De basis voor dialoog en tolerantie in de wereld van Gülen
1. De synthese van de islam en de Turkse benadering
De waarden die sterk de overhand hadden in de twintigste eeuw waren modernisering, pluralisme en individualisme. Omdat de moderniteit het gehele persoonlijke en sociale leven binnendrong, ontstonden er nieuwe vormen van religieuze, culturele en politieke pluralisme. Hoewel de moderniteit op verschillende manieren is gedefinieerd, zal niemand betwisten dat de hedendaagse globalisering een van haar voortbrengselen is. Ideologisch of niet, de globalisering heeft de aard en dynamiek van lokale economieën, samenlevingen, vormen van communicatie en politieke organisaties radicaal veranderd. Daarnaast heeft het de regulerende gebieden van recht, geschiedenis, geografie en overheid drastisch gewijzigd. Hoewel de economische globalisering de wereld in een interne markt heeft veranderd, is de globalisering geen strikt economisch fenomeen. Het heeft politieke, ideologische en culturele dimensies. Het klopt dat de globalisering heeft geleid tot een toename van welvaart, technologie, democratisch pluralisme en productie, maar dergelijke ontwikkelingen gingen hand in hand met de aantasting van het milieu, toegenomen armoede, terrorisme en massavernietigingswapens. Terwijl kennis, macht en technologie over de wereld werden verspreid, kwamen ook conflicttheorieën op de wereldagenda. Sommigen zullen deze situatie beschouwen als de uitkomst van de moderniteit, terwijl anderen de globalisering vooral als de oorzaak zullen zien. Het heeft in elk geval tot gevolg gehad dat we een serie begrippen weer bediscussiëren en herdefiniëren, zoals: de mensheid en het individu; de vrijheid van meningsuiting en het geloof; politieke, sociale en culturele tolerantie; conflict of verzoening; dialoog of strijd; enzovoorts.
Direct of indirect heeft de globalisering in Turkije op grote schaal invloed gehad. Begrippen zoals individualiteit, religie en pluralisme houden binnen de Turkse democratie de publieke opinie bezig. Voor de jaren tachtig van de vorige eeuw hadden de ideologische kampen op fatale wijze alle pogingen verijdeld om pluralisme in de Turkse democratie te bewerkstelligen door de voorkeur te geven aan geweld in plaats van aan dialoog. Drie generaties lang voor de militaire interventie in 1980 waren er slachtoffers van dit voortdurende geweld. Deze verloren generaties slaagden er niet in hun diversiteit om te zetten in rijkdom en verzoening. Hoewel de sporen van deze ideologieën nog steeds aanwezig zijn, proberen de huidige generaties manieren te vinden om de conflictsfeer om te zetten in een basis voor dialoog. Nieuwe generaties proberen pluralisme, gebaseerd op tolerantie en verzoening, te bevorderen.
Zoals K. Çalişkan zegt: “De mensheid, het individu, tolerantie en verzoening. Dat was de essentie van de Turkse cultuur na haar kennismaking met de islam.”[1] In de visie van Gülen zouden Turkse moslims de moderniteit moeten reconstrueren door terug te keren naar hun eigen wortels, naar de basis die gelegd is door Ahmed Yesevi (1093-1166), Jalal ad-Din Rumi (1207-1273), Yunus Emre (1280-1321) en Haci Bektasi Veli (1281-1338). Ik gebruik het woord modernisering hier niet in haar westerse, ideologische betekenis, maar als de hedendaagse dynamische processen die wij kunnen inzetten om onze politieke, sociale en culturele problemen op te lossen. Modernisering doet ons denken aan conflicten en het vereffenen van oude rekeningen. In de manier waarop mondiale conflicten op nationaal niveau worden weergegeven heeft Turkije zich ondergedompeld in de negatieve misère van de moderniteit, terwijl de Turkse samenleving tegelijkertijd hoop kan putten uit haar bijzondere traditie van verzoening en dialoog. Respect voor de mensheid vormt de kern van deze cultuur. Aan het fundament van ‘het Turkse moslim-zijn’ (niet ‘de Turkse islam’)[2] zijn de wortels van het soefisme en tolerantie te herkennen. Deze begrippen herleefden in de eenentwintigste eeuw. De Turkse moslims moeten hun modernisering vormgeven door terug te gaan naar de eigen wortels en hun soefi-oorsprong:
Wat het heersende systeem van een land ook is - democratie wordt in de wereld van vandaag heilig verklaard - het voornaamste element is de mens: het probleem om deugdzame mensen met uitstekende morele eigenschappen voort te brengen. Utopische filosofen, zoals Al-Farabi (870-950), hebben altijd veel belang gehecht aan een deugdzame stad. Dat is een vergissing. De mens komt voor de stad, de beschaving, het land etc. Op dezelfde manier neemt de deugdzame mens een zeer belangrijke plaats in democratieën in. Democratieën kunnen in de handen van deugdzame mensen, die goed getraind zijn in islamitische waarden, makkelijker hogere graden van perfectie bereiken.[3]
Eeuwenlang hebben Turkse moslims in een enorm uitgestrekt gebied genoten van de concepten van verzoening en tolerantie, die samen de essentie van democratie vormen. De islam wordt in deze gebieden op een zachte en verdraagzame wijze geïnterpreteerd. De Ottomanen behandelden mensen in alle verschillende gebieden en hun talen, religies en sociaal-culturele levenswijzen met respect. Andere Turkse staten, waaronder de Seltsjoeken, de Ilhaniden Dynastie en het Karahanli Rijk vòòr het Ottomaanse Rijk, hadden ook dezelfde politiek van verdraagzaamheid. In vergelijking met de Omajjaden, de Abbasiden en de Perzische Rijken hebben de Turken verschillen getolereerd en daar ook steeds de voorkeur aan gegeven. In volledige trouw aan de belangrijkste principes van de islam brachten de Turken op een voortreffelijke manier intellectuele dynamieken, zoals tajdid (vernieuwing) en ijtihad (juridische deductie) in de praktijk voor islamitische onderwerpen die vatbaar zijn voor interpretatie. Deze flexibiliteit stelde de Ottomanen in staat om een universele interpretatie van de islam te ontwikkelen die eeuwenlang in praktijk werd gebracht. Een dergelijke interpretatie van de islam zou men ‘het Turkse moslim-zijn’[4] kunnen noemen. Deze naamgeving mag echter niet leiden tot misverstanden, aangezien er wat de grondbeginselen van de religie betreft niet zoiets bestaat als een Turkse, Iraanse of Arabische islam.
Toen de Turken grote delen van de wereld bestuurden, hebben zij sociale, politieke en economische wetten ontwikkeld die zeer universeel van aard waren. De Ottomaanse verdraagzaamheid en verzoeningsgezindheid waren het directe gevolg van het Turkse soefisme, dat in Anatolië floreerde. Meer dan menig ander islamitisch land was de Turkse samenleving doordrongen van het soefisme. Morele eigenschappen als bescheidenheid, voorkomendheid en onzelfzuchtigheid waren vanaf de dagen van Ahmed Yesevi en Haci Bektasi Veli tot de moderne tijd de drijvende kracht van dit volk. In die zin brengen tolerantie en dialoog de culturele dimensies van de islam het beste tot uitdrukking. Het soefisme, de soefi-ordes, het moskeebezoek en de islamitische kunst zijn de belangrijkste manifestaties van de culturele islam.
Soefisme (tasawwuf) is de naam van een wetenschap die de spirituele aspecten van de islam bestudeert. De naam ‘soefisme' is minder relevant dan dat waar de term voor staat. Wat werkelijk van belang is, is de vraag of de gelovige ascetisme (zuhd), vroomheid (taqwa) en uitmuntendheid in het gebed (ihsan) praktiseert, en daarnaast streeft naar het vergroten van zijn of haar kennis van God (ma'rifatullah). Deze spirituele praktijken zijn onlosmakelijk verbonden met de islam. De Soefi-ordes ontstonden drie tot vier eeuwen na de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, en fungeerden uitstekend als maatschappelijke instellingen die mensen van scholing en onderwijs voorzagen.
Volgens Gülen is de deugdzame mens in het soefisme een tolerant persoon. Hij is onzelfzuchtig en brengt offers ten bate van zijn samenleving en voor de mensheid in het algemeen. Dit beeld van de onzelfzuchtige mens, dat gebaseerd is op het wezenlijke van de soefi-derwisjen, is essentieel voor de fundamenten van de islamitische samenleving in Turkije. Gülen definieert dat de hedendaagse islamitische identiteit wordt geleid door de culturele islam als hij oproept om de dialoog aan te gaan met anderen en geweld als alternatief af te keuren. Op deze manier bereidt hij moslims voor op een nieuwe identiteit, die een versmelting is van een islamitische sociale identiteit en die van een modern mens. Met andere woorden, Gülen presenteert een nieuw islamitisch model dat islamitische grondbeginselen in harmonie brengt met moderne waarden.
Zowel in Gülens interne wisselwerking tussen moslims als in zijn visie met betrekking tot de volgelingen van verschillende religies wordt zijn perspectief bepaald door een islamitische gevoel voor normen. Zijn ethische waardepatroon bij onderwerpen die de Turkse modernisering betreffen en zijn studie van wereldwijde conflicten, waarbij hij de nadruk legt op dialoog tussen beschavingen, maakt Gülen ongetwijfeld uniek op het wereldtoneel. Hoewel sommigen vraagtekens plaatsen bij zijn religieuze identiteit en het idee hebben dat zijn werk beperkt is tot het religieuze vlak, laat Gülens steun aan moderne onderwijsinstellingen, waar studenten moderne wetenschappen studeren, zien dat zijn inspanningen de religieuze sfeer overstijgen. Als hij zich enkel zou richten op religieuze zaken, zou hij pleiten voor het ontwikkelen en besturen van soefi-verblijven en niet voor moderne onderwijscentra, middelbare scholen en hogescholen. Naast zijn bijdrage aan deze progressieve onderwijsinstellingen, zet Gülen zich in voor de dialoog tussen beschavingen als middel om de voornaamste sociale en culturele problemen van onze moderne wereld op te lossen. Als de beweging van Fethullah Gülen een politieke inzet van de islam beoogde, zouden hij en zijn beweging zeker niet deze visie en missie hebben. Gülens project is uniek in die zin dat het niet alleen de islamitische identiteit vernieuwt, maar ook het islamitisch handelen herdefinieert en vernieuwt.
2. Mens, religie en handeling
Een grondige analyse van de basis van Gülens belangstelling voor dialoog en tolerantie leert dat zijn interpretatie van de mens in het universum hem zo bijzonder maakt. Analisten als Elizabeth Özdalga, Nilüfer Göle en Taha Akyol omschrijven de wereldbeschouwing van Gülen als ‘activistisch piëtisme’.[5] Andere analisten zien Gülen met zijn gerichtheid op de eigen leefomgeving als een moderne vertegenwoordiger van de traditionele islam, zoals deze werd vormgegeven door Ahmed Yesevi, Jalal ad-Din Rumi, Yunus Emre en Haci Bektasi Veli, de wegwijzers in de ontwikkeling van het islamitische soefisme in de Turkse geschiedenis. Deze analyses maken geen gebruik van een vreemd vocabulaire om hem te definiëren. Zij interpreteren Gülen binnen het kader van een Turks-islamitische synthese. Beide groepen leggen de nadruk op zijn activistische soefi-wortels.
Gülen is onverzettelijk in zijn trouw aan de grondbeginselen van de islam. Hij gebruikt echter ook weer de tolerante benadering van de vroege Turkse soefi’s bij islamitische vraagstukken die ruimte laten voor nieuwe interpretaties (ijtihad). De interpretatie van Gülen verschilt wel van deze eerdere voorbeelden doordat zijn visie veel omvattender en meer handelingsgericht is. Yunus Emre, Jalal ad-Din Rumi en Haci Bektasi Veli praktiseerden een innerlijke, pacifistische vroomheid wanneer zij mensen in hun soefikloosters uitnodigden. Hun beleving van tolerantie en dialoog bleef beperkt tot de sociale omgeving van het soefiklooster, terwijl Gülen dit raamwerk voor iedereen openstelt. Zijn missie heeft dus een transformerend karakter. Hij ziet deze houding als een eigenschap van degenen tot wie de blijde boodschap is gericht dat zij “de aarde zullen beërven”.[6] Gülen gelooft bovendien dat dit ideaal de meest fundamentele verklaring is voor het bestaan van de mens op aarde. Aan de ene kant stimuleert hij dialoogbijeenkomsten die, op basis van goede bedoelingen, de verzoening tussen wereldculturen kunnen bevorderen. Aan de andere kant streeft hij ernaar de mens, die in de moderne tijd tot een egoïst is uitgegroeid, te veranderen in een individu wiens basiswaarden onbaatzuchtige dienstbaarheid en toewijding aan de mensheid in het algemeen zijn. Gülen is er zich goed van bewust dat een dergelijke onderneming geen kans van slagen heeft als het geactiveerd denken en de inzet van menselijke capaciteiten niet georganiseerd zijn. Vanaf zijn allereerste preek waren Gülens preken, geschriften en spirituele bijeenkomsten hierop geconcentreerd. Bijna al zijn geschriften spreken van “de held van het denken en handelen” als metafoor voor maatschappelijke betrokkenheid. Gülen stelt dat intellectueel geleide sociale actie de enige manier is waarop een persoon zijn of haar samenleving kan helpen om bepaalde doelen te bereiken. Denken en handelen moeten worden gecombineerd met activiteiten die eerst het individu zullen veranderen, om later de samenleving te veranderen. Dit concept onderstreept de poging om de dialoog tussen religies en beschavingen te bevorderen, wat volgens Gülen noodzakelijk is om onze rol als “erfgenamen van de aarde” te vervullen.
“Het terrein van onze strijd voor de erfgenamen van de Aarde kan samengevat worden als “handelen en denken”. In feite gaat de ware weg van het bestaan in het leven door een potentieel transformerend handelen en denken, dat ook in staat is om anderen te transformeren. Vanuit dit perspectief bezien is in feite elk bestaan het product van een handeling en een aantal disciplines, en de voortzetting ervan is ook afhankelijk van die handeling en die disciplines.
Handelen is het belangrijkste en noodzakelijkste onderdeel van ons leven. Door bepaalde verantwoordelijkheden te aanvaarden die het gevolg zijn van voortdurend handelen en denken, door bepaalde moeilijkheden onder ogen te zien en deze te dragen, door onszelf in zekere zin tot al deze dingen te veroordelen, zelfs als dit ten koste gaat van veel zaken, zijn wij altijd genoodzaakt te handelen en te streven. Als we niet handelen zoals we zijn, worden we meegesleurd door de golven die veroorzaakt worden door de stuwkracht en het handelen van anderen, door de draaikolken van het denken en de plannen van anderen en worden we gedwongen om te handelen namens anderen.
Afzijdig blijven bij actie, ons niet mengen in de dingen die om ons heen gebeuren, noch deelnemen aan de gebeurtenissen om ons heen en er onverschillig tegenover blijven staan, is als onszelf laten wegsmelten, als ijs dat verandert in water… Want om te kunnen bestaan, moet de hele essentie van de mens waakzaam zijn.
Onszelf zijn, onze wensen en verlangens verenigen met de wensen en verlangens van anderen, om vervolgens voor onszelf een koers of richting van handelen binnen ons gehele bestaan te vinden, als onszelf in een eigen richting stromen binnen de algemene stromingen en bewegingen van het universum, zonder ons eigen richtsnoer los te laten en toch geïntegreerd binnen het geheel van het bestaan: dit zijn de meest voor de hand liggende aspecten van het islamitisch handelen en denken… De echte wereld van de mensen van handelen en denken en hun oprechte geluk daarin, worden gekleurd met de tinten van de universaliteit en gegraveerd in het kader van de eeuwigheid.
Bezien vanuit een ander en beter perspectief is het handelen een omhelzing van het gehele bestaan met de meest oprechte en welgemeende beslissingen, de analyse van het bestaan en de reis naar de eeuwigheid door de gangen van de schepping…
Wat het denken betreft: dat is een innerlijke handeling… Met andere woorden, het denken is het legen van het innerlijk om ruimte te maken voor metafysische ervaringen in de diepten van het innerlijk wezen. Als dit de eerste stap van het denken is, dan is het actief denken de laatste stap.
Ons geestelijk leven vormt de onderliggende dynamiek van ons leven van handelen en denken; het is niet mogelijk om ons geestelijk leven te scheiden van ons religieus denken. Onze strijd om het bestaan werd volbracht door te vertrouwen op onze islamitische geest en essentie… Nogmaals, net zoals onze deelname op het niveau van hart en ziel in de innerlijke wereld werd bereikt door aanbidding, herinnering en denken, zo is het omhelzen van de gehele schepping, Hem voelen in onze hartslag en Hem waarnemen met al onze geestvermogens, weer afhankelijk van onze bewustheid van aanbidding en ons streven naar reflectie en herinnering. Iedere handeling van een ware gelovige is inderdaad een daad van aanbidding. Iedere gedachte een daad van zelfbeheersing, zelfcontrole en zelfdiscipline. Ieder spreken is een gebed, een smeekbede en een moment van spirituele kennis. Iedere waarneming van het bestaan is een diepgaande studie en onderzoek. De relaties met anderen getuigen van goddelijk mededogen. Het bereiken van een dergelijke graad van spiritualiteit of vroomheid is afhankelijk van de mate waarop men openstaat voor waarneming, logica en redenering, en bijgevolg openstaat voor gedachten en inspiratie van het Goddelijke. Met andere woorden, het is heel moeilijk voor een mens om dit hoogtepunt te bereiken, om een dergelijke staat te verwerven, tenzij de ervaring wordt gezeefd door de filter van de rede. De rede heeft zich overgegeven aan het grootste intellect en de vooruitziendheid van de profeten, de logica is volledig veranderd in liefde en liefde heeft zich ontwikkeld tot de liefde voor God.”[7]
Uit bovenstaande woorden kan worden opgemaakt dat Gülen, zowel binnenlands als in het buitenland, duidelijke boodschappen geeft waarbij hij een grote visie schetst over het handelen en over het denken, dat draait om de liefde voor de mensheid. Deze allesomvattende visie dwingt ons om deel te nemen aan de dialoog tussen religies en tussen beschavingen, biedt ons een nieuw model voor onze relaties, ons denken en ons handelen. Een model dat zo ver reikt als maar mogelijk is. Van goddelijke liefde tot menselijke verdraagzaamheid, van experimenteel begrip tot verlicht en openbarend denken, van religieus leven dat vormgegeven wordt door spirituele diepte tot wereldwijde actie door hele volkeren. Voor Gülen is dit het fundament van de metafoor ‘erfgenamen van de aarde’. Deze visie van tolerantie en dialoog reikt veel verder dan de grenzen van Rumi en Haci Bektasi Veli naar nieuwe gebieden en afgelegen landen. Ook Gülens beleving van vroomheid is niet begrensd: de manier waarop een persoon zijn religie praktiseert, zijn waardering van goddelijke liefde en zijn liefde voor de hele mensheid, zijn niet iets voor hem alleen. Gülen gelooft dat deze visie als een actief project overgebracht moet worden naar alle volkeren. Een mens moet daarom altijd in beweging zijn, in denken en in geloof, in geest en in handelen.
Bekeken vanuit een publiek perspectief en een algemeen belang kan gezegd worden dat Gülens visie ieder mens en alle sociale processen omvat. Een reden hiervoor is dat zijn model alle mogelijke ideologische belangen opzijzet en probeert een model voor de individuele mens te ontwikkelen. In dit model wordt de mens gezien als de schepping van God en de erfgenaam van de aarde. Zij moeten hun persoonlijke verlangens opgeven ten behoeve van de gehele mensheid om dan hun vermogen om te ontvangen te verwezenlijken en goddelijke en menselijke liefde uit te stralen. Een dergelijke persoon zou gemakkelijk zijn of haar rol binnen iedere relatie kunnen innemen, als lid of als leider in de samenleving. Met zulke individuen kan elke maatschappijvorm verwezenlijkt worden. Het ligt in de aard van deze personen om positief te handelen in spirituele, intellectuele, sociale en andere zaken. Zij die de ideeën van Gülen in hun hart sluiten, gedragen zich op deze voorbeeldige wijze. Dat verklaart waarom ze overal ter wereld waar ze actief zijn een warm onthaal krijgen, dwars door ideologische, politieke, religieuze en sociaal-culturele grenzen. Ook in de onderwijsinstellingen die zij in verschillende landen stichten, dragen zij de waarden van dialoog, tolerantie en verzoening uit.
Het klopt dat Gülen een religieuze identiteit heeft, maar zijn vroomheid wordt niet als abnormaal beschouwd en stuit in de verschillende sociaal-culturele milieus ook niet op weerstand. Dat kan worden verklaard door de nadruk die Gülen legt op humanistische, sociale en ethische waarden, die gedeeld worden door ieder weldenkend mens.[8] In dit verband treedt Gülen op als een moderne Jalal ad-Din Rumi. Net als Rumi’s werk dat z’n weg heeft gevonden naar verschillende volkeren, inspireren de ideeën van Gülen wereldwijd miljoenen mensen met achtergronden die uiteenlopen wat betreft etniciteit, ras, geslacht en religie. Net zoals Gülen de ideeën van Jalal ad-Din Rumi over dialoog en tolerantie weer nieuw leven inblaast, kunnen wereldgemeenschappen een toenemende belangstelling gaan tonen voor de op Gülen geïnspireerde beweging en daar positief op reageren.
3. De Stichting van Journalisten en Schrijvers en het Abant Platform
De eerste oproep van de Hizmetbeweging met betrekking tot tolerantie en dialoog werd gericht aan de verschillende ideologische, etnische en culturele groeperingen in Turkije. Deze recht tegenover elkaar staande groeperingen voerden onder het heersende politieke gezag weliswaar een schijnharmonie op, maar hun recente geschiedenis werd gekenmerkt door diepe ideologische conflicten. De Hizmetbeweging verbrak deze diepe en zorgwekkende stilte door een perspectief van dialoog en tolerantie te bieden, gebaseerd op wederzijds respect. Al snel resulteerde deze uitnodiging tot dialoog in de oprichting van de Stichting van Journalisten en Schrijvers, een instelling die het streven naar tolerantie en dialoog ondersteunt. In samenwerking met gerespecteerde geleerden richtte deze stichting later het Abant Platform op en werd een intellectueel discussieplatform. Honderden gerespecteerde intellectuelen, kunstenaars, politici en wetenschappers uit verschillende etnische en ideologische scholen namen deel aan deze activiteiten en onderzochten de mogelijkheden om een sfeer van tolerantie en vreedzame coëxistentie te creëren. De deelnemers bespraken onderwerpen die varieerden van de problemen van de Turkse democratie tot de vrijheid van denken en religie, van sociale en culturele pluralisme tot de autoriteit van de moderne natiestaat. In het begin was er bezorgdheid over de vraag hoe verschillende ideeën afkomstig van verschillende mensen samengevoegd konden worden, maar deze zorg verminderde snel en het Platform verplaatste haar aandacht naar gedeelde waarden en ideeën. Het Platform gaf hoop aan mensen uit alle lagen van de bevolking, mensen die verschillende ideologieën aanhingen. Het liet zien dat mensen een gemeenschappelijke basis kunnen ontdekken.[9]
Het Abant Platform werd opgericht als voorbeeld-kader om een dialoog te initiëren voor vraagstukken over religie, cultuur en beschaving en slaagde er uiteindelijk in deelnemers uit verschillende landen en verschillende werelddelen aan te trekken. Het is interessant dat deze nieuwe ontwikkeling samenviel met de opkomst van twee concurrerende theorieën, 'the clash of civilazation' (de botsing tussen beschavingen) en 'the end of history' (het einde van de geschiedenis). Deze toevalligheid verhoogde de betekenis van de door het Abant Platform gestarte initiatief naar dialoog en tolerantie. De Stichting van Journalisten en Schrijvers stelde onder de naam Kozadan Kelebeğe (Van Cocon tot Vlinder) een serie boeken samen, die beschrijven hoe het platform tot stand kwam. Deze pogingen een dialoog tot stand te brengen, kregen een plek op de wereldagenda toen Gülen een historisch bezoek bracht aan de paus. Hoewel dit bezoek zonder veel publiciteit plaatsvond, werd het wel beschouwd als een belangrijke stap in de richting van een betere communicatie tussen twee verschillende beschavingen. Gülen is zeker geen islamitische vertegenwoordiger namens de moslims in Turkije of de rest van de wereld. Zijn ontmoeting met de paus had niet als doel zo'n claim te doen. De sfeer die de ontmoeting echter in de katholieke wereld opriep, gaf de bijeenkomst een historische waarde. De beweging die begon met de eenvoudige islamitische identiteit van Gülen en die uitgroeide tot een wereldwijde uitnodiging tot dialoog en tolerantie, is een illustratie van de activistische, menselijke potentie die voortkwam uit de synthese van Turks-islamitisch soefisme. Hoewel Gülen in alle nederigheid zijn rol in deze ontwikkeling ontkent, kan niemand de bijdrage van zijn islamitische identiteit en zijn actiegerichte interpretatie van de soefi-oorsprong bagatelliseren. Zelfs in de katholieke wereld werd zijn intense spirituele en ascetische levenswijze opgemerkt. Veel katholieke priesters en religieuze autoriteiten hebben toegegeven dat Gülens wijsheid, oprechtheid en op de soefi's geïnspireerde bescheidenheid hen spiritueel hebben doen herleven.[10]
4. Dialoog, tolerantie en moderniteit
De beweging voor dialoog en tolerantie is geen onderbreking van of een reactie op de moderniteit. Deze moderniteit heeft echter wel geleid tot een verzwakking van de spiritualiteit en de mens klein en onbetekenend gemaakt. De moderniteit heeft de voorwaarden geschapen die het individualisme hebben versterkt en materiële drijfveren boven de belangen van de samenleving hebben geplaatst. De mens werd uiteindelijk gescheiden van alles wat heilig is, van zijn verantwoordelijkheid als erfgenaam van de aarde, van menselijke en ethische waarden, van liefde en zelfopoffering. Alle grote religies hebben gestreden om mensen van hun egoïsme te bevrijden. Maar de moderniteit heeft de menselijke persoonlijkheid en haar kosmische integriteit een dodelijke klap toegebracht. De oproep van Gülen kwam op een moment dat de vlag van de mensheid de grond raakte.
Wat de eigen wereld betreft: een persoon die niet in staat is om aansluiting te vinden bij of zich te verbinden met het gehele bestaan en geen verbinding of relatie ervaart met het universum, is gehecht aan en wordt geleid door de eigen onbeduidende wensen en behoeften. De mensen die zich afsluiten voor algemene en universele waarheden zijn ook degenen die zich losscheuren, vervreemden en uitsluiten van het bestaan als geheel, zichzelf veroordelen en zich in de dodencel van het egoïsme werpen.[11]
Mensen die hun relatie met het universum verbreken, verliezen de nobelheid van hun ziel en daardoor ook hun vermogen om de wereld te transformeren. Deze mensen kunnen de aarde niet leiden, noch doen herleven. Zij hebben geen spirituele veerkracht en dus ook niet het vermogen om op basis van deze veerkracht te handelen. “Afzijdig blijven bij actie, ons niet mengen in de dingen die om ons heen gebeuren, noch deelnemen aan de gebeurtenissen om ons heen en er onverschillig tegenover blijven staan, is als onszelf laten wegsmelten, als ijs dat verandert in water.” Dit is net zo vernederend als een niet-bestaan van de mensheid. “Want om te kunnen bestaan, moet de hele essentie van de mens waakzaam zijn.”
Egoïsten geven weinig om hun samenleving of om de mensheid in het algemeen. Hun persoonlijke belangen wegen zwaarder. Zulke mensen zijn niet in staat om een oprechte of zich ontwikkelende relatie met het universum aan te gaan. Zij zijn niet in staat om zich offers te getroosten voor de maatschappij of voor de mensheid.
Gülen definieert denken of contemplatie als een innerlijke handeling. Volgens deze definitie zouden ideale mensen, zowel in geest als in daad, actief moeten zijn. Door de kenmerken van een passief mens te bepalen, heeft de moderniteit een persoon voortgebracht wiens eigen belang geen beweging toelaat, die een egoïst is. Men kan niet van zulke mensen verwachten dat ze de verantwoordelijkheid voor de dialoog tussen beschavingen dragen. Slechts opofferingsgezinde en oprechte mensen kunnen dat aan. Mensen met liefdevolle en alomvattende harten zoals Jalal ad-Din Rumi en Haci Bektasi Veli. Zij die van plan zijn om te vechten of te vernietigen, moeten hun menselijke basis opnieuw ontdekken en doen herleven, wanneer ze zulke zielen ontmoeten. De mens die een centrale rol heeft in Gülens filosofie van tolerantie en dialoog moet altijd positief zijn, zowel in denken als in daad. Hij of zij moet niet handelen onder invloed van emotie en moet zich constructief in plaats van destructief opstellen.
Aan de andere kant moet deze persoon zich de problemen van anderen aantrekken. Oppervlakkige vroomheid, zoals een zich terugtrekken en een religieus leven leiden ver van alle zorgen in de wereld, is niet voldoende. Actie en discipline zijn noodzakelijk om religieuze principes tot leven te brengen. Volgens Gülen kunnen alleen mensen die goddelijke liefde in zich hebben het lijden van anderen dragen. Met model van Gülen is, zoals Elizabeth Özdalga stelt, een ascetisch model. Er zijn geen grenzen aan de spirituele transformatie, aan de materiële zelfopoffering. Ze zijn oneindig. Wat je ook doet ter wille van de mensheid en ter wille van de liefde van God, het is niet voldoende. Dit is de verhevenheid van toewijding. Dit is het begrijpen van de verantwoordelijkheid die voortkomt uit de idee dat wij de erfgenamen van de aarde zijn.
[1] Cemal Uşak, Küresel Barışa Doğru: Kozadan Kelebeğe, Vol. 3, Istanbul: Gazeteciler ve Yazarlar Vakfı Yayınları, 2003, p. 55.
[2] Definities als “Turkse islam” zijn, zelfs als ze symbolisch bedoeld zijn, niet juist, omdat de islam universeel is en niet verdeeld kan worden in verschillende soorten, gepraktiseerd door verschillende volkeren, waarbij de ene soort superieur is aan de andere.
[3] Armağan en Ünal, p. 87.
[4] Voor de intellectuele oorsprong van het Turkse moslim-zijn, zie Etga Ugur, "Intellectual Roots of 'Turkish Islam' and Approaches to the Turkish Model," Journal of Muslim Minority Affairs, 24 (2): 327–45, 2004.
[5] Piëtisme is de verhandeling dat de individuele moraliteit als een essentieel element van religiositeit ziet. Webers The Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism bespreekt piëtisme diepgaand.
[6] Zie de Koran, Anbiya 21:105.
[7] Gülen, The Statue of Our Souls, pp. 59–62.
[8] Gülen, Örnekleri Kendinden Bir Hareket, p. 117; Ruhumuzun Heykelini Dikerken, p. 122; Yeşeren Düşünceler, p. 156; Kendi Dünyamıza Doğru, p. 50; "İslam Dünyası," Sızıntı, nr. 302, maart 2004.
[9] Voor een gedetailleerde analyse van de bijeenkomsten van het Abant Platform, zie Etga Ugur, "Religion as a Source of Social Capital? The Gülen Movement in the Public Sphere," in Muslim World in Transition: Contributions of the Gülen Movement: International Conference Proceedings, ed. Ihsan Yilmaz, Londen: Leeds Metropolitan University Press, 2007.
[10] De teksten van Thomas Michel, de secretaris van het Vaticaanse Secretariaat voor de Interreligieuze Dialoog, tonen dit feit duidelijk aan. Zie, bijvoorbeeld, Thomas Michel, "Sufism and Modernity in the Thought of Fethullah Gülen," The Muslim World 2005, 95 (3): 341–58.
[11] Gülen, The Statue of Our Souls, p. 60.
- Aangemaakt op .