeeld zijn mening over de discussie betreffende vers 5:51, “O, gij die gelooft, neemt de joden en de christenen niet tot vrienden en beschermers!” en interpreteerde met name de term awlia (vrienden en beschermers) met een analogie. Eerst vroeg hij: “Kan een moslim van een christen of een jood houden?” en beantwoordde zijn vraag vervolgens met een voorbeeld van een man die getrouwd was met een vrouw uit het Volk van het Boek[20]: “Natuurlijk moet hij van haar houden.” Dit geeft aan hoe Nursi in zijn interpretatie de realiteit en de heilige teksten met gebruik van de ratio wist te combineren.

Op dezelfde wijze neemt Fethullah Gülen zorgvuldig hedendaagse omstandigheden mee in zijn interpretaties, maar benadrukt daarbij het belang van het tijdperk van de Profeet.

“Want alles tot aan de Dag des Oordeels is op microniveau al als voorteken gezien in het Gouden Tijdperk. En we kunnen er ook voor onze tijd iets waardevols uithalen.”[21] Als een moslim bijvoorbeeld vanwege medische redenen bloed wil afstaan, en hij is zich bewust dat de Profeet dit ook deed, dan hoeft hij dit niet op precies dezelfde manier te doen als de Profeet. Hij mag moderne technieken gebruiken en zo toch de soenna van de Profeet volgen.[22] Deze herinterpretatie kan worden uitgebreid met het voorbeeld van het gebruiken van een tandenborstel in plaats van een miswak, een houten stok die aan één kant is uiteengerafeld en door de Profeet als tandenborstel werd gebruikt. Fethullah Gülen stelt echter wel dat ‘het gebruik van de miswak misschien andere voordelen had’, naast het tandenpoetsen. Sinds de achttiende eeuw praten moslimgeleerden over nieuwe interpretaties en visies. Van Sjah Wali Allah van Delhi (gest. 1762) tot Fazloer Rahman (gest. 1988); van Mohammed Abdoeh (gest. 1905) tot Hasan Hanafi (gest. 1935); zij allen hebben de islamitische wetgeving bestudeerd om nieuwe oplossingen te vinden voor hedendaagse behoeften. Rahman was erg kritisch en stelde dat “juristen in de beslissende periode een cruciaal kenmerk van de islamitische openbaring over het hoofd hadden gezien. En dat de ontwikkeling van een islamitische wereldvisie alleen mogelijk is door de islamitische traditie opnieuw te bestuderen tegen de achtergrond van de allesomvattende geest van de Koran”.[23] Fethullah Gülen gaat echter niet verder terug dan drie (soms vijf) eeuwen van de islamitische geschiedenis en in tegenstelling tot Rahman uit hij geen kritiek op juristen uit de beslissende periode. Fethullah Gülen heeft juist veel respect voor de klassieke periode met haar juridische formuleringen en instituten.

Verder benadrukt Fethullah Gülen dat alle op gewoontes en tradities gebaseerde juridische interpretaties opnieuw bestudeerd moeten worden om nieuwe alternatieven te creëren voor huidige vraagstukken. Dit betekent dat volledige juridische formuleringen, die gebaseerd zijn op juridische meningen, beoordeeld moeten worden, idjtihad vanuit een nieuw perspectief.

Ik zal zijn voorwaarden voor deze herziening in drie paragrafen verdelen: (i) er moet een nieuwe tekst komen over islamitische jurisprudentie, waartoe alle juridische literatuur moet worden bestudeerd; (ii) bestaande juridische meningen die zijn gebaseerd op gewoonten en tradities moeten worden beoordeeld, of op zijn minst opnieuw gecontroleerd, terwijl de hedendaagse omstandigheden daarbij meegenomen moeten worden; (iii) dit alles moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde commissie, sjoera.[24]

Fethullah Gülen is dus een voorstander van nieuwe juridische meningen, die zijn aangepast aan de huidige omstandigheden en voorwaarden. Maar hij acht het van groot belang dat een gekwalificeerde commissie of sjoera deze taak op zich neemt. Hij gaat ervan uit dat een gekwalificeerde commissie de weg kent in het huidige politieke systeem.[25] Hoewel Aboel A’la Mawdoedi (gest. 1979) stelt dat de Westerse democratie niet verenigbaar is met de islam, omdat het islamitische concept van sjoera niet gekozen kan worden in een ‘algemene verkiezing’[26], stelt Fethullah Gülen dat het verkeerd is om de islam als een tegenpool van de democratie te zien[27]. Fethullah Gülen blijft echter zover mogelijk weg van de politiek, maar zoekt vernieuwing via andere wegen:

De islam schrijft geen bepaalde, onveranderlijke regeringsvorm voor, en doet geen poging om deze te vormen. Een islamitische theocratie is nooit het doel geweest van de islam. De islam stelt fundamentele principes vast waarnaar het algemene karakter van een regering zich kan vormen. De politiek kan daarom geen rol spelen bij het vormen van de islam, noch bij het sturen van de handelingen en houdingen van moslims in naam van de islam.[28]

Fethullah Gülen gebruikt liever de islamitische basisuitgangspunten geloof, aanbidding, moraliteit en gedrag voor zijn juridische interpretatie van urgente en onvermijdelijke problemen in van het algemeen belang, maslaha, in plaats van politiek. Wanneer iemand bijvoorbeeld rente ontvangt over zijn overheidssalaris en dit onmogelijk kan weigeren, dan kan hij dit geld gebruiken om belasting mee terug te betalen.[29] Fethullah Gülen beantwoordt dit soort vragen met nieuwe juridische interpretaties.

Fethullah Gülen verricht zijn idjtihad zonder andere juridische interpretaties te bekritiseren en zonder zich mee te laten slepen in de discussie van de Hanafi-geleerden over ‘het sluiten van de poort naar idjtihad’, (insidad bab al-idjtihad).[30] Meestal houdt hij zijn mond en is van mening dat de discussie ‘de poort naar idjtihad is gesloten’ een extreem standpunt is. Hij benoemt echter wel een aantal obstakels bij het uitvoeren van idjtihad voor hedendaagse juristen, met name voor Turkse juristen: slecht onderwijs in islamitische studies, onvoldoende linguïstisch vermogen om de primaire bronnen te begrijpen, en andere vaktechnische barrières. Hier lijkt zijn mening erg op die van Nursi, die zegt: “De deur naar idjtihad is open, maar wordt door zes obstakels geblokkeerd.”[31] Kwesties met betrekking tot specifieke juridische onderwerpen waren volgens Nursi geen directe zorg in de context van de twintigste eeuw. Bovendien is er een gebrek aan toegewijde moslimgeleerden die om kunnen gaan met grote hedendaagse uitdagingen, waardoor juridische interpretaties worden uitgesteld.

Als er een moderne geleerde in staat is om deze obstakels te verwijderen, dan moet hij, volgens Fethullah Gülen, doen wat nodig is voor de moderne behoeften. Als een geleerde wil vasthouden aan oude ideeën, zonder rekening te houden met hedendaagse omstandigheden, dan zal hij de gemeenschap niet helpen en volgen er onvermijdelijk fouten. Fethullah Gülen is tegen blinde navolging, taklied, en vindt dit een regelrechte ramp: “Als je de boeken van imitators bestudeert, vind je in dertig bladzijden wel tachtig fouten. Uit naam van de kennis, ilm, is dit een ramp.”[32] Een gelijksoortige mening staat in een tekst van de laat-Ottomaanse Hanafi-jurist Ibn Abidin (1262/1836). Hij citeert een andere Hanafi-jurist, Ibn Nujaim (970/1562), die zegt dat latere navolgers de eerdere kleine foutjes overnemen en deze zo verergeren. De kwestie van ‘het inhuren van iemand voor Koranonderwijs’ wordt in één van de interpretaties van al-Koedoeri, al-Siradj al-Wahhadj wa al-Djawhara door Aboe Bakr al-Haddad (800/1397) genoemd als voorkeur boven ‘iemand inhuren voor het reciteren van de Koran’. Vervolgens werd dit uitgebreid tot ‘iemand inhuren voor aanbidding, ta’ah’.

Hier is het inhuren voor de bedevaartstocht, hadj, van afgeleid. De drie oprichters en imams van de Hanafitische school, Aboe Hanifa, Aboe Joesoef (181/798), en imam Mohammed (189/805) zijn het echter eens geworden dat inhuren voor aanbidding, niet geldig is. In werkelijkheid werd het ‘inhuren voor Koranonderwijs toegestaan in een bepaalde situatie’, en zou ook binnen dit kader beoordeeld moeten worden. Maar imitators misinterpreteerden deze redenering, en combineerden het met inhuren voor aanbidding, ibada, wat in latere juridische teksten vaak wordt gebruikt.[33]

Fethullah Gülen geeft een voorbeeld van een klein foutje dat door blinde imitatie grote gevolgen had voor Turkse moslims. Ottomaanse moslims hadden veel respect voor islamitische waarden, maar pasten ze soms aan hun eigen gebruiken aan. Eén gaat over de ruimte tussen de benen van een moslim gedurende het gebed. Latere Ottomaanse geleerden bepaalden dat dit tijdens het rituele gebed, salat, vier vingers moest zijn. Alle juridische teksten en hadieth-collecties benoemen het belang van netjes naast elkaar staan, met de schouders, knieën en benen in één lijn tijdens het gezamenlijke gebed. Hierbij mag er geen ruimte zitten tussen het been van de ene persoon en dat van de persoon naast hem. Dit is alleen mogelijk wanneer men met de voeten op schouderbreedte staat. De interpretatie van de Ottomaanse moslims was echter dat de ruimte tussen de benen van iemand vier vingers moest zijn. Deze afstand is kleiner dan wanneer de benen schouderbreedte van elkaar staan, zoals in de juridische teksten en hadieth-vertellingen werd voorgeschreven. Bovendien kunnen de benen van de mensen die naast elkaar staan, elkaar niet raken bij een afstand van vier vingers tussen hun voeten. Deze onjuiste gewoonte werd later de norm in Turkse juridische teksten. Ömer Nasuhi Bilmen[34] noemt de afstand van vier vingers in zijn ‘Büyük İslam İlmihali’ een soenna. Er bestaat hier echter noch een hadieth noch een juridische interpretatie over uit de tijd waarin de islamitische wet werd gevormd. Fethullah Gülen volgt hierin echter de hadieth en de vroegere juridische Hanafi-teksten, en veel Turkse moslims die Fethullah Gülens fatwa en idjtihad respecteren, volgen zijn voorbeeld hierin.[35]

Uit Fethullah Gülens geschreven werk en zijn toespraken wordt duidelijk dat hij openlijke en respectloze kritiek op islamgeleerden vermijdt, zelfs als hij met hen oneens is.

In een kritische analyse noemt hij een geleerde alleen bij naam als het echt noodzakelijk is. Hij maakt bijvoorbeeld de vergelijking tussen imam Shafi’i (204/820) en imam Aboe Hanifa wanneer hij de consumptie van ‘halal vlees’ bespreekt. Hij prefereert de mening van Aboe Hanifa die zegt dat het eten van het vlees van niet-ritueel-geslachte dieren niet toegestaan is. Hij staat erop dat de dieren op rituele wijze moeten worden geslacht, dhabbiha.[36] Shafi’i is echter voor het eten van welk eetbaar dierlijk product dan ook, zolang dit maar voorafgegaan wordt door de uitspraak van de persoon die het vlees eet ‘in naam van God’ zegt, ongeacht de wijze waarop het dier is geslacht. Fethullah Gülen bestudeerde de argumenten van zowel Aboe Hanifa als Shafi’i en verklaarde uiteindelijk: “Ik ben gesteld op imam Shafi’i, maar op dit punt begaat hij een vergissing.”[37]

Fethullah Gülen zou de methodologie van Aboe Hanafi best willen volgen, maar vindt het algemeen belang waardevoller, maslaha, dan het zijn van een Hanafi. In discussies kan hij, in het belang van een gemeenschap, soms de voorkeur geven aan Shafi’i’s interpretatie van een marginaal onderwerp, foeroe, en volgt dan de logica van de Hanafi-school. Het direct achter elkaar uitvoeren van twee gebeden, djamoe salatain (tussen het middag- en het namiddaggebed, of het avond- en nachtgebed), wordt genoemd in de hadieth-verzamelingen, maar Hanafi-juristen verwerpen deze combinaties van gebeden, behalve tijdens de hadj. Fethullah Gülen houdt zich hier strikt aan, maar vindt dat de mensen die echt geen tijd hebben om hun gebeden uit te voeren door bijvoorbeeld het werk, hiervan af mogen wijken. Hij benadrukt hierbij nogmaals dat iedereen moet bidden op de daarvoor gestelde tijden, en dat daar alleen in uitzonderlijke omstandigheden van mag worden afgeweken.[38]

De formulering van Fethullah Gülens juridische interpretaties, wordt ook beïnvloed door zijn visie op ethische en juridische kwesties. Terwijl hij probeert binnen de Hanafi-jurisprudentie te blijven, combineert hij ethiek en de wet, en vormt vervolgens zijn eigen juridische inzichten met deze twee concepten. In de Hanafi-school werden ethiek en de wet lang apart van elkaar gezien, wat heeft geleid tot een aantal droge juridische formuleringen, zonder enige aandacht voor ethiek. Andere juridische opleidingen keurden dit af. Fethullah Gülen is duidelijk geen voorstander van dergelijke juridische interpretaties, die hiejal of juridische hulpmiddelen worden genoemd. Juridische hulpmiddelen zijn volgens de oprichter van de Hanafi-school, Aboe Hanifa en imam Mohammed al-Shaibani, aanvaardbaar: “In de soenni- scholen, staan alleen de Hanafi’s bekend om hun systematische gebruik van hiejal, die ze tot een speciaal rechtswetenschappelijk gebied hebben ontwikkeld, ‘makharij (sin. makhradj)’ genaamd, ofwel ‘ontsnappingsroutes om het illegale om te buigen naar legaal’.[39] Fethullah Gülen keurt dit soort juridische hulpmiddelen af en geeft als voorbeeld: “Het is niet wettig om een schenking, zakat[40], te doen aan een debiteur, en dit vervolgens terug te nemen en het van de schuld af te trekken. Dit is feitelijk gezien wel legaal, maar het is geen ethisch gedrag.”[41] Hij noemt hierbij niet de namen van Aboe Hanifa of Mohammed al-Shaibani, maar hij ontwikkelt zijn nieuwe juridische interpretatie en legt die naast die van hen.[42] Fethullah Gülen benadert de zaak eerder ethisch dan juridisch, of op zijn minst maakt hij een combinatie van de twee.

In het verlengde van zijn visie op ethiek, voegt Fethullah Gülen een extra kwalificatie toe aan de vereisten voor idjtihad: oprechtheid en spirituele diepgang van de jurist en ‘verbondenheid van hart en geest (kalp-kafa bütünlüğü)’. Dit is subjectief en niet meetbaar met objectieve criteria, maar het is wel een volledig nieuwe vereiste, afkomstig uit zijn mystieke achtergrond.

Over het algemeen raadpleegt Fethullah Gülen de heilige geschriften zorgvuldig om vervolgens zijn fatwa en idjtihad te creëren binnen een moderne context. “Fethullah Gülen heeft de islamitische visie afgestemd op de moderne tijd en deze zo opnieuw geïnterpreteerd. Hij heeft voor moslims een nieuwe manier van leven ontwikkeld en in de praktijk gebracht, die de belangrijke tradities die gevoelig liggen in ere houdt.”[43] Hij heeft een persoonlijk kritisch perspectief ontwikkeld dat problemen aanpakt, geen personen. Hij keurt onjuist gedrag af, niet de persoon zelf, blinde navolging, niet de navolger.

5. Voorbeelden van Fethullah Gülens fatwa en idjtihad

Zoals al besproken, heeft Fethullah Gülen tijdens openbare lezingen en preken vele vragen beantwoord over nieuwe onderwerpen aangaande de moslimgemeenschap. Hij heeft niet een apart boek gevuld met zijn antwoorden en juridische interpretaties. Zijn idjtihad en fatwa zijn voornamelijk terug te vinden in zijn boek ‘Fasıldan Fasıla’.

We kunnen hier niet al zijn fatwa en idjtihad behandelen, daarom selecteren we voorbeelden uit drie belangrijke richtingen van de islamitische wetgeving: transacties (moeamala); aanbidding (ibada) en straffen (oekaba).

Al beschouwt hij zichzelf niet als een echte jurist, hij beschikt wel over meer dan de juiste kwalificaties, zoals ik hierboven heb uitgelegd. Daarom voelt hij zich verantwoordelijkheid voor het opstellen van juridische interpretaties.

5.1. Transacties

In het religieuze en politieke debat in Turkije over de hoofddoek is zijn visie duidelijk merkbaar. De gemoederen hierover zijn nog steeds niet zijn bedaard, maar Fethullah Gülen biedt een alternatief voor het lezen van de islamitische kledingvoorschriften ten aanzien van de hoofddoek. Maar hij presenteert zijn visie niet als het enige mogelijke alternatief. Toen de discussie het felst was, in 1995, vroeg een journalist Fethullah Gülen naar zijn mening over de hoofddoek. “Hoe belangrijk is het voor een moslimvrouw om haar hoofd te bedekken?” Fethullah Gülens antwoordde op deze vraag:

Deze kwestie is niet zo belangrijk als de fundamenten van het geloof en de pijlers van de islam. Dit onderwerp is van secundair belang (foeroe) in fikh. Het geloof werd aan Profeet Mohammed, vrede zij met hem, in Mekka geopenbaard, hierna kwamen de dagelijks voorgeschreven gebeden. De geboden van het geven van aalmoezen, vasten en de bedevaart volgden in Medina. In het zestiende of zeventiende jaar dat Mohammed, vrede zij met hem, Profeet was, waren de hoofden van vrouwen nog steeds niet bedekt (op de voorgeschreven manier). De hoofddoek is geen onderdeel van de kern van het geloof. De prioriteiten van de islam, zouden, vanuit onze eigen toewijding, de prioriteiten van moslims moeten zijn en die zouden we moeten doorgeven aan anderen.[44]

Hieruit blijkt dat Fethullah Gülen juridische kwesties vanuit een breed en holistisch perspectief benaderd. In dit gesprek gebruikte Fethullah Gülen de term tafarroeat, wat secundair of marginaal betekent, om de positie van de hoofddoek ten opzichte van de pijlers en de principes van de islam uit te leggen. Hij ontwierp verschillende categorieën voor de eisen waaraan aanbidding en geloof van moslims moeten voldoen, om te verduidelijken hoe belangrijk het dragen van een hoofddoek is. In die tijd was het dragen van een hoofddoek aan de universiteiten verboden (is dat overigens tegenwoordig nog steeds) en vrouwelijke studenten werden gedwongen te kiezen tussen hun hoofddoek en hun studie. Fethullah Gülen heeft het onderwerp van alle kanten, en onder alle mogelijke omstandigheden, belicht om de vrouwelijke universiteitsstudenten te helpen: “Deze kwestie is niet zo belangrijk als de beginselen van het geloof en de pijlers van de islam. Het is van secundair belang.” Hiermee benadrukte hij dat standvastige en dagelijkse aanbidding en een deugdzaam geloof veel belangrijker zijn voor een moslim, dan het dragen van een hoofddoek.

Met deze duidelijke uitleg van een idjtihad ‘insider’, wilde Fethullah Gülen duidelijk maken dat het volgen van de lessen onder deze omstandigheden van hen geen ongelovigen maakte. Hiermee gaf Fethullah Gülen geen fatwa om de vrouwelijke studenten toe te staan hun hoofddoek af te doen. Hij wilde hen stimuleren om de situatie opnieuw te overdenken en vervolgens hun eigen keuze te maken: onderwijs zonder hoofddoek of hun studie afbreken voor het dragen van een hoofddoek. Toch luisterden sommige conservatieve moslims niet naar Fethullah Gülens vergelijking en zijn holistische benadering, maar richtten zich volledig op de term ‘secundair belang’, tafarroeat. Ze trokken de term volledig uit zijn verband en interpreteerden hem als ‘onbelangrijke detail’, teferruat, een term uit de Turkse taal.[45] Dit misverstand voedde de kritiek op Fethullah Gülen en zijn juridische interpretaties. Maar dat weerhield hem er niet van om door te gaan met zijn interpretaties die tegelijkertijd zijn gebaseerd op klassieke en op moderne visies.

Nieuwe technologische uitvindingen in de huidige tijd laten steeds nieuwe kwesties ontstaan waarnaar gekeken moet worden. Kunstmatige inseminatie is één van de moderne mogelijkheden voor stellen die op natuurlijke wijze geen baby kunnen krijgen. Dit is een voorbeeld van een nieuwe kwestie die door moslimjuristen beoordeeld moet worden en moet leiden tot een nieuwe idjtihad. Fethullah Gülen benadrukt het belang van de regels en de wettelijke geldigheid ervan in de islam. Vervolgens maakt hij zijn idjtihad over stellen voor wie conceptie langs de natuurlijke weg niet is weggelegd. “In deze situatie is alleen inseminatie van het eitje van de vrouw met het sperma van haar echtgenoot toegestaan. Dit kan echter tot misbruik leiden.”[46] Hij voegt hieraan toe dat het medische team en de echtgenoten die bij de inseminatie betrokken zijn heel erg moeten oppassen om fouten te voorkomen. Kunstmatige inseminatie is door veel Turkse geleerden, Fethullah Gülen was één van de eersten, toegestaan.

Fethullah Gülen stelt dat het huwelijk één van de belangrijkste pijlers is van de moslimgemeenschap, en dat gezonde generaties afhankelijk zijn van het zorgvuldige onderhouden van het huwelijk en aanverwante zaken. Met behulp van nieuwe technologieën zouden huwelijkskandidaten moeten onderzoeken of er problemen in hun relatie te verwachten zijn. Als er een grote kans bestaat op grote gezondheidsproblemen in een nieuw huwelijk, die mogelijk kunnen leiden tot dodelijke ziekte bij het nageslacht, dan zouden deze mensen niet mogen trouwen, ook al voldoen ze verder aan alle andere vereisten van de islamitische wet.

Hij geeft een nieuwe interpretatie, die is gebaseerd op volksgezondheid en de gezondheid van latere generaties.[47] Het betreft een nieuwe idjtihad. Islamitische waarden kunnen dus worden behouden wanneer moderne medische ontwikkelingen worden toegepast op familiegenen.

Fethullah Gülen interpreteert dat polygamie in het islamitisch familierecht alleen in uitzonderlijke situaties wordt toegestaan, en dat het geen recht is voor mannen in alle omstandigheden. Het gaat om toestemming, niet om een voorschrift, en niet om een soenna van de Profeet. Daarom is het hebben van slechts één echtgenoot de beste keuze voor mannen, en voor de mensheid:

Nergens in de Koran of in de hadieth staat vermeld dat het soenna is om met meer dan één vrouw te trouwen in een religieuze ceremonie. In het Hoofdstuk van Vrouwen (soera Nisa), staat dat toestemming om met meer dan één vrouw te trouwen slechts in bijzondere omstandigheden wordt gegeven. Trouwen met slechts één vrouw wordt echter zo sterk aangemoedigd, dat het bijna een voorschrift lijkt. Daarom is het onjuist om het trouwen met vier vrouwen te beschouwen als leven volgens soenna. Niemand mag beweren dat hiermee aan een religieuze wet te hebben voldaan.[48]

Uit het oogpunt van maslaha (algemeen belang) keurt Fethullah Gülen bestudering van een dood lichaam voor medische en educatieve doeleinden goed. Hij benadrukt dat menselijke waardigheid hierbij eerste prioriteit heeft, maar keurt een dergelijk onderzoek goed als het onderzoek noodzakelijk is en er geen alternatief is.[49] Binnen ditzelfde kader staat hij ook autopsie toe, mits hiervoor dezelfde redenen gelden. Hij merkt hierbij nogmaals op dat een autopsie normaalgesproken binnen de islam niet is toegestaan gezien de hadieth-vertellingen over het dode lichaam en het behouden van de waardigheid ervan.[50] Hij weegt hierbij echter het algemeen belang en de waardigheid van een dood lichaam tegen elkaar af, en stelt vervolgens dat “het vinden van een doodsoorzaak belangrijker is, dan het aantasten van het dode lichaam”. Daarom is een autopsie geoorloofd wanneer dit leidt tot het vinden van een doodsoorzaak.[51] Dit is een nieuwe idjtihad over een hedendaagse kwestie vanuit een klassiek perspectief. Deze benadering laat zien dat Fethullah Gülen een tekst en de context nauwkeurig bestudeert voordat hij tot een juridische interpretatie komt.

Fethullah Gülen is waakzaam bij de beoordeling van actuele omstandigheden en houdt hierbij rekening met de publieke opinie. Hij vergelijkt de mening van de Profeet over het uitbreiden van de Ka’ba door het open gedeelte, hidjr, erbij te trekken, met huidige zaken van algemeen belang.

Profeet Mohammed, vrede zij met hem, wilde het open gedeelte van de Ka’ba er niet bij betrekken en stelde zo het publieksbelang boven de traditionele Ka’ba. Hoewel hij als Profeet het recht had om een nieuwe constructie van de Ka’ba, inclusief open gedeelte, te bouwen, koos hij voor het algemeen belang. Fethullah Gülen concentreert zich op de werkelijke reden, hierachter en stelt dat moslimgeleerden uit deze gebeurtenis les moeten leren. Bij neutrale onderwerpen is het niet rechtmatig om iets te doen wat weliswaar wettig is, maar niet door de gemeenschap wordt geaccepteerd.[52]

Fethullah Gülens idjtihad over vissen voederen met varkensproducten, kiest voor het gebruik van de ratio boven het gebruik van juridische interpretaties van anderen. Eén van de wormsoorten die op visboerderijen wordt gebruikt is namelijk gemaakt van varkensproducten, wat vragen opriep bij moslims. Fethullah Gülen beantwoordde deze vragen met een nieuwe interpretatie. “Het gebruik van varkensproducten in de wormen waarmee de vissen worden gevoederd, maakt deze vissen niet onwettig (haram). De vissen veranderen de aard van de varkensproducten in hun spijsverteringssysteem.”[53] Dit is een nieuw onderwerp dat door de moderne geleerden begrepen moet worden. Daarom heeft Fethullah Gülen heeft deze kwestie behandeld vanwege haar urgentie.

5.2 Verering

Behalve technologische ontwikkelingen, veroorzaakt ook de globalisering nieuwe problemen voor moslims, overal ter wereld. Moslims in Noord- Europa, Zweden en Noorwegen, zijn in de war over de tijd van hun nachtgebed vanwege de lengte van de nachten in deze streken. De vijf dagelijkse gebeden moeten worden uitgevoerd op tijden die overeenkomen met een bepaalde stand van de zon. Het is duidelijk dat de zon niet overal ter wereld dezelfde stand heeft. Nabij de arctische polen verandert de lengte van dag en nacht enorm. Moslims in deze gebieden vinden het moeilijk om de juiste tijd te vinden voor hun nachtelijk gebed, omdat de nacht er zo kort is. Moslims in deze regio vragen zich dus af hoe ze hun nachtelijk gebed goed kunnen uitvoeren. Fethullah Gülen heeft ten aanzien van dit onderwerp zijn idjtihad gevormd door er een vraag over te beantwoorden.

In zijn antwoord zegt Fethullah Gülen eigenlijk dat islamitische jurisprudentie antwoorden heeft voor dit soort vraagstukken. In deze specifieke situatie stelt hij voor om het tijdschema over te nemen van het dichtstbijzijnde bewoonde gebied, waar de vijf dagelijkse gebeden wel op de goede manier kunnen worden uitgevoerd.[54]

Fethullah Gülen heeft geen baard, en hij ziet het dragen van een baard als de soenna van de Profeet, niet als een verplichting, fard. Hij vindt het hebben van een baard een persoonlijke keuze en niemand mag op basis hiervan worden veroordeeld, en al helemaal niet in de seculiere staat Turkije. Hij vindt dat er voor moslims veel belangrijkere onderwerpen bestaan dan dit soort details:

Ik beschouw het gewaad, de tulband, de baard en de loszittende broeken als details. Moslims moeten zich niet verliezen in dit soort details. Er zijn vandaag de dag veel moslims die dit wel doen. De keuze om geen tulband, gewaad of loszittende broek te dragen, mag niet worden uitgelegd als het beschadigen van de Turkse moslimidentiteit. Van imams in moskeeën tot parlementsleden, van gouverneurs tot districtsfunctionarissen, niemand mag om dit soort redenen voor zondaar worden uitgemaakt.[55]

De laatste twee voorbeelden klinken voor veel moslims misschien vreemd, maar Fethullah Gülen probeert ons eraan te herinneren wat in de islam als primair wordt beschouwd, en wat als secundair, en stelt zo prioriteiten in het uitoefenen van het geloof. Fethullah Gülen is zeer strikt in zijn religieuze leven, maar leert ons aanpassingen en regelingen toe te passen die geen verband houden met de kernwaarden van de islam. Hij creëert een aanvaardbare manier om in vrede en harmonie te leven in de moderne maatschappij, terwijl individuen hun identiteit en overtuigingen kunnen behouden. Hij doet zijn uiterste best om niet alleen de marginale zaken van de islam uit te leggen, en benadrukt daarom de kernwaarden van de islam, die een universele waarde hebben.

5.3. Straffen

Meestal zwijgt Fethullah Gülen over het laatste gedeelte van de juridische literatuur: straffen. Over het algemeen wil hij de heilige geschriften op dit gebied niet tegenspreken. De vorming van nieuwe interpretaties stelt hij uit en laat dit over aan de gekwalificeerde commissie, de sjoera, omdat hij ze niet urgent vindt. Wanneer zo’n kwestie echter wel urgent wordt, geeft hij wel degelijk zijn juridische mening. Aan het begin van de jaren tachtig kreeg de Turkse gemeenschap voor het eerst te maken met een enorm chaoti sche en anarchistische situatie. Muhammed Çetin stelt dat er in die tijd afpersers al verschillende van hun slachtoffers hadden vermoord. Tijdens zijn preken drukte Fethullah Gülen degenen die bedreigd werden op het hart om niet te wijken voor dreigementen en geweld. En er ook niet met geweld op te reageren, want dat zou de situatie alleen maar verergeren.

Hij vroeg hen met klem om bij de politie aangifte te doen, en de misdadigers via de juiste kanalen aan te laten pakken.[56]

Hij moedigt moslims aan om de geldige wetten en regels te volgen en om in naam van de islam chaos en anarchie binnen de gemeenschap zoveel mogelijk te vermijden. Alleen de autoriteiten hebben het recht om criminelen te straffen.[57] Een befaamde hadieth zegt dat misdaden als eerste met de hand voorkomen moeten worden. Het is mogelijk dat dit door sommige moslims verkeerd wordt geïnterpreteerd en dat zij op basis van deze hadieth misschien proberen misdadigers op eigen houtje in naam van de islam te straffen, omdat ze denken dat het zo moet.[58] Fethullah Gülen legt de nadruk op de stabiliteit van de gemeenschap en vraagt moslims om deze vorm van anarchie te vermijden.

Hier komt nog bij dat Fethullah Gülen een tegenstander is van geweld in naam van de islam, en hij vindt dat zelfmoordaanslagen - waar, wanneer en waarom dan ook - absoluut verboden zijn in de islam, en dat voor wie dergelijke misdaden begaat eeuwige verbanning het enige logische gevolg is.[59] Het is een schending van de basisprincipes en -normen van de islam, de mensheid en de heiligheid van het leven. Om dit extra te benadrukken, stelt hij dat de zelfmoordaanslagen in Israël in de jaren negentig, of de recente bomaanslagen in Gaza waarbij kinderen om het leven zijn gekomen, niet kunnen worden gerechtvaardigd door de islamitische wet. Deze kinderen waren volkomen onschuldig, ongeacht hun nationaliteit of religie. Dezelfde mening liet hij horen in één van zijn meest recente interviews met Foreign Policy Magazine: “De islam verafschuwt en veroordeelt terrorisme en alle terroristische daden. Ik verklaar steeds opnieuw dat het voor een ware moslim onmogelijk is om een terrorist te zijn, en een terrorist kan dan ook niet worden gezien als een ware moslim. Terrorisme is één van de hoofdzonden waarop volgens de Koran het hellevuur volgt.”[60]

6. Conclusie

Fethullah Gülen heeft zijn leven gewijd aan het zoeken naar oplossingen voor hedendaagse problemen van moslimgemeenschappen. In zijn lezingen en lessen heeft hij klassiek en modern, oud en nieuw, oost en west weten te combineren.

Hij heeft een evenwicht gevonden tussen het zijn van een moslimgeleerde, alim, en leven in een moderne wereld, toen hij migreerde van Oost-Anatolië naar de Verenigde Staten. Deze zeer brede ervaring gaven hem de kennis en het begrip over zowel islamitische principes als de behoeften van een moderne maatschappij, waardoor hij in staat is om nieuwe juridische interpretaties te geven.

Fethullah Gülen beschikt over alle vereiste kwaliteiten voor idjtihad en fatwa, en bovendien kan hij de juridische vragen die in moslimgemeenschappen leven, beantwoorden. Zijn juridische toespraken getuigen van zijn deskundigheid op het gebied van klassieke teksten en hun moderne interpretatie. Hij bevindt zich al meer dan drie decennia in deze positie en heeft wat betreft zijn fatwa en idjtihad geen serieuze tegenstand gehad van moslimjuristen en -geleerden, behalve over de cruciale hoofddoekdiscussie. Hij gaf echter een contextueel antwoord waarmee hij de vrouwelijke leerlingen van hogescholen en universiteiten wilde helpen, wat hem ook lukte.

Fethullah Gülen is een product van de Hanafi-Matoeridi school, waar de ratio relatief meer wordt aangesproken dan in andere soenni-scholen met een orthodoxe benadering. Bovendien heeft hij door zijn contact met de grote soefi-ordes van zijn tijd een tolerante visie op de maatschappij ontwikkeld. Dit maakt hem tot de vrome en bescheiden moslim die hij is, vol respect voor vroegere geleerden en hun theorieën. Deze bescheidenheid weerhoudt hem er echter niet van om juridische interpretaties te ontwikkelen en kritische visies te uiten.

Fethullah Gülen draagt bij aan een nieuw soort opleving van de islamitische wet door het opnieuw bestuderen van alle juridische formuleringen van de islam om zo tot een nieuwe islamitische jurisprudentie te komen. Voor de realisering van dit omvangrijke project stelt hij het in handen te leggen van een gekwalificeerde commissie, een sjoera. Hoewel hij vindt dat een sjoera tot een beter resultaat zal leiden, blijft hij doorgaan met het opstellen van juridische interpretaties en antwoorden als hij van mening is dat er een nieuwe uitleg moet komen. Soms geeft hij de voorkeur aan de interpretaties van andere juridische scholen, bijvoorbeeld de Shafi’ischool, een andere keer stelt hij zelf een nieuwe interpretatie op, zoals de verklaring over juridische hulpmiddelen, hiejal.

Hij heeft geen afzonderlijke juridische teksten geschreven, en vormt zijn fatwa en idjtihad ook niet op alle gebieden van de islamitische wet. Hij beantwoordt vragen in kringgesprekken en preken die zijn opgenomen en vervolgens zijn opgetekend in boeken. Het vormen van juridische adviezen is niet zijn doel, maar het beantwoorden van vragen van moslimgemeenschappen. Zijn ideeën en interpretaties worden door vele moslims aangehangen en opgevolgd.

İsmail Acar is onlangs benoemd tot assistent professor in de islamitische wetgeving aan de Dokuz Eylul Universiteit in Turkije. Voorafgaand aan deze benoeming onderwees hij van 2006 tot 2010 de islam aan het Bard College; verrichtte in de herfst van 2008 onderzoek aan de Islamic Legal Study Program (ILSP) van Harvard Law School als onderzoeker; maakte van 2004 tot 2006 deel uit van de Lutherse School voor Theologie als gastonderzoeker van christelijk-islamitische relaties; en studeerde van 2002 tot 2004, na toekenning van een studiebeurs door de Turkse Academie van Wetenschappen, aan het Center for Near Eastern Studies (CNES) van de Universiteit van Californië (UCLA). In 1999 behaalde hij zijn doctoraal in de Islamitische Wetgeving aan de Dokuz Eylul Universiteit. Zijn onderzoeksgebied beslaat niet alleen het klassieke, maar ook het hedendaagse islamitisch recht.

[1] Volgens Faruk Beşer, een professor in islamitisch recht aan de Sakaraya Universiteit, is Fethullah Gülen een moedjtahid. Voor meer informatie, zie Beşer 2006, pp. 15–22.
[2] Iemand die de volledige Koran van kaft tot kaft uit zijn hoofd kent.
[3] Het dragen van gestreken broeken werd in die tijd gezien als een teken van moderniteit; het werd beschouwd als de verwerping van een lokale soefi-traditie. Er waren maar erg weinig mensen, waaronder officieren en mensen in hoge bestuursfuncties, die dit soort broeken droegen. Bovendien droegen de soefi’s in die periode gekreukelde broeken, en beschouwden dit als onderdeel van een ascetisch leven omdat het op een bepaalde manier het wereldse verwerpt. Eén van Fethullah Gülens vrienden heeft hem ooit gevraagd om gekreukelde broeken te gaan dragen in plaats van gestreken broeken. Fethullah Gülen noemt deze anekdote en vermeldt erbij: “Ik heb nog steeds niet begrepen waarom ze het dragen van gekreukelde broeken zien als ascetisch gedrag” (http://fgulen.com/tr/fethullah-gulen-kimdir/gulen-hakkinda/fethullah-gulenin-hayatindan-kesitler/3157-fgulen-com-tekke-ve-medrese).
[4] In één van zijn interviews zei Fethullah Gülen: “Later, rond de leeftijd van achttien tot twintig, ging ik meer boeken lezen over rechtswetenschappen en filosofie. Ik las ook over het Darwinisme en aanverwante onderwerpen. Sommige boeken leidden me weer naar andere boeken, en zo ging het verder. Toen ik in dienst was, had ik een wijs commandant. Hij had een diepgaande kennis van het soefisme. Hij had zowel Oosterse islamitische als Westerse klassiekers gelezen. Hij raadde me aan om Westerse klassiekers te lezen. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik veel van bekende Westerse schrijvers heb gelezen, waaronder Rousseau, Balzac, Dostoyevski, Pushkin, Tolstoy, de Existentialisten en meer” (Can 1995). “Ondertussen ging hij verder met zijn ‘moderne’ educatie in wetenschap en filosofie, literatuur en geschiedenis. Hij verkreeg een diep inzicht in de belangrijkste principes van de moderne wetenschappen, van natuurkunde tot scheikunde, biologie, astronomie, terwijl hij tegelijkertijd de werken las van existentialistische filosofen als Camus, Sartre en Marcuse. Bovendien leerde hij ook andere Oosterse, islamitische en niet-islamitische, en Westerse filosofieën kennen.” http://fgulen.com/en/fethullah-gulens-life/about-fethullah-gulen/biography/24652-years-of-education
[5] Beşer 2006, pp. 26–30.
[6] Kuru 2003, p. 117
[7] Data zijn van Na Hidjrah (islamitische kalender) / Tijd van Christus.
[8] Voor meer informatie over idjthad en de kwalificaties, zie Hallaq 1984, pp. 5 – 7.
[9] Ik heb ze geordend door enkele punten van de kwalificaties samen te voegen. Voor de originele vertaling van Ghazzali, zie Hallaq 1984, p. 6.
[10] Voor meer informatie, zie het hoofdstuk van Albayrak in dit boek.
[11] Hikmet 2008, pp. 133–34.
[12] Voor meer informatie, zie het hoofdstuk van Çalış in dit boek.
[13] Interview met Ergün Çapan, één van de leerlingen die langer dan een decennium in één van Fethullah Gülens studiekringen vertoefde, en die met een artikel heeft bijgedragen aan dit boek.
[14] Ibid.
[15] Ibid.
[16] Voor meer informatie over Fethullah Gülens informele toespraken, zie http://www.herkul.org/bamteli/index.php.
[17] Ahmet Kurucan heeft alle antwoorden van Fethullah Gülen gecontroleerd vanaf 1970 tot nu, en heeft hier juridische antwoorden en interpretaties uitgefilterd. Hij is nog steeds bezig met dit project.
[18] Madelung 2008.
[19] Volgens Maryon, is Fethullah Gülen op spiritueel en theologisch gebied beïnvloed door Said Nursi. Voor meer informatie, zie Maryon 2007, p. 68; Nursi 1996, p. 1944
[20] Het Volk van het Boek, of ook wel Mensen van het Boek, zijn zij die volgens de Koran de Heilige Boeken hebben ontvangen en deze toepassen.
[21] Fethullah Gülen 1995a, p. 234.
[22] Fethullah Gülen 1995b, p. 298.
[23] Sonn 1991, pp. 214–15.
[24] Fethullah Gülen 2004c, p. 140; Fethullah Gülen verbreedt de betekenis van sjoera van politieke adviesgroep, waartoe islamitische machthebbers zich wenden voor advies, naar een gekwalificeerde commissie. Advies staat vanzelfsprekend niet boven de Goddelijke Geboden als bron van wetgeving. De wetgeving komt voort uit de Goddelijke Geboden, en al kan het advies als basis dienen voor een aantal wetten en regels; advies is beperkt, omdat het afhankelijk is van de ware bronnen van wetgeving. Die zaken waarvoor een duidelijk goddelijke verordening geldt, dienen niet door menselijke interventie te worden aangetast, en mensen kunnen alleen advies vragen voor het volledig doorgronden en begrijpen van de goddelijke verordening» (Fethullah Gülen 2005d, p. 49).
[25] Fethullah Gülen 2005d, p. 49.
[26] Rahman 1981, p. 292.
[27] Sarıtoprak and Ünal 2005, p. 451.
[28] http://www.foreignpolicy.com/story/cms.php?story_id=4408.
[29] Kurucan, ongepubliceerd boek, pp. 88, 101, 325.
[30] Voor meer informatie over het sluiten van de deuren naar idjtihad, zie Hallaq 1984; Karamali en Dunne 1994, pp. 238–57; al-Alwani 1991, pp. 129–42; Kamali 1996, pp. 3–33.
[31] Nursi 2010, pp. 499–504.
[32] Fethullah Gülen 1995a, pp. 226–27.
[33] Ibn Abidin, pp. 14–15.
[34] Ömer Nasuhi Bilmen (1882 – 1971) was een Turkse Korangeleerde.
[35] Kurucan, ongepubliceerd boek, pp. 446–47.
[36] Fethullah Gülen 1995a, p. 292.
[37] Beşer 2006, p. 80.
[38] Ibid, p. 43; Kurucan, ongepubliceerd boek p. 113.
[39] Horii 2002, p. 315.
[40] Een van de vijf zuilen van de islam waarbij een deel van het vermogen jaarlijks afgestaan moet worden aan mensen die het toekomt, bv behoeftigen. De overige vier zuilen van de islam zijn opzeggen van de sjahada (geloofsbelijdenis), salat (de vijf dagelijkse gebeden), vasten (in de maand ramadan) en hadj.
[41] Beşer 2006, pp. 30, 59.
[42] al-Shaibani 1930, p. 78.
[43] Yılmaz 2003, p. 209
[44] Özkök 1995.
[45] Hakikat: Aylık İslam Dergisi, maart, 1995.
[46] Fethullah Gülen 1995a, p. 214; Beşer 2006, pp. 63–64.
[47] Fethullah Gülen 1995b, p. 202.
[48] http://fgulen.com/en/fethullah-gulens-life/1305-gulens-thoughts/25062-polygamy36.
[49] Fethullah Gülen 1995a, p. 289.
[50] Aboe Dawud, Susan, al-Janis, p. 64: De boodschapper van Allah zei: “Het breken van een bot van een dode is gelijk aan het breken van een bot van die person wanneer deze nog leeft.”
[51] Fethullah Gülen 1995a, p. 290.
[52] Ibid, p. 218.
[53] Ibid, p. 227.
[54] Fethullah Gülen 1998b, pp. 134–35.
[55] Akman 1995
[56] Çetin 2010, p. 35. [57] Kurucan, ongepubliceerd boek, p. 50.
[58] “Zij die getuige zijn van het kwaad, dienen dit met hun handen te bestrijden (fysieke daad); kunnen zij hier de kracht niet voor vinden, dan met de tong (verbaal bezwaar); kunnen zij (zelfs) hier de kracht niet voor vinden, dan zouden ze het moeten doen (verafschuwen) met het hart, en dit laatste is de minimale vereiste van het geloof.” (Moeslim, Sahieh, Kitab al-Iman, 1, p. 79). Zie ook “Fethullah Gülen als vertolker van Hadieth” in Halim Çalış’ artikel in dit boek.
[59] Wright 2007, p. 440.
[60] http://www.foreignpolicy.com/story/cms.php?story_id=4408.

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.